Herhalen 2.2 t/m 2.5
1 / 21
Lesduur is: 15 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Wat is een humanist?
A
Iemand die veel om mensen geeft.
B
Iemand die een hernieuwde interesse heeft voor de klassieke oudheid.
C
Iemand die veel kritiek op de kerk heeft.
D
Iemand die bijbels vertaald.
Slide 2 - Quizvraag
Wie is deze meneer? En
waar stond hij bekend om?
waar stond hij bekend om?
Slide 3 - Open vraag
Een levensbeschouwing, ontstaan als stroming in de renaissance in Italië, waarin geleerden de nadruk legden op studie van de klassieken en op de menselijke waardigheid en kennis.
een stroming van het protestantse christendom, gebaseerd op de theologische, en daaruit voortvloeiende sociale en politieke leer van de hervormer Johannes Calvijn.
Kort samengevat: "doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg".
De kerkhervorming in de 16e eeuw door Luther, Calvijn, Zwingli e.a. Het vond plaats in de 16e eeuw in verschillende landen van Europa binnen de toenmalige kerken. Deze kerkhervorming heeft geleid tot de nieuwe kerkvormen van het protestantisme. Het is een breed gedragen beweging, die uiteindelijk vooral in de landen van Noordwest Europa is aangeslagen.
Zet het juiste begrip bij de juiste definitie
Humanisme
Calvinisme
Reformatie
Slide 4 - Sleepvraag
Gebeurtenis
indirecte oorzaak
directe oorzaak
Reformatie
Smeekbede aan landvoogdes
Kettervervolgingen
Slide 5 - Sleepvraag
Christenen
Protestants
Katholiek
Orthodox
Calvinistisch
Slide 6 - Sleepvraag
Wat waren de gevolgen van de 95 stellingen die Luther op de deur van de kerk spijkerde?
A
Luther werd in de ban gedaan.
B
Niks.
C
De kerk luisterde naar Luther
D
Oprichting protestantse kerken.
Slide 7 - Quizvraag
In de tijd van Karel V welke gebieden hoorden allemaal bij de lage Nederlanden?
Slide 8 - Open vraag
Voor de centralisatie politiek van Karel V wie had de macht in de lage Nederlanden?
A
Karel V
B
De staten
C
De staten generaal
D
Fillips II
Slide 9 - Quizvraag
Karel V
Margaretha van Parma
De staten generaal
De staten/ gewesten
Lokaal bestuur.
Slide 10 - Sleepvraag
Leg uit waarom Karel V het bestuur in de lage landen (Nederland) wilde centraliseren.
Slide 11 - Open vraag
Wat is een ketter?
A
Willem van Oranje
B
Iedereen die moslim is.
C
Iedereen niet niet Katholiek is.
D
Iedereen die niet christen is.
Slide 12 - Quizvraag
Leg uit waarom de adel in de lage Nederlanden naar Margaretha van Parma gingen met een Smeekschrift.
Slide 13 - Open vraag
Wanneer begon de beeldenstorm?
A
Zomer van 1566
B
Zomer van 1567
C
5 april 1566
D
30 april 1577
Slide 14 - Quizvraag
Wie is deze meneer?
A
Karel V
B
Willem van Oranje
C
Fillips II
D
Hertog van Parma
Slide 15 - Quizvraag
Welke gewesten waren aangesloten bij de unie van Utrecht?
Slide 16 - Open vraag
Leg uit wat de pacificatie van Gent is?
Slide 17 - Open vraag
Leg uit waarom Willem van Oranje een logische keuze was om landsheer van de Nederlanden te worden?
antw. Hij was de leider van de gewesten.
Bekijk het antwoord hierboven en verbeter het antwoord zodat je de volledige hoeveelheid punten zou krijgen.
antw. Hij was de leider van de gewesten.
Bekijk het antwoord hierboven en verbeter het antwoord zodat je de volledige hoeveelheid punten zou krijgen.
Slide 18 - Open vraag
Wat waren de oorzaken van de Nederlandse Opstand?
Sleep de oorzaken naar de juiste plek.
Religieus
economisch
politiek
Raad van Beroerten
Vervolgingen van Calvinisten
Tiende Penning
Centralisatiepolitiek
Adel raakt zijn macht kwijt
Slide 19 - Sleepvraag
Filips wilde dat iedereen protestant was
Centralisatie was een oorzaak voor de Nederlandse Opstand
Willem van Oranje was de leider van de opstand
De Hertog van Alva werd meteen erg populair
Goed
Fout
Slide 20 - Sleepvraag
Nederland wordt een Republiek
Leiden wordt bevrijd
De Nederlandse Opstand begint
Willem van Oranje wordt vermoord
Nederland stuurt Filips II weg
