Past simple + Past continuous (self-practise)

Present tenses 
English practise
With Ms Frijns
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Present tenses 
English practise
With Ms Frijns

Slide 1 - Tekstslide

Let's practise the tenses!
In these slides, you are presented with exercises and explanations on:
  • The Past simple
  • The Past continuous

Do the exercises and take notes! You are expected to know this for the next couple lessons.

Slide 2 - Tekstslide

Past Simple: What do you remember?

Slide 3 - Tekstslide

Read the following past simple sentences:

  • Yesterday, I played the piano with the orchestra.
  • We went to see the ice hockey game last night. 
  • Did you see the Planet Earth documentaries?
  • She didn't tell me that she is pregnant!

Slide 4 - Tekstslide

Next slide: 
Horen de regels wel of niet bij de past simple?

Slide 5 - Tekstslide

Klopt! 
Klopt niet! 
Een regelmatige past simple (+) eindigt altijd op -ed
Onregelmatige vormen moet je uit je hoofd leren
Je gebruikt de past simple voor dingen die altijd waar zijn. 
Je ontkent een past simple door 'didn't + het hele werkwoord' te gebruiken 
Je maakt vragen in de past simple door 'did' vooraan de zin te zetten.
In de past simple staat altijd een tijdsbepaling

Slide 6 - Sleepvraag

The Past Simple: Gebruik en vorm
Wanneer gebruik je de past simple?
  • Je gebruikt de past simple wanneer iets in het verleden is gebeurt en nu is afgelopen. 
  • Als er een tijdsbepaling in de zin staat. (yesterday, last night etc.)


Slide 7 - Tekstslide

The Past Simple: Gebruik en vorm
Wanneer gebruik je de past simple?
  • Je gebruikt de past simple wanneer iets in het verleden is gebeurt en nu is afgelopen. 
  • Als er een tijdsbepaling in de zin staat. (yesterday, last night)
Hoe ziet de Past Simple eruit?
  • Bij regelmatige werkwoorden (regular verbs):
        ww + ed (bv. stay - stayed, walk - walked)

Slide 8 - Tekstslide

The Past Simple: Gebruik en vorm
Wanneer gebruik je de past simple?
  • Je gebruikt de past simple wanneer iets in het verleden is gebeurt en nu is afgelopen. 
  • Als er een tijdsbepaling in de zin staat.(yesterday, last night)
Hoe ziet de Past Simple eruit?
  • Bij regelmatige werkwoorden (regular verbs):
        ww + ed (bv. stay - stayed, walk - walked)

Slide 9 - Tekstslide

The Past Simple: Gebruik en vorm
Wanneer gebruik je de past simple?
  • Je gebruikt de past simple wanneer iets in het verleden is gebeurt en nu is afgelopen. 
  • Als er een tijdsbepaling in de zin staat.
Hoe ziet de Past Simple eruit?
  • Bij regelmatige werkwoorden (regular verbs):
        ww + ed (bv. stay - stayed, walk - walked)

Let op!
Onregelmatige werkwoorden hebben een andere vorm!

Slide 10 - Tekstslide

Let's Practise!

Slide 11 - Tekstslide

Put the following sentence in the past simple:
Shaila ... (drop) her son off at school.
A
dropped
B
was dropped
C
was dropping
D
were dropping

Slide 12 - Quizvraag

Put the following sentence in the past simple:
Nora ... (plan) to go to Thailand during the summer.
A
planned
B
was dropping
C
were dropping

Slide 13 - Quizvraag

Past simple regular verbs

Past simple irregular verbs
run
stop
know
jump
buy
come

Slide 14 - Sleepvraag

Past simple regular verbs

Past simple irregular verbs
swim
walk
drink
cook
give
have
see
catch
call
put

Slide 15 - Sleepvraag

Put the following sentence in the past simple:
I ... (teach) myself to play the piano.
A
teached
B
taught
C
teacht
D
taucht

Slide 16 - Quizvraag

Put the following sentence in the past simple:
Zoe ... (cry) when she first saw Titanic.
A
cryed
B
cryet
C
cried
D
criet

Slide 17 - Quizvraag

Put the following sentence in the past simple:
Andrea ... (travel) all the way to Marokko.
A
traveled
B
travelled
C
travelt
D
travellet

Slide 18 - Quizvraag

Put the following sentence in the past continuous:
I ... (try) to help!
A
tried
B
was trying
C
was trying
D
were trying

Slide 19 - Quizvraag

Next exercises
Zet bij de volgende opdracht de zin in de past simple in een (1) bevestigende, (2) vragende en (3) negatieve zin. 
Dus zo:
"I ... (forget) to take out the trash yesterday."

