4. opgepakt en dan

4 opgepakt en dan?
vragen vorige week?
- anomietheorie
- bindingstheorie
- rationele keuze theorie
- etiketten theorie
- neutraliseringtheorie
uitleg paragraaf 4
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

4 opgepakt en dan?
vragen vorige week?
- anomietheorie
- bindingstheorie
- rationele keuze theorie
- etiketten theorie
- neutraliseringtheorie
uitleg paragraaf 4

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen deze les
-Je kan 3 bevoegdheden benoemen van de politie.
-Je kan de 3 mogelijkheden benoemen die een officier van justitie kan gebruiken adhv een proces-verbaal.
-Je kan je mening vormen over de tegenstelling                  vrijheid-veiligheid en punten van beide kanten afwegen.

Slide 2 - Tekstslide

Begrippen:
1. Verdachte
2. Fouileren
3. Proces-verbaal
4. Halt
5. Officier van justitie
6. Openbaar Ministerie
7. Seponeren
8. Schikken
9. Vervolgen

Slide 3 - Tekstslide

Een verdachte
Verdachte: iemand van wie de politie denkt dat hij iets strafbaars heeft gedaan.

De verdachte is de persoon die de politie bij een misdrijf als eerste probeert te vinden.
VB: De verdachte - Jos B.
Zaak Nicky Verstappen:
- Vermoeden van schuld.
- Onschuldig tot het tegendeel is bewezen.
- Privacy (B. en zwarte balk)

Slide 4 - Tekstslide

Wat mag de politie?
  • Je fouilleren
  • Je arresteren
  • Je huis onderzoeken
  • Zijn hier nog verdere regels aan verbonden?

Slide 5 - Tekstslide

Fouilleren
  • Bij een preventief fouilleer actie.
  • Als je bent aangehouden: om te kijken of je geen wapens bij je hebt.
  • Als je bent aangehouden omdat je geen ID wilde tonen: om te kijken of je een ID bij je hebt. 
  • Als de politie aanwijzingen heeft dat je wapens/drugs bij je hebt.
  • Op Schiphol: altijd.

Slide 6 - Tekstslide

Arresteren
  • Op heterdaad betrapt
  • Werk/thuis/na een brief van de politie
  • Je wordt meegenomen naar het politiebureau voor verhoor.
  • De politie mag je in het begin 9 uur vasthouden op het politiebureau (dit kan door allemaal regelingen langer worden).

Slide 7 - Tekstslide

Huiszoekingsformulier
Je huis onderzoeken
  • De politie moet altijd een huiszoekingsbevel hebben
  • Behalve
  • Als de wapenwet wordt overteden
  • Als de opiumwet wordt overtreden

Slide 8 - Tekstslide

Proces verbaal
Als de politie klaar is met het onderzoek wordt er een proces verbaal geschreven. Dit is een speicaal politieverslag over het midsrijf en de verdachte. Dit wordt ook altijd in je dossier gestopt.

Slide 9 - Tekstslide

Tussen de 12 en 18 jaar. De straf heeft ook altijd iets te maken met het misdrijf en wordt meestal bij kleine misdrijven ingezet. 

Slide 10 - Tekstslide

Officier van justitie
Als de zaak niks voor halt is dan gaat het proces verbaal naar de officier van justitie en die beslist dan wat hij er verder mee gaat doen. Hij heeft drie mogelijkheden.
  • Seponeren
  • Schikking
  • Vervolgen

Slide 11 - Tekstslide

Seponeren
Seponeren betekent dat de verdachte niet voor de rechter hoeft te komen en dan ook geen straf krijgt. Seponeren kan gebeuren als er te weinig bewijs is om de verdachte te vervolgen. Of als de dader al gestraft is. 

Slide 12 - Tekstslide

Schikking
Bij kleine zaken kan er ook gekozen worden voor een schikking dat is een afspraak tussen de officier van justitie en de verdachte. Vaak is dit een bepaald geld bedrag. (je ziet dit ook veel bij belastingontduiking)

Slide 13 - Tekstslide

Vervolgen
Als het bewijs toereikend genoeg is kan de officier van justitie overgaan tot vervolgen van de verdachte. Dat houdt in dat de verdachte voor de rechter moet verschijnen en de rechter gaat dan beslissen of er ook daadwerkelijk een straf komt.

Slide 14 - Tekstslide

Bijzondere maatregelen van de politie
Bijzondere maatregelen: Iemand oppakken voordat hij iets strafbaars heeft gedaan of een buurt afluisteren.

Terreurverdachte zijn vaak de aanleiding voor bijzondere maatregelen

Slide 15 - Tekstslide

Terugkoppeling
- Wanneer ben je een verdachte?
- Welke 3 bevoegdheden heeft de politie?
- Welke 3 mogelijkheden heeft een officier van justitie?

Slide 16 - Tekstslide

Zelfstandig aan het werk
Maken paragraaf 9.4

Slide 17 - Tekstslide