Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Diabetes
1 / 48
volgende
Slide 1:
Video
Verpleging en verzorging
MBO
Studiejaar 1
In deze les zitten
48 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
2 videos
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Video
Glycemie
Slide 2 - Tekstslide
Wat moet je kunnen
Je kan de meting van de glycemie correct uitvoeren, onder toezicht van een
verpleegkundige:
- volgens het zorgplan (in digitaal zorgdossier)
- techniek zoals beschreven in de checklist
Je kan de meting van de glycemie kwalitatief uitvoeren:
kennis van aandachtspunten en gevaren (extra vragen)
Je kan je observaties en de meting nauwkeurig rapporteren in het zorgdossier.
Slide 3 - Tekstslide
Wat is diabetes
Diabetes Mellitus (ook suikerziekte genoemd) is een ziekte
waarbij het glucose- of suikergehalte in het bloed niet meer in
evenwicht kan worden gehouden.
Slide 4 - Tekstslide
Wat is diabetes
Koolhydraten uit onze voeding worden tijdens de spijsvertering omgezet in glucose.
De glucose wordt opgenomen in het bloed.
Cellen nemen glucose op om het te verbranden en om te zetten naar energie.
Glucose is dus de voornaamste energiebron van de cellen.
Cellen kunnen dit niet zelfstandig, maar hebben hiervoor insuline nodig.
Insuline is als het ware de sleutel die de cel opent voor glucose.
Insuline is een hormoon dat aangemaakt wordt in de pancreas of alvleesklier
Slide 5 - Tekstslide
Insuline hormoon
Insuline is een hormoon.
Productie in de alvleesklier.
Heeft invloed op de glucose (suiker) huishouding van het lichaam.
Slide 6 - Tekstslide
Insuline zorgt ervoor dat glucose wordt opgenomen in de cel.
Insuline heeft een sleutelfunctie.
Slide 7 - Tekstslide
Diabetes Mellitus
Ook wel suikerziekte
onderscheidt in type 1 & type 2
Slide 8 - Tekstslide
Type 1
Bij dit type maakt de pancreas nauwelijks of geen insuline aan.
Het afweersysteem heeft de cellen die insuline aanmaakt vernietigd (= auto-immuun-ziekte).
Deze vorm hoeft niet altijd op kinderleeftijd te beginnen. Algemeen wordt gesteld voor de leeftijd van 40 jaar.
Deze zorgvragers moeten insuline inspuiten of dragen een insulinepomp. (= insuline dependente diabetes)
Slide 9 - Tekstslide
Type 2
Bij dit type maakt de pancreas te weinig insuline en/of zijn de lichaamscellen minder gevoelig voor insuline.
Slide 10 - Tekstslide
Type 2
Deze vorm komt voor vanaf het veertigste jaar. Alhoewel de dag van vandaag ook veel jonge personen (20-30jaar) type 2 diabetes ontwikkelen.
Deze zorgvragers worden behandeld met medicatie per os, dieet- en bewegingsadviezen.
Naast het probleem met de bloedsuiker zijn ook vaak de cholesterol en de bloeddruk te hoog
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Video
Het lichaam maakt dus geen (of niet voldoende) insuline aan.
Gevolg --> te veel glucose in het bloed --> hyperglycemie
(hyper = hoog)
Slide 13 - Tekstslide
Hyperglycemie
Symptomen van een "hyper" zijn:
Moeheid/slaperigheid
Veel dorst
Veel plassen
Droge tong
Slide 14 - Tekstslide
Hypoglycemie
Bij een "hypo" heeft het lichaam te weinig suiker.
symptomen van een hypo zijn:
wisselend humeur
honger
bleekheid
beven
slechtzien
Slide 15 - Tekstslide
Bloedglucose bepalen
Doormiddel van een vingerprik.
Slide 16 - Tekstslide
Wat heb je nodig om de glycemie te meten?