1. I forgot to take out the trash yesterday.
2. Did I forget to take out the trash yesterday?
3. I didn't/ did not forget to take out the trash yesterday. 

Slide 20 - Tekstslide

Drake ... (perform) on stage last night.

Slide 21 - Open vraag

The woman ... (steal) the ring last week.

Slide 22 - Open vraag

The dancers ... (be) tired after the concert.

Slide 23 - Open vraag

Past Continuous: what do you remember?

Slide 24 - Tekstslide

Past Continuous
Hoe maak je de past continuous?
Wanneer gebruik je de past continuous

Slide 25 - Tekstslide

The Past Continuous: gebruik
Adam was doing his homework. 
They were building a treehouse. 
I was telling a story.

Hoe maak je de Past Continuous?

    Slide 26 - Tekstslide

    The Past Continuous: vorm
    Adam was doing his homework. 
    They were building a treehouse. 
    I was telling a story.

    Hoe maak je de Past Continuous?
    to be (was/were) + hele ww + ing

      Slide 27 - Tekstslide

      The Past Continuous: vorm
      Adam was doing his homework. 
      They were building a treehouse. 
      I was telling a story.

      Hoe maak je de Past Continuous?
      to be (was/were) + hele ww + ing
        Het lijkt op de present continuous!
        'Adam is doing his homework.'

        Slide 28 - Tekstslide

        The Past Continuous: gebruik
        Adam was doing his homework. 
        NL: 

        Wanneer gebruiken we de Past Continuous?


        NL:

          Slide 29 - Tekstslide

          The Past Continuous: gebruik
          Adam was doing his homework. 
          NL: Adam was zijn huiswerk aan het doen. 

          Wanneer gebruiken we de Past Continuous?


          NL:   was/waren aan het….

            Slide 30 - Tekstslide

            The Past Continuous: gebruik
            Adam was doing his homework. 
            NL: Adam was zijn huiswerk aan het doen. 

            Wanneer gebruiken we de Past Continuous?
            Je gebruikt de past continuous om te vertellen over iets in het verleden dat langere tijd heeft aangehouden
            NL:   was/waren aan het….

              Slide 31 - Tekstslide

              Past Simple vs Past Simple

              Slide 32 - Tekstslide

              Past Simple vs Past Simple
              Past Simple:
              • Je gebruikt de past simple wanneer iets in het verleden is gebeurt.
              • Als er een tijdsbepaling in de zin staat. (yesterday, last night)
              Past continuous:
              • Wanneer iets in het verleden is gebeurt en een tijdje heeft geduurd.

              Slide 33 - Tekstslide

              Past Simple vs Past continuous
              Grandmother called while I was cleaning my room.


              Past Simple: 
              Past Continuous:





              Slide 34 - Tekstslide

              Past Simple vs Past Continuous
              Grandmother called while I was cleaning my room.


              Past Simple: 
              Past Continuous:





              Slide 35 - Tekstslide

              Past Simple vs Past Continuous
              Grandmother called while I was cleaning my room.


              Past Simple: 
              Past Continuous:





              Slide 36 - Tekstslide

              Past Simple vs Past Continuous
              Grandmother called while I was cleaning my room.
              Grandmother was calling while I cleaned my room.

              Past Simple: 
              Past Continuous:





              Slide 37 - Tekstslide

              Past Simple vs Past Continuous
              Grandmother called while I was cleaning my room.
              Grandmother was calling while I cleaned my room. (INCORRECT)

              Past Simple: 
              Past Continuous:





              Slide 38 - Tekstslide

              Past Simple vs Past Continuous
              Grandmother called while I was cleaning my room.
              Grandmother was calling while I cleaned my room. (INCORRECT)

              Past Simple: 
              Past Continuous:





              Lange gebeurtenis
              Korte gebeurtenis

              Slide 39 - Tekstslide

              Past Simple vs Past Continuous
              Grandmother called while I was cleaning my room.
              I was speaking when when I clapped
              I was walking when I jumped





              Lange gebeurtenis
              Korte gebeurtenis

              Slide 40 - Tekstslide

              Below you see different activities. Make three sentences. Use two activities per sentence: one in the past simple and one in the past continuous. Write them down on the next slide. 
              Example sentence: "I was cooking spaghetti when the teacher arrived."
              grandma calls
              alarm goes off
              cook spaghetti
              watch TV
              doorbell rings
              song starts
              teacher arrives
              drink coffee
              study maths
              break leg
              swim in sea

              Slide 41 - Tekstslide

              Make sentences. Each sentence should contain the past simple and the past continuous.
              Use the previous slide.

              Slide 42 - Open vraag