Vitale functies

Lesdoel
Je kunt vitale functies meten bij je cliënten. Waarden interpreteren. 

N.B. Om te begrijpen wat normale en afwijkende vitale functies zijn, moet je enige kennis van het circulatie-, stofwisselings- en ademhalingssysteem hebben.
1 / 53
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verzorging week 9MBOStudiejaar 2

In deze les zitten 53 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 9 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Lesdoel
Je kunt vitale functies meten bij je cliënten. Waarden interpreteren. 

N.B. Om te begrijpen wat normale en afwijkende vitale functies zijn, moet je enige kennis van het circulatie-, stofwisselings- en ademhalingssysteem hebben.

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Link

Zorgpad: 

Basi. Persoonlijke zorg.
Hoofdstuk 10: vitale functies 
Wat zijn de vitale functies?
A
Hartfrequentie, bloeddruk, saturatie, temperatuur en bewustzijn
B
Hartfrequentie, bloeddruk, ademhaling, temperatuur en urineproductie
C
Hartfrequentie, bloeddruk, ademhaling, temperatuur en het 'niet pluis gevoel'
D
Hartfrequentie, bloeddruk, ademhaling, temperatuur en bewustzijn

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn de vitale functies?
Ademhaling
Bewustzijn
Circulatie: pols en bloeddruk
Temperatuur

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vitale functies komt van 'vita'
Wat betekent 'vita'
A
Belangrijk
B
Krachtig
C
Leven
D
Vitamine

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom meten we vitale functies?

Slide 6 - Woordweb

Vitale functies zorgen ervoor dat wij in leven blijven. Als er problemen zijn met de vitale functies kan er bijvoorbeeld een ziekte zijn die behandeld moet worden door een dokter.
Het compleet wegvallen van een vitale functie is levensgevaarlijk!
Waarom worden de vitale functies in een grafiek weergegeven?

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht:
Bestudeer in zorgpad de kwaliteiten van de ademhaling. 
Zorg dat je kennis hebt van de observaties.
Lees het stappenplan ademhaling.
Oefen de vaardigheid op een medestudent. 

Slide 10 - Tekstslide

Daarom tel je de ademhaling altijd in combinatie met het tellen van de pols. Bij het tellen van de ademhaling houd je de pols vast op de borst van de zorgvrager, zodat je ook de beweging van de in- en uitademing voelt.
Zoek in zorgpad op wat de volgende begrippen betekenen?

Apnoe :
Cheyne Stokes:
Kussmaul:
Cyanose:
Stridor
Dyspnoe:
Tachypnoe:



Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Observatie ademhaling
  • Frequentie (30 sec, tellen, x 2 = ah/min.)
  • Diepte en gelijkmatigheid
  • Ritme of regelmaat
  • Geluid
  • Kleur van de zorgvrager

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de normale ademfrequentie van een volwassene?
A
15 - 20 x/min.
B
20 - 25 x/min.
C
40 - 60 x/min.
D
60 - 80 x/min.

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht:
Bestudeer in zorgpad de kwaliteiten van de pols. Test je kennis. 
Zorg dat je kennis hebt van de observaties.
Lees het stappenplan pols tellen.
Oefen de vaardigheid op een medestudent. 

Slide 16 - Tekstslide

De frequentie van de pols: wat is het aantal slagen per minuut?
De regelmaat van de pols: is de pols regelmatig of niet?
De gelijkmatigheid van de pols: zijn de polsslagen gelijk gevuld?
De kracht van de pols: is de polsslag al of niet heftig?
Zoek in zorgpad op wat de volgende begrippen betekenen?


bradycardie/tachycardie
diastolisch/ systolisch
regulair/ irregulair

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke kwaliteit meet je als je tussen de pauzes observeert?
A
gelijkmatigheid
B
ritme en regelmaat
C
frequentie
D
spanning en volume

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Pols tellen: wat observeer je?
  • Frequentie (60 - 100 x per minuut)
  • Gelijkmatigheid
  • Ritme, regelmaat
  • Spanning en volume (vulling)

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2

Slide 20 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht:
Bestudeer in zorgpad de circulatie. Test je kennis. 
Lees het stappenplan bloeddruk meten.
Oefen de vaardigheid bij een medestudent. 

Slide 21 - Tekstslide

De frequentie van de pols: wat is het aantal slagen per minuut?
De regelmaat van de pols: is de pols regelmatig of niet?
De gelijkmatigheid van de pols: zijn de polsslagen gelijk gevuld?
De kracht van de pols: is de polsslag al of niet heftig?
Bloeddruk
  • Bovendruk (systole): druk in de bloedvaten als het hart samentrekt
  • Onderdruk (diastole): druk in de bloedvaten als het hart ontspant
  • Weergeven in mm Hg = millimeter kwik
  • RR (Riva Rochy) of tensie

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afwijkende bloeddruk
  • Hypertensie (vaker dan 1x gemeten):
  • Systole > 140 mm Hg (> 80 jaar > 160 mm Hg)
  • Diastole > 90 mm Hg
  • Hypotensie


Slide 23 - Tekstslide

Bloeddruk is de druk in de bloedvaten.
Als het hart samentrekt, gaat het bloed het lichaam in. De druk in de bloedvaten is dan op z’n hoogst. Dat heet de bovendruk systole.
Als uw hart daarna weer ontspant, ontstaat er een lagere druk. Dat heet de onderdruk/diastole.
De bloeddruk verandert steeds. Als je hard rent, is de bloeddruk hoger dan als je rustig zit.
3

Slide 24 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Saturatiewaarden
  • Normaal 96 - 100%
  • Bij COPD, hartfalen: 92 - 100%

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ter verdieping:
Filmpjes van youtube

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je nu wat je voor de les nog niet wist?

Slide 28 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed begrepen hebt.

Slide 29 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik vond de les...
😒🙁😐🙂😃

Slide 30 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Temperatuur meten
  • Rectaal (rectum)
  • Axillair (oksel) + 0,5
  • Oraal (mond) + 0,3
  • Tympanisch (oor) of auraal
  • Voorhoofd met infrarood

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een goede waarde voor de zuurstofsaturatie?
A
36 - 40%
B
56 - 60%
C
76 - 80%
D
96 - 100%

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat meet je met de saturatiemeter?
A
Ademfrequentie
B
Hoeveel lucht iemand inademt
C
% zuurstof dat aan rode bloedcellen is gebonden
D
% zuurstof dat zich in de longen bevindt

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de normale hartfrequentie van een volwassene?
A
20 - 60 x/min.
B
40 - 80 x/min.
C
60 - 100 x/min.
D
80 - 120 x/min.

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de hartfrequentie van deze dame?
A
15 x/min.
B
20 x/min.
C
60 x/min.
D
80 x/min.

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe veel cm. moet de manchet boven de elleboogplooi worden aangebracht?
A
0 cm.
B
2 - 3 cm.
C
3 - 4 cm.
D
4 - 5 cm.

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat hoor je bij de eerste harttoon?
A
De bovendruk
B
De polsdruk
C
De onderdruk
D
De hartdruk

Slide 37 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat kun je zeggen over de bloeddruk van deze mevrouw?
A
Ze heeft hypertensie
B
Ze heeft een normale bloeddruk
C
Ze heeft hypotensie

Slide 38 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Lichaamstemperatuur
  • Normaal: 36.0 – 37.4 ºC
  • Verhoging: 37.5 – 37.9 ºC
  • Koorts: > 38.0 – 40.0 ºC
  • Hyperthermie: > 40 ºC
  • Onderkoeling (hypothermie): < 35.0 ºC

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je over een koude rilling?

Slide 40 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

1

Slide 41 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Hoe heet het als je de temperatuur meet in het oor?
A
Axillair
B
Oraal
C
Rectaal
D
Timpanisch

Slide 42 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat kun je zeggen over
de temperatuur op deze thermometer?
A
Hypothermie
B
Koorts
C
Normaal
D
Verhoging

Slide 43 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 44 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Bewustzijn
hulpmiddelen :
Glasgow coma scale ( zie dia hieronder en zorgpad)
DOSS ( Delirium Observatie Screening Schaal)

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 46 - Link

Deze slide heeft geen instructies

3

Slide 47 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Oefenen..........

Slide 48 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de score van een zorgvrager die bij aanspreken de ogen opent?
A
E 2
B
E 3
C
M 2
D
M 3

Slide 49 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de score van een zorgvrager die beide duimen in de lucht steekt als dat wordt gevraagd?
A
M 1
B
M 6
C
V 1
D
V 6

Slide 50 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de score van een zorgvrager die niet weet waar hij is en welke dag het is?
A
V 1
B
V 2
C
V 4
D
V 5

Slide 51 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 52 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Succes met de toets!

Slide 53 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies