H6.6 Energie bespaen

Klas binnenkomen
  • Ga rustig naar je plaats
  • Je bent startklaar voor de les                        
  • Aandacht voor de docent
       (let op teken docent!)
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
naskMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Klas binnenkomen
  • Ga rustig naar je plaats
  • Je bent startklaar voor de les                        
  • Aandacht voor de docent
       (let op teken docent!)

Slide 1 - Tekstslide

Tijdens de les
  • Doe actief mee
  • stoor niet        
  • Bij vragen eerst je vinger opsteken          
  • Houd het lokaal netjes

Slide 2 - Tekstslide

H6.6 Energie bespaen

Slide 3 - Tekstslide

Agenda
  • Welkom  
  • Herhaling H6.5 ( 5 min ) 
  • Uitleg H6.6 ( 10 min ) 
  • Zelfstandig werken ( 20 min ) 
  • Afsluiting ( 10 min )

Slide 4 - Tekstslide

Vorige les

Slide 5 - Tekstslide

Wat hebben we in de laatste les gedaan?

Slide 6 - Tekstslide

Onthouden!  
Biomassa is afval van planten en mest van dieren.  
Biomassa wordt gebruikt als brandstof.  
Van biomassa wordt biobrandstof gemaakt.  
Biobrandstof is een gas of een vloeistof.  
Uranium is de energiebron voor een kerncentrale.  
In een klein beetje uranium zit heel veel energie.  
Uranium is radio-actief.  
Radio-actieve straling is erg gevaarlijk.  
In een kerncentrale ontstaat radio-actief afval.  
Ontmantelen kost veel tijd en is erg duur.

Slide 7 - Tekstslide

H6.6 Energie bespaen

Slide 8 - Tekstslide

Leerdoelen
  1. Je kunt benoemen hoe je elektrische energie kunt besparen. 
  2. Je kunt beschrijven wat een energielabel is. 
  3. Je kunt benoemen welke maatregelen in huis genomen kunnen worden om fossiele brandstoffen te besparen.

Slide 9 - Tekstslide

Je hebt geleerd dat er verschillende brandstoffen zijn. En je weet dat er verschillende manieren zijn om elektrische energie te maken. Al die manieren hebben nadelen. Hoe minder energie we gebruiken, hoe beter. 

Slide 10 - Tekstslide

Zuinig zijn 
 Thuis gebruik je elektrische energie. Voorbeelden zijn: de koelkast, muziek luisteren, tv-kijken, computeren, kleren wassen. Je gebruikt thuis ook fossiele brandstoffen. Voorbeelden zijn: warm water (gas), de auto (benzine) en koken (gas). 

Slide 11 - Tekstslide

Elektrische energie besparen
Energie-label
Zuinige lampen
 spaarlamp
ledlamp

Slide 12 - Tekstslide

Fossiele brandstoffen besparen




Isoleren

Slide 13 - Tekstslide

Zuinige apparaten  
Een andere manier om fossiele brandstoffen te besparen, is met zuinige apparaten. Een zuinige auto verbruikt minder benzine. Dat is goed voor het milieu, want er is minder brandstof nodig. Het is ook goed voor je portemonnee, want je hoeft minder vaak te tanken.  
 Ook met een goede verwarmings-ketel kun je veel energie besparen. Zo'n ketel is een hoog-rendements-ketel.

Slide 14 - Tekstslide

Zelfstandig werken
  • Wat: Maak hoofdstuk 6.6 (opgaven: 133 t/m 155  blz. 119 t/m 125)  
  • Hoe: 15 min zelfstandig werken, daarna mogen jullie overleggen.    
  • Hulp: Nova boek   
  • Tijd: Tot 10 min voor het einde van de les.    
  • Uitkomst: 6.5 af   
  • Klaar: Maak Test jezelf.
timer
15:00

Slide 15 - Tekstslide

Afsluiting
  1. Je kunt benoemen hoe je elektrische energie kunt besparen.  
  2. Je kunt beschrijven wat een energielabel is.  
  3. Je kunt benoemen welke maatregelen in huis genomen kunnen worden om fossiele brandstoffen te besparen.

Slide 16 - Tekstslide

Onthouden!  
In huis gebruik je elektrische energie en fossiele bandstoffen.  
Zuinig zijn met energie betekent minder energie gebruiken.  
Een spaarlamp is zuiniger dan een gloeilamp.  
Een ledlamp is zuiniger dan een spaarlamp.  
Apparaten die je niet gebruikt, kun je beter uitzetten.  
Een energie-label laat zien hoe zuinig het apparaat is.  
A+++ is erg zuinig, D is helemaal niet zuinig.  
Door korter douchen verbruik je minder aardgas.  
Door isoleren verdwijnt er minder warmte naar buiten.  
Een hr-ketel is een zuinige verwarmings-ketel.

Slide 17 - Tekstslide

Paragraaf 6.4
Maak hoofdstuk 6.6 (opgaven: 133 t/m 155  blz. 119 t/m 125) 

Slide 18 - Tekstslide

klas verlaten
  • Je huiswerk is genoteerd
  • Je werkplek netjes achterlaten
  • De docent bepaalt wanneer    je kunt gaan
  • Je vertrekt rustig 

Slide 19 - Tekstslide