Crisissituaties les 1

Crisissituaties die het gevolg zijn van somatische problemen
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Crisissituaties die het gevolg zijn van somatische problemen

Slide 1 - Tekstslide

Lesonderwerpen
  • Het verschil tussen een acute situatie en een levensbedreigende situatie.
  • Somatische problemen die een crisissituatie in het lichaam kunnen veroorzaken
  • Op een adequate wijze een arts of andere zorgprofessional inschakelen bij verdenking van een crisissituatie die het gevolg is van somatische problemen:
  • Enkele vormen van crisissituaties
  • Dehydratie
  • Valgevaar.


Volgende keer boek begeleiden erbij pakken h 8

Slide 2 - Tekstslide

Verschil acute en levensbedreigende crisis situaties 
Acute situatie: de zorgvrager heeft snel medische hulp nodig, maar de situatie is niet levensbedreigend.

Crisissituatie (levensbedreigend!): de vitale functies zoals hart, longen of hersenen zin in gevaar. 

Taken: 
  • signaleren
  • hulp inschakelen  

Slide 3 - Tekstslide

Noem 2 voorbeelden van een acute situatie die jij kunt tegenkomen op je werkplek

Slide 4 - Open vraag

Opvallende veranderingen bij de zorgvrager
  • Temperatuur
  • Polsfrequentie
  • Saturatie
  • Ademhalingsfrequentie
  • Ademhalingsdiepte
  • Bewustzijnsscore
  • Bloeddruk
  • Huidreacties, kleur en huidturgor
  • Plotselinge gedragsveranderingen 

Slide 5 - Tekstslide

                   Airway  
Is er ademhaling?
Is de luchtweg vrij?  
          Breathing
Hoe klinkt de ademhaling, zijn er bijgeluiden? Rochelt of piept de zorgvrager?
Acties: 
  • Breng de zorgvrager in een halfzittende houding zodat hij beter kan ademen. 
  • Maak knellende kleding los.
                                   

Slide 6 - Tekstslide

Circulation
Is er circulatie, wat is de kleur van de huid: bleek, grauw, blauwe of roze? 

Acties bij circulatiestilstand:
  • Start de reanimatie op.
  • Schakel deskundige hulp in.
  • Bel 112. 

Bij een grote bloeding controle hierover krijgen. 

Slide 7 - Tekstslide

Disability
Is de zorgvrager verward, heeft hij uitvalsverschijnselen? Kan de zorgvrager de benen en armen bewegen of optillen?


Glucose-check. 

Slide 8 - Tekstslide

Dehydratie

Slide 9 - Tekstslide

Wat zijn oorzaken van dehydratie?

Slide 10 - Open vraag

Oorzaken deydratie
  • vochtverlies, zoals diarree, braken, fors bloedverlies, tweede- en derdegraadsbrandwonden, heel veel zweten en medicatie (plastabletten)
  • onvoldoende opname van vocht bij hitte of zwaar werk
  • koorts
  • gebruik van laxeermiddelen
  • bepaalde aandoeningen, zoals diabetes mellitus (suikerziekte), diabetes insipidus (aandoening van de hypofyse) en de ziekte van Addison (aandoening van de bijnier). Deze aandoeningen zorgen ervoor dat de zorgvrager meer moet plassen. Daarmee veroorzaken ze uitdroging.



Slide 11 - Tekstslide

Welke symptomen kunnen er optreden bij dehydratie?

Slide 12 - Open vraag

Algemene symptomen
  • Duizeligheid
  • Misselijkheid
  • Hoofdpijn
  • Slap voelen
  • Verwardheid
  • Erge dorst
  • Verminderde urineproductie  

Slide 13 - Tekstslide

Symptomen bij ouderen

  • Plotselinge daling van de bloeddruk bij het opstaan (orthostatische hypotensie)
  • Spraakproblemen
  • Verwardheid
  • Verminderde spierkracht
  • Droge mond en lippen
  • Afgenomen turgor van de huid en gewichtsverlies.  
Bij baby's 


  • Donkergele urine
  • Droge luiers
  • Sufheid
  • Droge mond, lippen en huid
  • Huilen zonder tranen
  • Diepliggende ogen
  • Ingezonken fontanel

Slide 14 - Tekstslide

Valgevaar 

Slide 15 - Tekstslide

Wat zijn redenen voor een verhoogd valgevaar

Slide 16 - Open vraag

Redenen verhoogd valgevaar
  • Lichamelijke of geestelijke oorzaken
  • Duizeligheid, slechte mobiliteit, verstoord evenwicht,
  • Zichtproblemen,
  • Dementie,
  • Verkeerd gebruik van medicijnen,
  • Psychische verwarring en angst om te vallen.
  • Amputatie

Slide 17 - Tekstslide

vervolg
  • Door producten of middelen o.a. medicijnen, alcohol.
  • Door hulpmiddelen (loophulpmiddelen, schoeisel) en de omgeving (vloeren, oneffenheden, kleedjes, natte vloeren.
  • Ontbreken van verlichting, onoverzichtelijk loopcircuit
  • Gebrek aan goed geplaatste leuningen.

Slide 18 - Tekstslide

Wat kunnen de gevolgen zijn van valgevaar?

Slide 19 - Open vraag

Gevolgen voor de zorgvrager 
Een val van een zorgvrager heeft vaak grote fysieke en mentale gevolgen. Het is een aanslag op de zelfstandigheid, zelfredzaamheid en mobiliteit van de getroffene, tijdelijk of zelfs voorgoed.

Slide 20 - Tekstslide

Gevolgen voor de instelling
Een zorgvrager die gevallen is heeft een hogere zorgvraag
Als er sprake is van fysiek letsel na een val, wordt er eerder een beroep gedaan op de verpleging en (para)medici.
Dit heeft tot gevolg dat de werkdruk van de medewerkers toeneemt en stijgen ook de medische kosten door bijvoorbeeld aanschaf van hulpmiddelen, ziekenhuisopname, fysiotherapie en meer behoefte aan verzorging of verpleging

Slide 21 - Tekstslide

Hoe kan je vallen voorkomen?

Slide 22 - Open vraag

Preventie 
  • Logisch denken
  • Zoom in op de situatie van de zorgvrager (woonsituatie, leefgewoontes, soorten medicatie en tijden, schoeisel etc)
  • Ga in gesprek net de zorgvrager over dit thema (valangst)
  • Als blijkt dat er te verwachten risico's zijn neem een valrisico inventarisatie af

Slide 23 - Tekstslide

Risico - inventarisatielijst
Op het moment dat uit je risico-inventarisatie een verhoogd risico blijkt:
  • Maak er een doel van in het zorgdossier zo dat iedereen op de hoogte is en het ook onder de aandacht blijft.
  • Geef het door aan andere disciplines en familie

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

Slide 26 - Link

Terugblik 
  • Wat heeft omgaan met crisissituaties te maken met rouw en verlies?
  • Welke begeleidende competenties zet jij in bij het omgaan met crisissituaties?
  • Welke vragen leven er nog bij jou?

Slide 27 - Tekstslide