Thema 5 basisstof 1, 2 en 3 Herhaling
1 / 15
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Wat is een impuls
A
een elektrisch signaaltje door een zenuw
B
een verandering in de omgeving
C
een verandering in de omgeving die je kunt waarnemen
D
een elektrisch signaaltje door de zenuw die je kunt waarnemen
Slide 4 - Quizvraag
Als meneer van 't Hof een hamburger ziet, dan krijgt hij gelijk honger en wil dit verhelpen door een koekje te nemen. Is meneer van 't Hof zich dan bewust van de waarneming, of gebeurd dit onbewust? Leg je antwoord uit.
Slide 5 - Open vraag
Een vrouw heeft een dwarslaesie in de onderrug, hierdoor voelt ze niks meer in haar benen. Waar gaat het bij deze mevrouw mis?
A
De huid zintuig
B
De impuls geleiding
C
De hersen verwerking
D
De impuls waarneming
Slide 6 - Quizvraag
Uit welke drie delen bestaat de huid?
Slide 7 - Open vraag
Hoe heten de openingen van de zweetklieren?
Slide 8 - Open vraag
Je kent het wel, kippenvel. Je haren staan overeind omdat veertje over je huid zo lekker/gek voelt. Maar met welk zintuig begint de waarneming?
Slide 9 - Open vraag
Waarom maakt het de traanbuis, taanvocht aan?
Slide 10 - Open vraag
Op welke plek wordt lichtinval het scherpst gezien?
A
Heel het netlvies
B
Op de gele vlek
C
Op de blinde vlek
Slide 11 - Quizvraag
Roy is verziend.
Ziet Roy dan niet goed in de verte of dichtbij?
Ziet Roy dan niet goed in de verte of dichtbij?
A
Verte
B
Dichtbij
Slide 12 - Quizvraag
Soms kan je last hebben van te veel oorsmeer, dan gebruik je een wattenstaaf om het schoon te maken. Leg uit waarom je de wattenstaaf niet te diep in de gehoorgang mag duwen?
Slide 13 - Open vraag
‘Waarnemen’ is...
A
Horen, zien, eten, voelen, ruiken en proeven.
B
Je bewust worden van wat je hoort, ziet, voelt, ruikt en proeft via je zintuigen.
C
Alles wat een kat hoort, ziet, voelt, vindt en ruikt.
