Mondeling prep: word order (2) + past simple

Today
  1. StudyGo
  2. Rewind: gerund
  3. Homework check
  4. Grammar: herhaling word order
  5.  (home) work
  6.  Looking back
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

In deze les zitten 21 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Today
  1. StudyGo
  2. Rewind: gerund
  3. Homework check
  4. Grammar: herhaling word order
  5.  (home) work
  6.  Looking back

Slide 1 - Tekstslide


  1. Je herkent redenen om de past simple in het Engels te moeten gebruiken. 
  2. Je kunt de past simple  op de juiste manier gebruiken in een Engelse zin. 

Slide 2 - Tekstslide

timer
5:00

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Word order
  1. Hoe vind je het lijdend voorwerp in een zin?
  2. Wat is meestal de juiste volgorde in een Engelse zin?


Eigen denktijd            random beurten
timer
1:00

Slide 5 - Tekstslide

2. Homework check

Homework was:
  • Screenshots in Magister
1. Zet de woorden in de juiste volgorde om er goede
    Engelse zinnen van te maken.
2. Schrijfopdracht
Please, open p.125
Check together: 
both excersizes

Slide 6 - Tekstslide

Yourself!


Zet de zinnen in de juiste volgorde. Onderstreep de tijdsbepaling en omcirkel de plaatsbepaling. Noteer de zinnen in je schrift. 
  1. yesterday-in-library-the-read-He-a-book
  2. this-market-morning-She-flowers-the-at-bought-some
  3. stadium-night-last-in-the-We-watched-a-game
  4. yesterday-office-letter-the-post-to-He-sent-the
  5. store-with-afternoon-toys-the-The-this-played-children-in
  6. afternoon-this-cleaned-We-garage-our-in-the
  7. beach-weekend-last-built-the-a-kids-sandcastle-The-on
  8. his-fixed-car-in-yesterday-the-He-afternoon-this-garage
  9. wall-She-room-the-in-morning-painted-this-living-the
  10. kitchen-last-family-dinner-prepared-the-in-Their-evening
timer
7:00
Check together: Random beurten

Slide 7 - Tekstslide

Homework
Tuesday, February 4th 

Als huiswerk maak je deze schrijfopdracht:
Doel:
Oefenen met het correct formuleren van zinnen waarin zowel een plaatsbepaling als een tijdsbepaling op de juiste manier wordt gebruikt. (Ter voorbereiding op het maken van je verslag)
Opdracht:
Schrijf een kort verhaal van 8 tot 10 zinnen (met minimaal 7 woorden) over gisteren / afgelopen weekend. Zorg ervoor dat in elke zin:
✅ Het onderwerp, werkwoord(en) en lijdend voorwerp correct worden gebruikt.
✅ Er minstens één plaatsbepaling (waar iets gebeurt) en één tijdsbepaling (wanneer iets gebeurt) aanwezig is.
✅ De zinsvolgorde logisch en correct is.


  • Controleer het werk van je klasgenoot op zinsvolgorde: onderwerp + werkwoorden + lijdend voorwerp + tijdsbepaling + plaatbepaling
  • Verbeter fouten als dat nodig is. 
  • Check vervolgens alle werkwoorden. Staan deze in de past simple?
  • Verbeter werkwoorden als dat nodig is. 
  • Weet je iets niet zeker? Steek je vinger op, zodat ik je kan helpen!
timer
7:30

Slide 8 - Tekstslide

Hoe zat het ook alweer? 
Past simple

Slide 9 - Tekstslide

Wat hebben al deze zinnen met elkaar gemeen? 

  1. He played a match on Saturday.
  2. She worked at a snackbar during the summerholiday. 

  3. Queen Elizabeth died on September 8th 2022.
  4. Verstappen became second in the race last Sunday. 






  • Ze staan in de verleden tijd.
  • Er staat in alle zinnen een bepaling van verleden tijd

Slide 10 - Tekstslide

Kijk maar:

  1. He played a match on Saturday.
  2. She worked at a snackbar during the summerholiday.


  3. Queen Elizabeth died on September 8th.
  4. Verstappen became second in the race last Sunday. 



  • Wat is het verschil tussen zin 1/2 & 3/4? (Tip; kijk naar de werkwoorden).

  • played (1) & worked (2) --> regelmatige werkwoorden.

