Werkwoordspelling Engelse werkwoorden

Nederlands
Werkwoordspelling in het Nederlands van 
Engelse werkwoorden
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Nederlands
Werkwoordspelling in het Nederlands van 
Engelse werkwoorden

Slide 1 - Tekstslide

0

Slide 2 - Video

Engels + Nederlands
Gebruik bij de Engelse werkwoorden dezelfde regels, maar behoud de juiste Engelse uitspraak.

Voorbeeld:
Hij/ zij scant de tekst.
Hij of zij scande de tekst.
Hij heeft de tekst gescand.

Slide 3 - Tekstslide

Nog een paar voorbeelden:
1. Hij hyperlinkt in het weekend.
Hij hyperlinkte in het weekend.
Hij heeft in het weekend gehyperlinkt.

2. De laptop savet het bestand.
De laptop savede het bestand.
De laptop heeft het bestand gesaved.

Slide 4 - Tekstslide

Oefen nu met de volgende Engelse werkwoorden:
Eerst de PV tegenwoordige tijd!

Slide 5 - Tekstslide

Daan (downloaden) ... het bestand.
A
downloat
B
download
C
downloadt

Slide 6 - Quizvraag

Shanisha (updaten) ... haar laptop.
A
update
B
updated
C
updatet

Slide 7 - Quizvraag

Truus (bloggen)... graag over haar eigen belevenissen.
A
bloggt
B
blogt
C
blogged
D
bloggd

Slide 8 - Quizvraag

Zij (timen) ... haar opmerking goed.
A
timet
B
timed
C
timt
D
timd

Slide 9 - Quizvraag

Persoonsvorm verleden tijd
Laatste letter stam
't ex-kofschip
daten
uploaden
ev
ik-vorm+te/de
datete
uploadde
mv
ik-vorm+ten/den
dateten
uploadden

Slide 10 - Tekstslide

De scheidsrechter (timen) ... de snelheid van de sprinters.
A
timde
B
timte
C
timede
D
timete

Slide 11 - Quizvraag

Kyra (racen) ... op de fiets om nog op tijd te komen.
A
racete
B
racede
C
racte
D
racde

Slide 12 - Quizvraag

Sjors (faxen) ... het bestand naar zijn baas.
A
faxte
B
faxde
C
faxete
D
faxede

Slide 13 - Quizvraag

Ik wist altijd al dat wij goed (viben)...
A
vibede
B
vibete
C
vibeten
D
vibeden

Slide 14 - Quizvraag

Voltooid deelwoord
Stam > 't ex-kofschip > t                   Uitspraak moet goed blijven!
Eindigt altijd op  -d, -t, of -en 


Ik heb geüpload.
Ik heb getimed. 

Slide 15 - Tekstslide

De marathon wordt (pacen) ... door hazen.
A
gepaced
B
gepacet
C
gepacd
D
gepact

Slide 16 - Quizvraag

Op Black Friday hebben veel winkels flink (cashen)...
A
gecashd
B
gecashed
C
gecasht
D
gecashet

Slide 17 - Quizvraag