quiz hfst 4 basis/kader

• Geschiedenis
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Leerroute 1

quiz hfst 4 basis/kader

Waar of niet waar?
ook niet-romeinen diende in het Romeins leger

1. waar
2. niet waar

Goed of fout?
1. De Romeinen gaven Griekse goden Romeinse namen.
2. De Romeinen verspreidden hun cultuur door het hele Romeinse rijk.

1. Beide zijn goed.
2. 1. is goed en 2. is fout.
3. 1. is fout en 2. is goed.
4. beide zijn fout.

In welk jaar werd het Romeinse Rijk gesplitst in een Oost-Romeins Rijk en een West-Romeins Rijk?

1. 395
2. 400
3. 359
4. 295

Hoe moesten de Romeinen de Romeinse keizers behandelen?

1. Als een slaaf
2. Als een god
3. Als een keizer
4. Als een consul

Wat was het belangrijkste handelsproduct van de Romeinen in het Romeinse Rijk?

1. Goud
2. Wijn
3. Olijfolie
4. Zout

Wie was de machtigste Romein in het Romeinse rijk?

1. De generaal
2. De koning
3. De keizer
4. De paus

Romeinse steden in Nederland.
Welke stad was geen Romeinse stad?

1. Nijmegen
2. Maastricht
3. Heerlen
4. Enschede

Hoe noemden de Romeinen de grens van het Romeinse Rijk?

1. De grens
2. De Limes
3. De Rijn
4. De overkant

In het Romeinse Rijk waren grote verschillen. Hoe zag de Romeinse samenleving er uit?

1. Kleine groep rijken, grote groep armen en slaven
2. Grote groep rijken, grote groep armen en slaven
3. Klein groep rijken en armen, grote groep slaven
4. Grote groep rijken en armen, kleine groep slaven

Nederland heeft veel geleerd van de Romeinen
Wat hebben de Romeinen geleerd van de Galliërs?

1. Het bewerken van metaal
2. Betere schilden
3. Beter eten
4. Betere boerderijen

Wat namen Volkeren uit het romeinse rijk over van de Romeinen?

1. Goudmijnen
2. Latijnse taal
3. Badhuizen
4. Treinen

Iedereen in het Romeinse rijk moest in de Romeinse goden geloven

1. Waar
2. Niet waar

Hoe kon het Romeinse leger zich zo snel verplaatsen door het grote Romeinse Rijk?

1. Soldaten reisden met weinig bagage
2. Soldaten reisden allemaal met paarden
3. Er werden goede wegen aangelegd
4. Soldaten liepen dag en nacht door

Waarom wilden veel niet-Romeinen in het Romeinse leger?

1. Om Romeinse burgerrechten te krijgen.
2. Om in het Romeinse Rijk te mogen wonen.
3. Om godsdienstvrijheid te krijgen.
4. Om bij de Romeinse elite te horen.

Waar of niet waar:
Romeinse burgers werden door de Romeinse wetten beschermd in het hele Romeinse Rijk.

1. Waar
2. Niet waar

De Romeinen kenden munten...
Maar kenden de Romeinen ook al briefgeld?

1. Ja
2. Nee

Het Romeinse rijk splitste zich in twee delen. Het Noord-Romeinse en het Zuid-Romeinse Rijk.

1. Waar
2. Niet waar

De Romeinen offerden in tempels.
Wat was de reden dat de Romeinen offerden?

1. Het was een manier van slachten.
2. Het was normaal cadeaus aan anderen te geven.
3. Ze hoopten dat de goden de mensen zouden helpen.
4. Zo lieten ze zien dat ze tolerant waren.

Wie waren de Romeinen?

1. Een popband
2. Een volk uit de middeleeuwen
3. De Romeinen zijn een volk dat leefde in Rome en Italië tot het jaar 500
4. De Romeinen leven in Rome, Italie.

Waarom legden de Romeinen wegen aan door het Romeinse Rijk?

1. Voor handel en ambulances
2. Voor paardenrennen en handel
3. Voor de verdediging en de handel
4. Voor de handel en voor het fijner lopen

Door welke Romeinse keizer werd het Christendom verspreid in het Romeinse rijk?

1. Caesar
2. Karel
3. Constantijn
4. Augustus

Als je in het Romeinse rijk woonde was je een Romein.

1. Waar
2. Niet waar

De naam die de Romeinen gaven aan de volkeren in Midden-Europa die niet door de Romeinen overwonnen waren in de tijd van Grieken en Romeinen ...

1. Galliërs
2. Romeinen
3. Onderdanen
4. Germanen

Door welke Romeinse keizer werd het Christendom toegestaan in het Romeinse rijk?

1. Caesar
2. Theodosius I
3. Constantijn
4. Augustus