Toets hoofdstuk 5

• Economie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Mijn voorbereiding was

1. Goed
2. Redelijk
3. Slecht

Deze werkgever zal zeer opgetogen zijn; hij boekt een flink werkgeverssurplus.

1. A
2. B
3. C
4. D

Sociale werkplaats

1. A
2. B
3. C
4. D

Deze werknemer is niet bereid om voor minder dan € 25.000 te werken.

1. A
2. B
3. C
4. D

Deze werknemer boekt een surplus van een paar duizend euro.

1. A
2. B
3. C
4. D

In Nederland kan de vraag naar en het aanbod van politieagenten als volgt worden weergegeven:

Qv = 6 Qv                                = vraag naar politieagenten × 10.000.

Qa = 0,2L – 2 Qa                  = aanbod van politieagenten × 10.000.

                                                L = gemiddeld bruto jaarsalaris × € 1.000.

Qv = 6 Qv = vraag naar politieagenten × 10.000.
Qa = 0,2L – 2 Qa = aanbod van politieagenten × 10.000.
L = gemiddeld bruto jaarsalaris × € 1.000.
Bereken het evenwichtsloon

Het evenwichtsloon

Qv = Qa 

6 = 0,2L – 2

8=0,2L

L = 8/0,2 = 40

€ 40.000

Qv = 6 Qv = vraag naar politieagenten × 10.000.
Qa = 0,2L – 2 Qa = aanbod van politieagenten × 10.000.
L = gemiddeld bruto jaarsalaris × € 1.000.
Bereken de evenwichtshoeveelheid

De evenwichtshoeveelheid 

Qv=6

6*10.000=60.000 politieagenten

0,2*40-2=6

6*10.000=60.000 politieagenten

Geef een verklaring voor het verticale verloop van de vraagfunctie.

Beneden welk jaarsalaris is niemand bereid zich op de arbeidsmarkt voor politieagenten aan te bieden?
QV=6 Qa=0,2*L-2

Beneden welk jaarsalaris is niemand bereid zich op de arbeidsmarkt voor politieagenten aan te bieden?

 Qa=0,2*L-2

0=0,2L-2

2=0,2L

2/0,2=10

10*1.000=€10.000

In de praktijk zie je dat het aanbod toeneemt wanneer het loon stijgt. Sommigen zullen echter ook minder arbeid aanbieden bij een loonstijging.
Geef hiervoor een verklaring

Ik ben slimmer geworden deze les.

1. Juist
2. Onjuist

Welke onderdelen wil je na de vakantie graag behandelen?