Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Formuleren - Incongruentie
Vermoedelijk heb je misschien op de verkeerde knop gedrukt.
A
Tautologie
B
Pleonasme
C
Contaminatie
D
Dubbele ontkenning
1 / 23
volgende
Slide 1:
Quizvraag
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
In deze les zitten
23 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Vermoedelijk heb je misschien op de verkeerde knop gedrukt.
A
Tautologie
B
Pleonasme
C
Contaminatie
D
Dubbele ontkenning
Slide 1 - Quizvraag
Vermoedelijk
heb je
misschien
op de verkeerde knop gedrukt.
= tautologie.
Wie verbetert de zin?
Slide 2 - Tekstslide
De kosten voor een volledige renovatie van het gebouw zijn op dit moment veel te duur.
A
Onjuiste herhaling
B
Tautologie
C
Pleonasme
D
Contaminatie
Slide 3 - Quizvraag
De
kosten
voor een volledige renovatie van het gebouw zijn op dit moment veel te
duur
.
= contaminatie.
Juist:
De
kosten
voor een volledige renovatie van het gebouw zijn op dit moment veel te
hoog
.
Slide 4 - Tekstslide
Al vanaf kleins af aan wilde Ezra chirurg worden.
A
Onjuiste herhaling
B
Tautologie
C
Pleonasme
D
Contaminatie
Slide 5 - Quizvraag
Al van
af
kleins
af
aan wilde Ezra chirurg worden.
= onjuiste herhaling.
Wie verbetert de zin?
Slide 6 - Tekstslide
Uit het niets daalde de engel Gabriël naar beneden.
A
Tautologie
B
Pleonasme
C
Contaminatie
D
Dubbele ontkenning
Slide 7 - Quizvraag
Uit het niets
daalde
de engel Gabriël
naar beneden
.
= pleonasme.
Wie verbetert de zin?
Slide 8 - Tekstslide
Met een vreedzaam protest probeerden de betogers te verhinderen dat er geen nieuwe maatregelen zullen komen.
A
Tautologie
B
Pleonasme
C
Contaminatie
D
Dubbele ontkenning
Slide 9 - Quizvraag
Met een vreedzaam protest probeerden de betogers te
verhinderen
dat er
geen
nieuwe maatregelen zullen komen.
= dubbele ontkenning.
Juist:
Met een vreedzaam protest probeerden de betogers te verhinderen dat er nieuwe maatregelen zullen komen.
Slide 10 - Tekstslide
§ 1: Dubbelop
1 -
Onjuiste herhaling
(bijv. 2x op, aan, voor, ...)
2 -
Tautologie
(overbodig synoniem; 'maar ... echter')
3 -
Pleonasme
(overbodige toevoeging; 'witte sneeuw')
4 -
Contaminatie
(woorden/uitdrukkingen verwarren)
5 -
Dubbele ontkenning
(bijv. 'nooit geen')
Slide 11 - Tekstslide
§ 2: Onjuist of onduidelijk verwijzen
Onjuist:
-
Hij / zij / het, hem / haar, zijn / haar
(woordgeslacht bepaalt)
-
Die / dat en deze / dit
(de = die, deze - het = dat, dit)
-
Hen / hun
(hen = LV + na VZ, hun = MV zonder VZ)
-
Dat / wat
(wat = overtreffende trap + onbep. vnw. + zin of deel van zin, dat = het-woord + zin of deel van zin)
-
Wie / waar
(personen = VZ wie, dingen = waarVZ)
Onduidelijk:
- Geen antecedent in zin
- Meerdere antecedenten mogelijk
Slide 12 - Tekstslide
§ 3: Incongruentie
Congruent = overeenstemmend, gelijk.
Incongruent = niet overeenstemmend, ongelijk.
Slide 13 - Tekstslide
De media schrijft bijzonder negatief over deze superster.
A
Goed
B
Fout
Slide 14 - Quizvraag
Meervoudig onderwerp behandeld als enkelvoudig
De media schrijft bijzonder negatief.
media = onderwerp = meervoud
schrijft = pv = ev
-> getal onderwerp en pv komen niet overeen = incongruentie
Wie verbetert de zin?
Slide 15 - Tekstslide
§ 3: Incongruentie
- Mv ond. wordt aangezien voor ev ond.
(*
De media
schrijft bijzonder negatief over hem.)
- Ev ond. wordt aangezien voor mv ond.
(*
Het kabinet
zijn nog niet klaar met het debat.)
- Ev kern van ond. wordt gevolgd door mv. nabepaling
(*
Meer dan
de helft
van de leerlingen
waren aanwezig.)
- Meew. vw. wordt aangezien voor ond.
(*De medewerkers werden opgedragen
de winkel te vegen.
)
Slide 16 - Tekstslide
De kudde schapen stak de weg over.
A
Goed
B
Fout
Slide 17 - Quizvraag
De jeugd in de grote steden als Amsterdam, Rotterdam en Utrecht hebben een probleem.
A
Goed
B
Fout
Slide 18 - Quizvraag
Mensen die belangstelling hebben voor de functie worden verzocht te reageren.
A
Goed
B
Fout
Slide 19 - Quizvraag
Softdrugs zijn gevaarlijker dan de meeste jongeren denken.
A
Goed
B
Fout
Slide 20 - Quizvraag
Dertig procent van de spaarders haalden hun geld van hun rekening.
A
Goed
B
Fout
Slide 21 - Quizvraag
Dertig procent van de spaarders haalden hun geld van hun rekening.
Verbeter deze zin.
Slide 22 - Open vraag
Incongruentie?
A
Duidelijk, ik kan alleen verder.
B
Mwah, misschien heb ik zo wel een vraag.
C
Ik heb daar nu al een vraag over.
Slide 23 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
Formuleren - Incongruentie
Januari 2023
- Les met
23 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Formuleren - Incongruentie
Oktober 2024
- Les met
19 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Formuleren - Incongruentie
Januari 2021
- Les met
25 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Formuleren - Incongruentie
December 2023
- Les met
17 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
H4 Formuleren - Incongruentie
Februari 2021
- Les met
12 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
H4 Formuleren/Gramm ZD - Incongruentie
Maart 2021
- Les met
10 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Blok 6 formuleren congruentie en inversie
Februari 2024
- Les met
35 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Formuleren: herhaling
November 2022
- Les met
34 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 4