1: de verlichting

H3 Politieke revoluties
Par. 3.1 De Verlichting
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

H3 Politieke revoluties
Par. 3.1 De Verlichting

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Na deze les kun je uitleggen:
  • Welke sociale verhoudingen er waren in Frankrijk
  • Hoe de verlichting zorgde voor een andere manier van denken
  • Welke kritiek sommige Verlichtingsdenkers hadden op de standensamenleving

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Frankrijk in de 17e/18e eeuw

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De standenmaatschappij
De bevolking was verdeeld in standen (met name in Frankrijk)

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De standenmaatschappij
De bevolking was verdeeld in standen (met name in Frankrijk)
Eerste stand
Geestelijkheid

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De standenmaatschappij
De bevolking was verdeeld in standen (met name in Frankrijk)
Eerste stand
Geestelijkheid
Tweede stand
Adel

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De standenmaatschappij
De bevolking was verdeeld in standen (met name in Frankrijk)
Eerste stand
Geestelijkheid
Tweede stand
Adel
Derde stand
De rest (handelaren, boeren, arbeiders)

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stel, jullie zouden leven in de Franse standenmaatschappij: hoeveel van de 26 leerlingen uit de klas zouden dan behoren tot de eerste en tweede stand (geestelijkheid en adel)?
A
1 op de 26
B
3 op de 26
C
6 op de 26
D
9 op de 26

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De standenmaatschappij

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De standenmaatschappij
De standenmaatschappij was oneerlijk. Eerste twee standen hadden privileges (voorrechten)

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De verlichting
In de wetenschappelijke revolutie gingen mensen logisch denken
Op die manier konden ze ook naar de samenleving kijken
Mensen zeiden dat je met rationeel denken alles kon verklaren
Deze manier van denken noemen we de verlichting
Met het verstand (de rede)

Slide 14 - Tekstslide

Wat werd er anders?

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kritiek op de standenmaatschappij
Volgens verlichte denkers waren alle mensen van nature gelijk
Daarom moesten er mensenrechten komen
En een rechtstaat
Rechten die voor alle mensen golden, zoals vrijheid van godsdienst en meningsuiting
Staat waarin iedereen zich aan de wet moet houden

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

John Locke
Een koning krijgt zijn macht niet van god, maar van het volk

Als de koning zijn macht misbruikt mag het volk hem afzetten

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Montesquieu
Absolutisme leidt tot onderdrukking
Het gezag moet gescheiden zijn over drie machten (driemachtenleer)
- Wetgevende macht
- Uitvoerende macht
- Rechterlijke macht

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mensen hadden veel wetenschappelijke ontdekkingen en uitvindingen gedaan
A
Oorzaak van de verlichting
B
Gevolg van de verlichting

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Mensen kregen andere ideeën over godsdienst
A
Oorzaak van de verlichting
B
Gevolg van de verlichting

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zet de uitspraken in de juiste kolom
Een idee vóór de verlichting
Een idee van de verlichte denkers
Alle gebeurtenissen in het leven kun je logisch uitleggen
In Frankrijk moet iedereen een katholiek zijn
God regelt alles wat in het leven van mensen gebeurt
In Frankrijk moeten mensen zelf bepalen wat ze geloven

Slide 21 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waren de verlichters hier voor of tegen?
Verlichters zijn voor
Verlichters zijn tegen
Vrijheid van meningsuiting
Gelijke rechten voor iedereen
Vrijheid van godssdienst
Ongelijkheid

Slide 22 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Horen de uitspraken van absolute vorsten of verlichte denkers?
Absolute vorsten
Verlichte denkers
Als bestuurders slecht besturen, moeten ze vervangen worden
Elke staat moet een grondwet hebben
De macht moet verdeeld zijn tussen de regering, het parlement en de rechters
Een koning hoeft zijn besluiten niet uit te leggen
Iedereen moet zich aan de wet houden
Mensen hebben mensenrechten
Koningen hebben hun macht van het volk gekregen
Koningen hebben hun macht van God gekregen

Slide 23 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke van de drie standen werd ongelijk behandeld?
A
de 1e stand
B
de 2e stand
C
de 3e stand

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke standen hadden vooral rechten?
A
De boeren, burgers en de adel
B
De adel en de geestelijkheid
C
De geestelijkheid, de boeren en burgers
D
De burgers, adel en geestelijkheid

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

We betalen wel belasting, maar hebben geen inspraak. Dat is oneerlijk!
Bij welke groep hoort deze uitspraak?
A
Boeren
B
Rijke burgers
C
Edelen
D
Geestelijken

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies