Een vragend voornaamwoord (vr.vnw) stelt een vraag. Het staat meestal aan het begin van een vraag of aan het begin van een zin die gemaakt is van een vraag:
– Naar welke film ben je gisteren geweest?
– Monica vroeg met wie ik gisteren naar de film ben geweest.
Vragende voornaamwoorden:
wie, wat, welk(e), wat voor (een)
Slide 8 - Tekstslide
Vragend voornaamwoord
Wie en wat zijn geen vr. vwn als ze terugverwijzen naar een eerder genoemd woord.
- Die leuke docent Frans van wie ik les kreeg, gaat naar een andere school.
Wanneer, hoe, waarom, waarheen zijn geen vr.vnw (het zijn vragende bijwoorden)
Slide 9 - Tekstslide
WELKE opdracht moeten jullie doen?
A
aanw.vnw
B
bn
C
olw
D
vr. vnw
Slide 10 - Quizvraag
Hij bracht ons naar DAT feest
A
aanw. vnw
B
blw
C
vr. vnw
D
olw
Slide 11 - Quizvraag
Het is altijd HETZELFDE liedje met jou.
A
zn
B
blw
C
aanw. vnw
D
olw
Slide 12 - Quizvraag
Benoem de woordsoort
kies uit: blw, olw, zn, bn, hww, zww, aan.vnw, vr.vnw