13.3 Energie en rendement

13.3 Energie en rendement
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

13.3 Energie en rendement

Slide 1 - Tekstslide

Planning
  • Vragen over huiswerk 13.2? 
  • Principe 6 Energie-efficiΓ«nt
  • Principe 8 Reacties in weinig stappen
  • Principe 9 Katalyse
  • Aan de slag!

Slide 2 - Tekstslide

Principe 6 Energie-efficiΓ«nt ontwerpen
Denken aan de energiebalans. Wat kost meer energie: 

Bij het opvangen van reactiewarmte en bij het koelen spelen warmtewisselaars een grote rol. 

- hoge temperatuur en druk OF lage temperatuur en druk. 

Slide 3 - Tekstslide

Van boven -> benden stroomt de inhoud van de reactor, van links -> rechts stroomt koelvloeistof. Gas koelt ze ver af dat het condenseert. 
Stoffen - die moeten afkoelen/opwarmen - stromen van boven -> beneden. Vanaf rechts stroomt koelwaterdoor een buis, neemt warmte op en stroomt weer weg in de vorm van stoom.

Slide 4 - Tekstslide

Rendement

Rendement= opbrengst (wat je feitelijk heb gekregen). 

Is 100% mogelijk? 


Slide 5 - Tekstslide

Bereken het rendement.

Slide 6 - Open vraag

Principe 8 Aantal reactiestappen verminderen
Bij een productie ontstaat bijna altijd afval.
De hoeveelheid is wel afhankelijk van het proces. 

Hoe meer stappen, hoe meer afval? 

Bij het maken van medicijnen, zijn daar veel stappen voor nodig?

Slide 7 - Tekstslide

Principe 8 Aantal reactiestappen verminderen
Bij een productie ontstaat bijna altijd afval.
De hoeveelheid is wel afhankelijk van het proces. 

Hoe meer stappen, hoe meer afval? 

Bij het maken van medicijnen, zijn daar veel stappen voor nodig?
Waarom doen we het dan toch? 

Slide 8 - Tekstslide

Principe 9 Katalyse
Een katalysator verlaagt de activeringsenergie van de reactie. 
Wat kan er dan gebeuren met de temperatuur? 
Zijn er andere factoren? 

Slide 9 - Tekstslide

Principe 9 Katalyse
Een katalysator verlaagt de activeringsenergie van de reactie. 
- Temperatuur wordt verlaagd.
- Minder energie nodig. 
- Minder bijproducten. 
- Reactie wordt versneld. 

Welke stof is dat in jouw lichaam

Slide 10 - Tekstslide

E-factor
  • De E-factor is een maat voor de hoeveelheid afval die ontstaat bij een productieproces.

  • Hogere atoomeconomie en hoger rendement, geeft een kleine E-factor

Slide 11 - Tekstslide

E-factor berekenen

Slide 12 - Tekstslide

Voorbeeld E-factor
Gegeven is de volgende reactie om maleΓ―nezuuranhydride (C4H2O3) te maken:

C4H8 + 3 O2 -> 3 H2O + C4H2O3
Het rendement van deze reactie is 56%.

Bereken de E-factor.

Slide 13 - Tekstslide

C4H8 + 3 O2 -> 3 H2O + C4H2O3

Het rendement voor de vorming van C4H2O3 is 56%.
Bereken de E-factor

Slide 14 - Open vraag

Antwoord voorbeeld 
C4H8 + 3 O2 -> 3 H2O + C4H2O3
Het rendement van deze reactie is 56%.
Massa beginstoffen =  56,104 + 3*32,00 = 152,104 g
Massa gewenst product theoretisch = 98,056 g
Massa gewenst product in praktijk = 0,56 * 98,056 = 54,91 g

πΈβˆ’π‘“π‘Žπ‘π‘‘π‘œπ‘Ÿ = (π‘šπ‘Žπ‘ π‘ π‘Ž π‘π‘’π‘”π‘–π‘›π‘ π‘‘π‘œπ‘“π‘“π‘’π‘› - π‘šπ‘Žπ‘ π‘ π‘Ž opbre𝑛𝑔𝑠𝑑 π‘π‘Ÿπ‘œπ‘‘π‘’π‘π‘‘) / (π‘šπ‘Žπ‘ π‘ π‘Ž π‘œπ‘π‘π‘Ÿπ‘’π‘›π‘”π‘ π‘‘ π‘π‘Ÿπ‘œπ‘‘π‘’π‘π‘‘ )
E-factor = (152,104 - 54,91) / 54,91 = 1,77 (g per 1g product)


Slide 15 - Tekstslide

Aan de slag

H: 32
B: 28 t/m 31, 33 en 35
V: 34

Slide 16 - Tekstslide