1.3 English - 3A: Recap 12.2+12.3+12.4

Period 1.3 English 
 
Chapter 12: 

12.2+12.3+12.4: Recap

Lesson 3A
NU Engels
Hongkong
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Period 1.3 English 
 
Chapter 12: 

12.2+12.3+12.4: Recap

Lesson 3A
NU Engels
Hongkong

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

GOALS
- you practice the different grammar topics from chapter 12

- you practice the words from the vocabulary list chapter 12

- you test your knowledge of chapter 12 by making and doing a mini-test
  



Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Grammar 

- spelling: basic rules
- some/any/every/no
- articles: a/an

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

write the plural form of:
tomato

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

write the plural form of:
bus

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

write the -ing form of:
to spy (verb)

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

He gave me (some / any) money.
A
some
B
any

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Is there (some/any) bread left?
A
some
B
any

Slide 10 - Quizvraag

This is a real question
I don't know if there is bread left
He paid me . . . attention.
A
no
B
none
C
not any

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Articles
a/an
the

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je gebruik AN als een woord begint met een . . .
A
klinker
B
medeklinker
C
klinker-klank

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

She's a head coach of our hockey team.
A
correct
B
wrong

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

wrong
She's a head coach of our hockey team.

Unieke functie, er is namelijk maar 1 hoofd coach!

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

The English are shocked by the death of their Queen.
A
correct
B
wrong

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

correct
The English are shocked by the death of their Queen.

geen lidwoord voor leden van een groep
wel een lidwoord voor een groep als geheel


Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Both the brothers became electricians.
A
correct
B
wrong

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

correct
Both the brothers became electricians.

geen the na both (beide) en all (alle, de hele) of voor most (de meeste)

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

The most customers buy Samsungs.
A
correct
B
wrong

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

wrong
The most customers buy Samsungs.

Geen the voor most.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

He lived quite close to the prison.
A
correct
B
wrong

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

correct
He lived quite close to the prison.

Je bedoelt het gebouw.

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

geen THE bij hospital, school, prison, college, 
university en church 
als je denkt aan het gebruik van de gebouwen
Take me to hospital right now, my leg is broken.

 en niet aan de gebouwen zelf
Turn right at the prison.

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

The Queen of England also went to school.
A
correct
B
wrong

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

correct
The Queen of England also went to school

Er is maar 1 koningin.
Zij ging ook naar school, niet het gebouw. 

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mini-test
- Make a vocabulary assignment: 
5 words English         Dutch
5 words Dutch         English
- Make 3 grammar assignments:
2 sentences - spelling: basic rules
2 sentences - some/any/every/no
2 sentences - articles: a/an

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mini-test

- do your neighbours' Mini-test 
- discuss the answers

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies