1cd: vz les 2

Vandaag 
  • Herhalen vz
  • Herhalen woordsoorten tot nu toe
  • Tijd om te werken aan creatieve opdracht en schrijfopdracht 7
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Vandaag 
  • Herhalen vz
  • Herhalen woordsoorten tot nu toe
  • Tijd om te werken aan creatieve opdracht en schrijfopdracht 7

Slide 1 - Tekstslide

Taalkundig ontleden is ___ benoemen. [1 woord]

Slide 2 - Open vraag

Een bijvoeglijk naamwoord zegt altijd iets over een:
A
blw
B
olw
C
vz
D
znw

Slide 3 - Quizvraag

Pak je opdracht 14 erbij
En kijk het na met een rode pen

Opdr. 1, blz. 181

Slide 4 - Tekstslide

VOORZETSEL
Op
de
Domtoren
in
Utrecht
heb
je
een
prachtig
uitzicht.

Slide 5 - Sleepvraag

VOORZETSEL
We
gaan
naar
een
nieuw
gebouw
na
de
vakantie

Slide 6 - Sleepvraag

VOORZETSEL
Door
de
drukte
op
straat
botst
de 
vrouw
tegen
iemand
aan

Slide 7 - Sleepvraag

VOORZETSEL
Janet
haalt
haar
portemonnee
uit
het
zijvak
van
haar
rugzak

Slide 8 - Sleepvraag

VOORZETSEL
We
vertrekken
over
een
week
met
de
hele
familie

Slide 9 - Sleepvraag

VOORZETSEL
Meestal
rijden
niet
we
over
de
snelweg
tijdens
spits.
de

Slide 10 - Sleepvraag

Blader door naar blz. 181

Slide 11 - Tekstslide

Hoeveel voorzetsels staan er in zin 1?
[vul cijfer in]
(opdracht 1, blz. 181)

Slide 12 - Open vraag

Antwoord
Voorzetsels: met, in, van, over

Slide 13 - Tekstslide

Hoeveel voorzetsels staan er in zin 2?
[vul cijfer in]
(opdracht 1, blz. 181)

Slide 14 - Open vraag

Antwoord
Voorzetsels: uit, na, op

Slide 15 - Tekstslide

VZ
Ondanks
het
slechte
weer
kwam
de
boot
toch
omstreeks
3 uur
hier
aan

Slide 16 - Sleepvraag

VZ
Wanneer
kijkt
u
die
ontzettend
lastige
toets
over
magnetisme
voor
ons
na

Slide 17 - Sleepvraag

Hoeveel voorzetsels staan er in zin 5?
[vul cijfer in]
(opdracht 1, blz. 181)

Slide 18 - Open vraag

Antwoord
Voorzetsels: per, naar, in

Slide 19 - Tekstslide

Nog even oefenen met taalkundig ontleden

Slide 20 - Tekstslide

Schrijf in je schrift
Noteer de vijf lidwoorden en de elf zelfstandige naamwoorden. 


Ongeveer 5000 jaar geleden hebben de oude Egyptenaren de eerste piramides gebouwd. Dat waren grote bouwwerken waaraan ze vaak wel meer dan dertig jaar bouwden. Ze gebruikten stenen die 2500 kilo wogen. Deze werden door arbeiders met een slee en een touw naar de bouwplaats getrokken. 
timer
3:00

Slide 21 - Tekstslide

Antwoorden
Noteer de vijf lidwoorden 


Ongeveer 5000 jaar geleden hebben de oude Egyptenaren de eerste piramides gebouwd. Dat waren grote bouwwerken waaraan ze vaak wel meer dan dertig jaar bouwden. Ze gebruikten stenen die 2500 kilo wogen. Deze werden door arbeiders met een slee en een touw naar de bouwplaats getrokken. 

Slide 22 - Tekstslide

Antwoorden
Noteer de elf zelfstandige naamwoorden. 


Ongeveer 5000 jaar geleden hebben de oude Egyptenaren de eerste piramides gebouwd. Dat waren grote bouwwerken waaraan ze vaak wel meer dan dertig jaar bouwden. Ze gebruikten stenen die 2500 kilo wogen. Deze werden door arbeiders met een slee en een touw naar de bouwplaats getrokken. 

Slide 23 - Tekstslide

Schrijf alle voorzetsels uit de volgende zinnen op
  1. Om twaalf uur wensen wij iedereen in onze straat een gelukkig nieuwjaar. 
  2. Op nieuwjaarsochtend zie je langs de weg veel resten van het vuurwerk liggen. 
  3. Naast het voetbalveld hebben jongeren uit het dorp een oude caravan, kerstbomen en resten hout voor het vreugdevuur opgestapeld. 
timer
3:00

Slide 24 - Tekstslide

Antwoorden
Om twaalf uur wensen wij iedereen in onze straat een gelukkig nieuwjaar. 
  • Om, in
Op nieuwjaarsochtend zie je langs de weg veel resten van het vuurwerk liggen. 
  • Op, langs, van
Naast het voetbalveld hebben jongeren uit het dorp een oude caravan, kerstbomen en resten hout voor het vreugdevuur opgestapeld. 
  • Naast, uit, voor

Slide 25 - Tekstslide

Aan de slag
  • Huiswerk voor de volgende les:
    doornemen pv, zinsdeelstrepen, ow, lv

  • Nu:
    - werken aan creatieve opdracht (vandaag inleveren)
    - of schrijfopdracht 7 (volgende week vrijdag inleveren)

Slide 26 - Tekstslide