  • died (3) & became (4) --> onregelmatige werkwoorden

Slide 11 - Tekstslide

Wanneer? 
  • Als er iets in de verleden tijd gebeurd is. Er staat een bepaling van verleden tijd in de zin.
    - The party was great last Friday.
  • Je vertelt over een reeks gebeurtenissen in het verleden.
    - I arrived at the party, saw my friends, and started dancing immediately.
  • Feiten of situaties in het verleden.
    - Many soldiers died in World war 2.
  • Gewoontes in het verleden die nu niet meer zo zijn. 
    - When I was a child, I had a Tamagotchi. 

Hoe?
Regelmatig werkwoord: +(e)d
Onregelmatig werkwoord: rijtje 2 
The past simple

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Together!
  1. Vul de juiste vorm van de past simple in.
  2. Schrijf bij elke zin de juiste reden waarom de past simple wordt gebruikt:
🔹 Actie in het verleden
🔹 Reeks gebeurtenissen
🔹 Feit of situatie in het verleden
🔹 Gewoonte in het verleden
  1. Yesterday, I ______ (go) to the cinema with my friends.
  2. Shakespeare ______  (write) a lot of famous plays. 
  3. I ______ (arrive) at the party, ______ (see) my friends, and ______ (start) dancing immediately.
  4. When I was a child, I always ______ (play) outside after school.
  5. We ______ (visit) Paris last summer.

Slide 14 - Tekstslide

In pairs!
  1. Vul de juiste vorm van de past simple in.
  2. Schrijf bij elke zin de juiste reden waarom de past simple wordt gebruikt:
🔹 Actie in het verleden
🔹 Reeks gebeurtenissen
🔹 Feit of situatie in het verleden
🔹 Gewoonte in het verleden
  1. He ______ (forget) his keys at home this morning.
  2. Last weekend, we ______ (go) to the beach and ______ (have) a great time.
  3. When my parents were young, they ______ (have) Hyves.
  4. She always ______ (take) the bus to school before she got a bike.
  5. Neil Armstrong ______ (walk) on the moon for the first time ever.
timer
2:00
Check together: Random beurten

Slide 15 - Tekstslide

Het lukt mij om redenen te herkennen om de past simple te gebruiken. 
Je kunt uitleggen wanneer je de future tense met 'will' moet gebruiken.

Slide 16 - Tekstslide

Verschillende soorten zinnen. (+) (-) (?)
In een ontkennende zin...
..gebruik je ALTIJD didn't + hele werkwoord
Let op! De -ed achter het werkwoord verdwijnt!
--> He didn't play a match on Sunday.

In een vragende zin...
.. begin je ALTIJD met did
.. daarna komt het onderwerp (wie of wat)
.. daarna gebruik je het hele werkwoord

Ontkennend maken
Vragend maken

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

In pairs!



Vul de juiste vorm van de past simple in. Let daarbij goed op het soort zin
  1. He ______ (finish) his homework before dinner.
  2. We ______ (not watch) TV last night because we were too tired.
  3. ______ she ______ (call) you yesterday?
  4. They ______ (travel) to Spain last summer.
  5. I ______ (not like) the movie because it was too scary.
  6. ______ he ______ (play) football when he was younger?
  7. She ______ (buy) a new dress for the party.
  8. We ______ (not go) to school because it was a holiday.
  9. ______ they ______ (see) the new teacher last week?
  10. My grandfather ______ (work) as a doctor for 30 years.
timer
3:00
Check together: Random beurten

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Homework
Friday, February 7th 

Opdracht: Find the mistakes!
Read the text carefully. There are seven mistakes in the use of past simple. Find the five mistakes and rewrite the incorrect sentences using the correct past simple forms.

On April 15, 1912, the Titanic leaves England for its first journey across the Atlantic Ocean. The ship was the biggest and most luxurious of its time. Many passengers was on board, including some of the richest people in the world. Everything seem perfect until the night of April 14, when the Titanic hits an iceberg. The crew don’t realize the full danger at first, but soon the ship begin to sink. People rushed to the lifeboats, but there weren’t enough for everyone. Over 1,500 people loses their lives in the disaster. The sinking of the Titanic became one of the most famous tragedies in history, and it still fascinates people today.


  • Voor jezelf
  • In stilte
  • Vragen? Steek je vinger op. 
  • Tijd tot aan de afsluiting van de les.
  • Klaar? StudyGo, Read Theory óf Write & improve.

Slide 21 - Tekstslide