1.5.

Deze les: 
- Herhalen: stof uit 4.4/basisboek

- Uitleggen: Migratie in Iran

- Maken in het werkboek
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Deze les: 
- Herhalen: stof uit 4.4/basisboek

- Uitleggen: Migratie in Iran

- Maken in het werkboek

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bekijk de afbeelding. Hoe noemen we gebied nummer 3?
A
Grasland
B
Het dal
C
de Alpenweide
D
de Rotsgordel

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de hoogste gordel in het hooggebergte?
A
Loofbomen
B
Rotsgordel
C
Alpenweide
D
Naaldbomen

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe heet het gebied dat op 1000 meter ligt
A
Laagland
B
Loofboomgordel
C
Naaldboomgordel
D
Rotsgordel

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Heuvelland ligt tussen
A
200 en 500 m
B
750 en 1000 m
C
1000 en 1500 m
D
1500 en 2000 m

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het verschil tussen absolute en relatieve afstand?
A
Er is geen verschil
B
Absoluut is afstand in tijd, relatief is afstand hemelsbreed
C
Absoluut is hemelsbreed, relatief is afstand in tijd
D
Absoluut is in kilometers, relatief is in procenten

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Met welk vervoersmiddel is de relatieve afstand het kleinst?
A
vrachtschip
B
auto
C
vliegtuig
D
fiets

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Per 2000 meter (2km) stijging wordt het ..?.. graden kouder
A
0.6 graden
B
6 graden
C
12 graden
D
120 graden

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Paragraaf 1.5: Land van migranten 
Vandaag: Waarom verhuizen mensen uit Iran.
Morgen: Waarom verhuizen naar Iran toe?

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Openingsfoto
Wat zie je?
Waar komt dit voor?
Waarom komt dit hier voor?
Is dit gewenst?
Komt dit overal zo voor? 

Slide 10 - Tekstslide

Beschrijving van de openingsfoto

Migratie naar Europa
Lesdoelen
Aan het einde van de les kan je:
(5) verklaren waarom er veel mensen uit én naar Iran migreren;

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Wat is migratie? 


1. Migratie

2. Immigratie: migrant die het land in komt. 

3. Emigratie : migrant die het land uitgaat

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Soorten migranten
Economische migrant
Iemand die verhuist om economische redenen.
(Werk)
Iran: weinig werk voor hoogopgeleiden. Verhuizen naar Europa, Noord-Amerika of Australië. 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Soorten migranten
Sociale migrant
Iemand die verhuist om sociale redenen.
(Gezinsvorming/Gezinsherheniging)

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Soorten migranten
Politieke migrant
Iemand die verhuist om politieke redenen.
(gebrek aan vrijheid)
In Iran een streng regime. Mensen zijn soms niet meer veilig in eigen land --> vluchtelingen. 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag!
Maken opdracht: 1,2,3,4,5 
Blz. 17 in je werkboek 

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Paragraaf 1.5: Land van migranten 
Deze les: 
 Leerboek:  Waarom verhuizen naar Iran toe?

Basisboek: Push & pull factoren 
                    Sociale bevolkingsgroei

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Belangrijke Basisboek-nummers
B37 - diagrammen
B151 - sociale bevolkingsgroei
B158 - immigratie en emigratie
B159 - push- en pullfactoren




Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Redenen om te verhuizen uit een bepaald land/stad.  
Redenen om te verhuizen naar een stad toe 
Push factor
Pull factor

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Push & Pull factoren

Politiek 
Economisch
Sociaal
Milieu

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sociale bevolkingsgroei
Emigratie = het vertrek van mensen uit een land. 
Immigratie = de vestiging van mensen in een land.

Migratiesaldo = vestiging – vertrek.
  • Positief migratiesaldo = vestigingsoverschot.
  • Negatief migratiesaldo = vertrekoverschot.






Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Migratiesaldo
Migratiesaldo 
  • Immigranten - emigranten
Land 1
16.000 emigranten
210.000 immigranten
210.000 - 16.000 = 194.000

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe zit het in Iran?
Vroeger: vestigingsoverschot. 



Nu: Migratie saldo in balans. Vestiging - vertrek ligt ongeveer rond de 0.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een diagram geeft vaak een sneller en duidelijker overzicht dan een tekst of tabel met getallen. 
Verschillende soorten diagrammen:
  • Lijndiagram: Ontwikkeling in de tijd
  • Staafdiagram
  • Cirkeldiagram: Verdeling van een verschijnsel. Totaal is altijd 100%
  • Stroomdiagram: Dikte van de lijn geeft de hoeveelheid aan.

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lijndiagram

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Staafdiagram

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Cirkeldiagram

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stroomdiagram

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag!
Maken opdracht: 1,2,3,4,5, 6,7,8,9
Blz. 17 in je werkboek 

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies