4havo - Les 10 - 6.1 Spanning en geladen deeltjes

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Wat heb je bij je?
4p Boek
5p Laptop
2p Geo
4p Rekenmachine (geen grafische)
2p Pen + potlood + gum
2p Ruitjesschrift of ruitjespapier in de multomap
8p BINAS
                                       Hoeveel punten scoor je?

Slide 2 - Tekstslide

Bereken in het juiste aantal significante cijfers:
85,2 × 3,00 =
A
2,6 × 10²
B
256
C
255,6
D
255,60

Slide 3 - Quizvraag

Sleep het juiste symbool naar de component
Batterij
Lampje
led
Spannings-
meter
Stroom-
meter

Slide 4 - Sleepvraag

Wat betekent 'isoleren'?

Slide 5 - Open vraag

Sleep het juiste woord naar de juiste schakeling
Parallel-
schakeling
Serie-
schakeling
Serie-
schakeling

Slide 6 - Sleepvraag

Leerdoelen
Je kunt berekeningen maken en redeneren
met de formule voor de warmtestroom door een 
voorwerp.

Je kunt berekeningen maken en redeneren
met de formule voor de warmte die een stof
opneemt of afgeeft.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Atoom
Atoom bestaat uit:
 
Kern (+)
-protonen (+)
-neutronen (0)

Elektronen (-)

Slide 9 - Tekstslide

Statisch geladen
Elektronen springen over

Slide 10 - Tekstslide

Elektrische kracht tussen + en -
   



Afstoten              Afstoten            Aantrekken   

Slide 11 - Tekstslide

Een voorwerp is positief geladen. Als deze in de buurt komt bij een ander voorwerp wordt deze aangetrokken.
A
Het andere voorwerp is ook positief geladen
B
Het andere voorwerp is negatief geladen

Slide 12 - Quizvraag

Lading bij een batterij
-
+

Slide 13 - Tekstslide

-
+

Slide 14 - Tekstslide

Batterijen in serie
Als je twee batterijen in serie plaatst, wordt de spanning groter.
Utot = U1 + U2

Slide 15 - Tekstslide

Batterijen in serie
Als je twee batterijen in serie plaatst, wordt de capaciteit groter;
Er kan meer lading stromen

Slide 16 - Tekstslide

Spanning en stroom meten
Een voltmeter sluit je in parallel aan.

Een ampèremeter sluit je in serie aan.

Slide 17 - Tekstslide

Aan de slag

Slide 18 - Tekstslide

Begrippen uit deze les

Slide 19 - Tekstslide

Begrippen uit deze les

Slide 20 - Tekstslide


Schrijf 3 dingen op die
je deze les hebt geleerd

Slide 21 - Open vraag


Stel 1 vraag over iets dat je
deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 22 - Open vraag