V6 Rentabiliteit herhaling

Rentabiliteit, herhaling
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Rentabiliteit, herhaling

Slide 1 - Tekstslide

Puntenverdeling examen
  • 6 opgaven
  • 31 vragen, 
  • 67 punten

Slide 2 - Tekstslide

Puntenverdeling examen
  • 6 x 1 punt (weet vragen of enkelvoudige berekening)
  • 18 x 2 punten (opsomming of tweestapsberekening)
  • 6 x 3 of meer punten (1 x 5) (meervoudige berekening en invulbladen) - totaal 24  van 67 punten (36%)

Slide 3 - Tekstslide

Puntenverdeling examen
Opgave 1:  3 vragen, 6 punten
Opgave 2: 10 vragen, 20 punten
Opgave 3: 4 vragen, 10 punten
Opgave 4: 5 vragen, 12 punten
Opgave 5: 5 vragen, 13 punten
Opgave 6: 4 vragen, 8 punten


Slide 4 - Tekstslide

Liquiditeitskengetallen

  • Current ratio: aan schulden op korte termijn voldoen
  • Quick ratio: aan schulden op zeer korte termijn voldoen

  • Solvabiliteit: aan schulden op korte én lange termijn voldoen



Slide 5 - Tekstslide

Rentabiliteit 
  • Het inkomen van Eigen Vermogen is Winst
  • Het inkomen van Vreemd Vermogen is Interest
  • Het inkomen van het Totale Vermogen is dus Winst + Interest

Het inkomen geeft aan wat de verschaffers van het vermogen als beloning
krijgen voor de inbreng van dit inkomen. 


Slide 6 - Tekstslide

Rentabiliteit 
Het rendement dat een onderneming behaalt

  • Is de verhouding tussen een inkomen en het vermogen dat dit inkomen heeft verdiend.



Slide 7 - Tekstslide

Rentabiliteit 
Het rendement dat een onderneming behaalt

  • Is de verhouding tussen een inkomen en het vermogen dat dit inkomen heeft verdiend.

Kunnen we bepalen voor:
  • Het eigen vermogen
  • Het vreemd vermogen
  • Het totaal vermogen (= eigen + vreemd)

Slide 8 - Tekstslide

Rentabiliteit eigen vermogen
REV = rentabiliteit van eigenvermogen= som van opbrengst uit het eigen vermogen 

    Opbrengst eigenvermogen = nettowinst 


Slide 9 - Tekstslide

REV
REV = nettowinst   x 100%
             Gemiddeld eigen vermogen vermogen***







*** Gemiddelde wordt berekend over een jaar met behulp van begin-  en eindbalans of alleen eindbalans (eigenvermogen dan delen door 2)

Slide 10 - Tekstslide


Gem. eigen vermogen?
(heel getal)

timer
1:00

Slide 11 - Open vraag

Antwoord
EV op 1-1 = 270.000
    EV op 31-12 = 270.000 + 60.000 = 330.000
    gemiddelde= 270+330/2= 300.000

Slide 12 - Tekstslide


REV?
(Heel getal)

timer
0:30

Slide 13 - Open vraag

Antwoord
REV = € 60.000 winst / € 300.000 GEV x 100% = 20%

Slide 14 - Tekstslide

RTV
RTV = Resultaat gewone bedrijfsuitoefening* + interest ** x 100%
                                                        Gemiddeld totaal vermogen***



* Resultaat gewone bedrijfsuitoefening = nettowinst voor belasting

** en eventuele kredietkosten

*** Gemiddelde wordt berekend over een jaar met behulp van begin-  en eindbalans of alleen eindbalans (nettowinst dan delen door 2)

Slide 15 - Tekstslide

Rentabiliteit totale vermogen
RTV = economische rentabiliteit = som van opbrengst uit het eigen vermogen én vreemd vermogen

     EV = nettowinst voor belasting
VV = interest                                            
 = Inkomen van het totale vermogen 

Slide 16 - Tekstslide


Gem totaal vermogen?
(heel getal)

timer
0:30

Slide 17 - Open vraag

Antwoord
530 + 570 / 2 = 550.000 Gemiddeld totaal vermogen

Slide 18 - Tekstslide


RTV?
(heel getal)
timer
1:00

Slide 19 - Open vraag

Antwoord
Met dit vermogen hebben vermogensverschaffers in totaal verdiend: € 60.000 winst + € 6.000 interest = € 66.000


66.000 / 550.000 x 100% = 12% RTV

Slide 20 - Tekstslide

Wat valt op? 
In dit voorbeeld is het rendement van het eigen vermogen een stuk hoger dan het rendement van het totale vermogen


Wat kun je hier uit opmaken?

Het rendement van het vreemde vermogen is blijkbaar kleiner dan 12%

Afhankelijk van de verhouding tussen VV en EV is het veel kleiner of bijna evenveel als 12%

Slide 21 - Tekstslide

Rendement van het vreemd vermogen
Dit noemen we niet RVV maar IVV: Interest van het Vreemd Vermogen

Slide 22 - Tekstslide


Gem. vreemd vermogen?
(heel getal)

timer
3:00

Slide 23 - Open vraag

Antwoord
 Vreemd vermogen 1 jan; 160 + 100 = 260.000
Vreemd vermogen 31 dec; 140+100= 240.000
Dus gemiddeld € 250.000 vreemd vermogen

Slide 24 - Tekstslide


IVV? (heel getal)
timer
3:00

Slide 25 - Open vraag

Antwoord
Gemiddeld € 250.000 vreemd vermogen
Kosten vreemd vermogen; € 6.000
(6.000/ 250.000) x 100% = 2,4% 

RTV 12%
REV 20%

IVV 2,4%
Het vreemd vermogen kost dus veel minder dan het eigen vermogen !

Slide 26 - Tekstslide

RTV
  • Berekenen we over het resultaat gewone bedrijfsuitoefening (tenzij anders vermeld) dus nettowinst voordat de vennootschapsbelasting eraf is gehaald.
  • Interest wordt altijd voor belasting berekend, want zijn onderdeel van de bedrijfskosten
  • Om geen vertekend beeld te geven van de verhouding EV en VV gebruiken we Nettowinst voor belasting


Slide 27 - Tekstslide

Aan de slag!
Maken H24 opgave 6

Slide 28 - Tekstslide