Dodecafonie (Grieks: δώδεκα dṓdeka = twaalf en φωνή phōnḗ = stem, geluid, toon) of twaalftoonstechniek ("twaalftoonsmuziek") is een compositiemethode in de muziek die in 1923 ontwikkeld werd door Arnold Schönberg. Dus geen klassieke toonladder van zeven tonen, maar van twaalf. De gedachte achter de dodecafonie werd door Schönberg als volgt omschreven: "Zwölf nur auf einander bezogene Töne", waarmee de componist een soort absolute muziek bedoelde, zonder referenties aan buitenmuzikale inhouden (programmamuziek).