Herhaling elektriciteit

• Mens & Natuur
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Spanningsbronnen:

Apparaat:

Zet de spanningsbron bij het juiste apparaat.

Wat is niet een spanningsbron

1. Stopcontact
2. Batterij
3. dynamo
4. Generator

Zet de spanningsbronnen op volgorde van de laagste spanning naar de hoogst spanning.

Laagste Spanning

Hoogste Spanning

De stroomsterkte
Noteer de eenheid van de stroomsterkte

1. Volt
2. Ampère
3. Ohm
4. Watt

De spanning
Noteer de eenheid van de spanning

1. Volt
2. Ampère
3. Ohm
4. Watt

Spanning is een grootheid. Wat is het symbool voor spanning?

1. U
2. V
3. u
4. A

De stroomsterkte
Noteer het symbool van de stroomsterkte

1. U
2. I
3. R
4. P

Stroomsterkte meet je met een stroomsterktemeter (ampèremeter).
Hoe meet je de spanning?

1. Met een spanningsmeter
2. Met een ampèremeter of weerstandsmeter
3. Met een multimeter
4. Met een voltmeter

Plaats de juiste symbolen in de stroomkring zodat de lamp gaat branden.

Als een stroomkring wordt gesloten, gaat een lampje in die stroomkring uit.

1. waar
2. Niet waar

Is deze stroomkring gesloten?

1. ja
2. nee

Een stroomkring is .......

1. Dat er stroom kan lopen van - naar +
2. Dat er stroom kan lopen van x naar y
3. Dat er stroom kan lopen van y naar x
4. Dat er stroom kan lopen van + naar -

Wat is een geleider?

1. Een soort metaal
2. Stoffen waar een elektrische stroom doorheen kan lopen
3. Stoffen waar geen elektrische stroom doorheen kan lopen
4. Een apparaat dat stroom doorgeeft

Wat is geen geleider

1. aluminium
2. ijzer
3. kunstof
4. koper

Wat is GEEN isolator?

1. Lucht
2. Rubber
3. Aluminium
4. Kunststof

voltmeter

amperemeter

Sleep de afbeelding naar de juiste tekst.

voltmeter

amperemeter

schakelaar

lamp

batterij

Stroomsterkte 

Spanning