Les 13 - Europese samenwerking
1 / 26
Lesduur is: 50 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Europa heeft een leger.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 12 - Quizvraag
Montenegro, Servië en Albanië zijn ook lid van de Europese Unie.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 13 - Quizvraag
De EU beslist welke informatie er op een flesje frisdrank staat.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 14 - Quizvraag
Het Europees Parlement heeft evenveel macht als de nationale parlementen.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 15 - Quizvraag
Jouw middelbareschooldiploma is niet geldig in een andere EU-lidstaat.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 16 - Quizvraag
Rietjes, bestek en bakjes mogen niet meer van plastic zijn in de EU vanaf januari 2021.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 17 - Quizvraag
Turkije is sinds kort lid van de Europese Unie.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 18 - Quizvraag
Nederland is armer geworden door de EU.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 19 - Quizvraag
In de EU kun je bijna overal vrij reizen.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 20 - Quizvraag
Je hebt een werkvergunning nodig om in een ander EU-land te gaan werken.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 21 - Quizvraag
De doodstraf is in sommige EU-landen toegestaan.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 22 - Quizvraag
De uitvoerende macht van de EU ligt bij de Europese Commissie.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 23 - Quizvraag
De Europese Unie telt na de brexit 27 lidstaten.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 24 - Quizvraag
Bulgarije, Roemenie en Kroatie zijn de laatste landen die lid werden van de Europese Unie.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 25 - Quizvraag
Als je als staat lid bent van de Europese Unie, gebruik je de euro als nationale munt.
A
Waar
B
Niet waar
