- Ik weet hoe ik mijn familie moet voorstellen
- Ik weet hoe ik moet zeggen hoe oud ze zijn
- Ik weet hoe ik een eigenschap over hen moet vertellen
Voorbeeld:
C'est ma mère. Elle s'appelle Jolanda.
Elle a cinquante-six ans.
J'ai une mère marrante. Elle est aussi sympa.