Lezen: Les 1

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Welkom!

Ga rustig zitten en pak alvast je spullen erbij.

Vooruitblik

• Komende weken gaan we aan de slag met lezen. 

• De antwoorden van de vragen schrijf je in je schrift. 

• Nog geen leesboek? Ga dan snel op zoek!

Lesdoelen

Aan het eind van deze les...

• ... ken je de vier leesstrategieën.
• ... kun je jouw manier van lezen en luisteren aanpassen aan het leesdoel.

Wat is een strategie?

• Wie kent het woord strategie?

• Wat zou een leesstrategie kunnen zijn?

• Er zijn verschillende manieren om een tekst te lezen. Als je snel wilt weten of een tekst interessant is, lees je op een andere manier dan wanneer je op de website van de bibliotheek opzoekt wat de openingstijden zijn.

Leesstrategieën

Afhankelijk van je leesdoel, kies je een strategie:

Oriënterend lezen 
Globaal lezen 
Precies lezen 
Zoekend lezen

Oriënterend lezen 

Voordat je een tekst gaat lezen, bekijk je eerst de tekst en de plaatjes. Je leest het begin (de eerste alinea) van de tekst.

Dit heet oriënterend lezen, ook wel 'skimmen' genoemd.

Doel = vaststellen waar de tekst over gaat (het onderwerp vinden).

Globaal lezen

Als je op zoek gaat naar de hoofdzaken van een tekst, ga je globaal lezen.

Je leest de eerste en laatste zin van de alinea's.

Doel = vaststellen welke kanten van het onderwerp worden besproken.

Zoekend lezen

Als je in een tekst het antwoord op een vraag zoekt, ga je zoekend lezen.

Je let op tussenkopjes, anders gedrukte woorden en opvallende tekens (bolletjes, nummers en sterretjes).

Doel = bruikbare informatie in een tekst vinden.

Precies lezen

Als je een tekst écht goed wil begrijpen om bijvoorbeeld een samenvatting te maken, dan lees je de tekst nauwkeurig van het begin tot het eind.

Je doel is vooral om de tekst goed te snappen en 

om de betekenis van eventuele moeilijke woorden

te ontdekken.

Hoe werk je in je schrift?

Hoe schrijf je de antwoorden in je schrift?

1. Noteer de paragraaf van de les bovenaan de pagina: 1.1

2. Noteer voor de kantlijn het opdracht nummer: opdr. 1

3. Noteer op de volgende regel het nummer van de vraag: 1. .....

Kijk mee naar het voorbeeld op de volgende dia. 

<-- paragraaf. 

<-- opdracht nummer.

<-- nummer van de vraag, daarachter het antwoord. 

Zelf aan de slag

Je leest en maakt H1, par. 1, opdr. 1 en 2 (p. 10 - 11). 

Ben je klaar?

1. Kijk je werk zorgvuldig na + verbeter waar nodig.

2. Huiswerk ander vak afmaken.

3. Leren toets / lezen.