Dagbesteding - periode 4 - les 4

Dagbesteding - periode 4 - les 4


Hoofdstuk 6 
6.6 t/m 6.9
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
DagbestedingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Dagbesteding - periode 4 - les 4


Hoofdstuk 6 
6.6 t/m 6.9

Slide 1 - Tekstslide

Lesagenda
We behandelen deze les:



  • Terugblik
  • Hoofdstuk 6 - 6.6 t/m 6.9
  • Aan  de slag met opdrachten

Slide 2 - Tekstslide

Noem de vier aspecten van dagbesteding bij werk

Slide 3 - Open vraag

Vier aspecten van dagbesteding bij werk 
  • De persoon die aan de dagbesteding meedoet
  • De waarde van dagbesteding
  • De aard van dagbesteding zelf
  • De omgeving waarin de dagbesteding plaatsvindt 

Slide 4 - Tekstslide

Wat is arbeidsrehabilitatie?
timer
0:45
A
De cliënt in staat stellen weer te gaan werken.
B
Solliciteren naar een baan.
C
De cliënt observeren en zijn/haar (on)mogelijkheden vaststellen
D
Op zoek gaan naar betaald of onbetaald werk.

Slide 5 - Quizvraag

Activiteiten aanbieden
Thema 2

Hoofdstuk 6 


Leerdoelen: 
Aan het einde van de les weet je wat sociaal ondernemen inhoudt en weet je het INAA-model in eigen woorden uit te leggen. 

Slide 6 - Tekstslide

Sociaal ondernemen
= ondernemen met een maatschappelijke missie. 

  • Het is een gewone ondernemer met een ondermingsplan en levert een product. 

  • Verschil met een gewone onderneming: geld verdienen is niet het hoofddoel, maar een middel. 

  • Het doel is om van maatschappelijke betekenis te zijn. 

Bv. het Toverbaltheater

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Het INAA-model
Het toverbaltheater heeft een eigen methodiek ontwikkeld: INAA-model (inclusion, natural, artistic, attitude model).

--> is een methodiek waarin het draait om een natuurlijke, eigenwijze manier van werken aan een inclusieve omgeving met de kracht van kunstzinnige middelen. 

I staat voor inclusie --> gelijke waardering van alle individuen / leren zien waar toegankelijkheid en participatie belemmeringen ondervinden en hier uitdagingen van maken waar allen profijt van hebben.

N staat voor Natural --> reageren vanuit je zijn is essentieel / wees jezelf , wees natuurlijk en luister naar jezelf

A staat voor artistic --> iets doen vanuit plezier en bezieling zoals: theater, muziek, dans etc. 

A staat voor attitude --> het zien van kansen is een attitude / een drive om iedere dag opnieuw te bepalen hoe je verkiest te kiezen.  Bekijk voor jezelf figuur 6.4 op blz. 122 in je theorieboek. 
 

Slide 9 - Tekstslide

Arbeidsmatige dagbesteding
  • Zelfvertrouwen;
    Risico's durven nemen --> beginnen met een idee of een voorstel doen
  • Empathie;
    Nodig om te achterhalen wat de behoeften van bijvoorbeeld een klant is bij wie jouw cliënt aan de slag zou kunnen.
  • Lef en creativiteit;
    Ideeën uitbouwen om het tot een succes te brengen.
  • Doorzettingsvermogen en besluitvaardigheid. 
    Dit heb je nodig wanneer het even tegenzit. 


Slide 10 - Tekstslide

De nabije toekomst van dagbesteding
Instelling naar samenleving --> werken kreeg nog niet zo lang geleden helemaal geen aandacht. 
Dagactiviteitencentra alleen op eigen terrein.

Nieuwe slimme combinaties:
  • Menging type problematiek
  • Menging kwetsbare en niet-kwetsbare burgers
  • Combineren van verschillende doelen in één vorm van dagbesteding.
Organisatorische verschuivingen:
  • Inzetten op verschillende voorzieningen
  • Zoeken naar nieuwe samenwerkingsvormen
  • Actief verbinding maken tussen zorg en welzijn
  • Actief verbinding leggen tussen WMO en Participatiewet. 


Slide 11 - Tekstslide

De nabije toekomst van dagbesteding
Dagbesteding wordt dichterbij georganiseerd
Organiseren van voorzieningen dichtbij de deelnemers en vervoerkosten besparen
Zoeken naar begeleiding die tegemoetkomt aan de wensen van mensen

Deelnemers gaan zelf dagbesteding invullen
  • Vrijwel alle projecten benoemen uitgaan van de kracht en de competenties van deelnemers;
  • Ontwikkeling van talenten als doel van de dagbesteding;
  • Stimuleren van eigen initiatief, als richting in de dagbesteding;
  • Sociaal ondernemerschap en dagbesteding. 

Slide 12 - Tekstslide

Welke arbeidsmatige dagbesteding kun jij bedenken?

Slide 13 - Open vraag

Uit de praktijk
Support & co 
In kleine dorpskernen en stadswijken waar de leefbaarheid onder drukt staat, houden zij veel supermarkten draaiende door in te zetten op kleinschalige service en producten van uitstekende kwaliteit én door kansen te bieden aan mensen met afstand tot de arbeidsmarkt

Tegenprestatie
Betekent een onbetaalde maatschappelijk nuttige activiteit bij bijvoorbeeld een school, sportvereniging of in een buurthuis. Moet nuttig zijn voor de samenleving maar ook voor de persoon zelf

Slide 14 - Tekstslide

Noem een voorbeeld van een taak van een mantelzorger en een vrijwilliger

Slide 15 - Open vraag

Zorgboerderijen
  • Zorgboerderijen zijn niet meer weg te denken
  • Een concept waar werk en zorg op een natuurlijk wijze bij elkaar komen. 
  • 15.000 cliënten vinden er hun dagbesteding.

De boer als sociale ondernemer
Belangrijke punten --> betrokken houding boer en boerin, de sociale gemeenschap, zinvol en divers werk, een informele sfeer en een groene omgeving
Productie- of zorggericht
Deelnemers met een zorgvraag werken mee op de boerderij of zijn aanwezig en genieten van de omgeving. 
Achtergrond zorgboerderijen
De landbouw moet een nieuwe balans vinden tussen economische en maatschappelijke aspecten. 
De rol van de beroepskracht maatschappelijke zorg
Bent zowel verantwoordelijk voor de cliënt en dier. 

Slide 16 - Tekstslide

Aan de slag!
Online leeromgeving: Thema 3
Hoofdstuk 6
Opdracht 1 t/m 7

Laatste 10 minuten van de les terug!

Slide 17 - Tekstslide