Prepositions

Grammar: Prepositions
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Grammar: Prepositions

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Goal





After this lesson you are able to use prepositions correctly. We are getting ready for the writing test. 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Prepositions of time

on (dagen / data) 
at (tijdstippen + feestdagen & weekend)
in (dagdelen / jaren / maanden / seizoenen)
since (sinds) from ... to/until (van ... tot) 
within (binnen) before (voor)
 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Which preposition is correct?
I have a meeting ... noon today.
A
on
B
by
C
at
D
in

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Which preposition is correct?
I finish school early ... Wednesdays.
A
on
B
by
C
at
D
in

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Which preposition is correct?
Mobile phones were invented ... the eighties.
A
on
B
by
C
at
D
in

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

The meeting will take place........ 2:00 PM ....... 21 October.
A
on / in
B
on / at
C
in / on
D
at / on

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ensure all documentation is completed ........ the deadline....... 1 December.
A
within / on
B
after / in
C
before / on
D
after/ on

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

The project must be finalized ..........two weeks of receiving approval.
A
during
B
within
C
by
D
on

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

We will review the proposal ....... the first week of October.
A
at
B
on
C
past
D
during

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Prepositions of place

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Prepositions of movement
across (over) onto (boven op) up (omhoog) down (omlaag)
into (naar binnen) out of (naar buiten) past (langs)
around (omheen) towards (naar toe) through (door heen)
off (van af) under (onder) over (over) to (naar)
from (van weg) 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Prepositions of place: troublesome
Beside = next to, at the side of, by.
Example: Amanda sat beside the old man during dinner. 

Besides =  as well as, in addition to. 
Example: What else are you studying besides English?

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Which preposition is correct?
Don't be shy, you're ... friends here!
A
between
B
under
C
among
D
by

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Which preposition is correct?
The Netherlands is ... sea level.
A
below
B
under
C
beyond
D
by

Slide 15 - Quizvraag

In het NL zou je zeggen: onder zee niveau

In het Engels is de regel: 
under = er is direct iets onder het object
The paper is hidden under the rock

below = onder in de zin van op een lager niveau.

Which preposition is correct?
I have got plenty of other things to do ... talking to you

A
beyond
B
beside
C
along
D
besides

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Which preposition is correct?
She studies ... a famous university.
A
in
B
at
C
on
D
by

Slide 17 - Quizvraag

Buildings

in: wanneer je het hebt over het gebouw zelf
at:  wanneer je het hebt over de functie van het gebouw. 
Where do you come ...?
A
at
B
by
C
for
D
from

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

My cousins live ... Norway.
A
on
B
in
C
at
D
by

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

My birthday is ... 2 February.
A
at
B
in
C
by
D
on

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

There is a bridge ... the water.
A
over
B
across
C
by
D
on

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

I am going to finish my homework ... school.
A
at
B
on
C
by
D
to

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

A comes ... B in the alphabet.
A
before
B
for
C
with
D
after

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Congratulations ... your new job!
A
on
B
for
C
with
D
to

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

So how do you feel about the prepositions now?
easy peasy lemon squeezy
note sure yet
difficult
aaargh...

Slide 25 - Poll

Deze slide heeft geen instructies