Tekstverbanden & signaalwoorden les 1

Lezen
timer
10:00
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1-4

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Lezen
timer
10:00

Slide 1 - Tekstslide

Welkom 
Nederlands

Tekstverbanden & signaalwoorden

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan wij doen?
Lezen
Instructie signaalwoorden (herhaling)
Zelfstandig aan de slag
Afsluiting

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Je leert wat tekstverbanden zijn.
  • Je leert wat signaalwoorden zijn.
  • Je leert signaalwoorden die bij het opsommend, chronologisch, tegenstellend en toelichtend tekstverband horen.

Slide 4 - Tekstslide

Begrippen
  • Tekstverband: verband tussen woorden, zinnen en alinea's.
  • Signaalwoorden: Woorden die de schrijver gebruikt om de relatie tussen de woorden (of zinnen of alinea's) aan te geven. 

Slide 5 - Tekstslide

Opsommend tekstverband


En, ook, ten eerste, ten tweede, vervolgens

Slide 6 - Tekstslide

Voorbeeld opsommend verband
Welke signaalwoorden zie je? Schrijf ze op in je schrift.

Henkie heeft goed zijn best gedaan voor de toets. Hij heeft zijn huiswerk gemaakt en hij heeft het nagekeken. Bovendien heeft hij zijn vragen gesteld. Daarnaast is hij ruim op tijd begonnen met het leren van de lesstof. Ten slotte heeft hij een oefentoets gemaakt.
timer
1:00

Slide 7 - Tekstslide

Henkie heeft goed zijn best gedaan voor de toets. Hij heeft zijn huiswerk gemaakt en hij heeft het nagekeken. Bovendien heeft hij zijn vragen gesteld. Daarnaast is hij ruim op tijd begonnen met het leren van de lesstof. Hij heeft ten slotte een oefentoets gemaakt.

Slide 8 - Tekstslide

chronologisch
Voordat, nadat, eerst, daarna, wanneer, vroeger.

Slide 9 - Tekstslide


Voorbeeld/ toelichting
Een voorbeeld ( hier)van, ter illustratie, bijvoorbeeld, zoals

Slide 10 - Tekstslide

Tegenstelling
maar, echter, toch, hoewel, daarentegen

Slide 11 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Je maakt van $2 Tekstverbanden en signaalwoorden:

opdracht 1, 2, 3 en 4 in je schrift en kijk je antwoorden na. 

Klaar?: Werk verder in paragraaf 2, lees verder in je leesboek of werk verder aan een ander vak.






timer
20:00

Slide 12 - Tekstslide

Kan je nu 'signaalwoorden' in een tekst herkennen?
😒🙁😐🙂😃

Slide 13 - Poll

Wat heb je deze les geleerd?

Slide 14 - Open vraag