Prikpen
Steriele priknaalden
Meettoestel
Teststrips
Slide 17 - Tekstslide
Behandeling diabetes type 1
Behandeling met medicijnen
Behandeling met insuline
Voeding
Beweging
Slide 18 - Tekstslide
Behandeling diabetes type 2
Behandeling met medicijnen als eerste
Indien nodig insuline
Correcte medicatie, gewichtsafname (beweging) en gezonde voeding kan de ziekte doen verdwijnen
Slide 19 - Tekstslide
Freestyle Libre
Handig : Meet glucosewaardes dag en nacht (opslagfunctie)
glucosemeting op 1 sec/discreet
gemakkelijk : kan altijd gebruikt worden/ na 14 dagen vervangen
gebruiksvriendelijk
Slide 20 - Tekstslide
Een hypoglycemie betekend dat iemand een te hoog bloedglucose heeft
A
Niet waar
B
Waar.
Slide 21 - Quizvraag
Een hyperglycemie betekend dat iemand een te lage bloedsuiker heeft
A
Waar
B
Niet waar
Slide 22 - Quizvraag
Type 1 diabetes is niet te genezen
A
waar
B
niet waar
Slide 23 - Quizvraag
hypertensie betekent
A
hoge bloedruk in de longvaten
B
bloedvaten staan voortdurend onder hoge druk
C
abnormale hartafwijking
D
Hoge cholesterolwaarde
Slide 24 - Quizvraag
diastolisch betekent :
A
druk van het bloed in haarvaten
B
druk in de bloedvaten als de hersenen ontspannen zijn
C
druk in de bloedvaten als het hart ontspant
D
druk in de bloedvaten na een stressperiode
Slide 25 - Quizvraag
ik ben subfebriel
A
mijn temperatuur is tussen 37,6°C en 37,8°C
B
mijn temperatuur is boven 38°C
C
mijn temperatuur is tussen 36,2°C en 36,9°C
D
mijn temperatuur is boven 40°C
Slide 26 - Quizvraag
Ik ben tachycard :
A
mijn polsslag meet 120 sl/min
B
mijn polsslag meet 90 sl/min
C
mijn polsslag meet 95sl/min
D
mijn polsslag meet 65sl/min
Slide 27 - Quizvraag
Gasping betekent
A
zoeken naar een correcte polsslag
B
naar adem happen, zeker bij hartstilstand
C
insuline toedienen
D
zuurstoftekort bij flauwte in de hersenen
Slide 28 - Quizvraag
Desaturatie :
A
saturatie is minder dan 96%
B
saturatie is meer dan 90%
C
saturatie is minder dan 85%
D
saturatie is minder dan 90%
Slide 29 - Quizvraag
Een overdosis dafalgan codeïne kan :
A
diarree veroorzaken
B
braken veroorzaken
C
obstipatie veroorzaken
D
felruikende urine veroorzaken
Slide 30 - Quizvraag
Bij de EMS score kijken we naar :
A
ogen, huid, tenen
B
verbale reactie, beweging, temperatuur
C
ogen, beweging, verbale reactie
D
beweging, eetlust, stress
Slide 31 - Quizvraag
Insuline wordt gemaakt door de alvleesklier
A
waar
B
niet waar
Slide 32 - Quizvraag
Type 1 wordt ook wel ouderdomsdiabetes genoemd
A
waar
B
niet waar
Slide 33 - Quizvraag
suikerziekte is een ander woord voor diabetes
A
waar
B
niet waar
Slide 34 - Quizvraag
Welke vorm van diabetes komt het meest voor?
A
Diabetes type 1
B
Diabetes type 2
C
Beide vormen komen even vaak voor
Slide 35 - Quizvraag
Insuline is:
A
Hormoon
B
Medicijn
C
Voedingsstof
Slide 36 - Quizvraag
Bij een hypoglycemie zijn de waarden lager dan
A
70md/dl
B
60mg/dl
C
100mg/dl
D
30mg/dl
Slide 37 - Quizvraag
Diabetes komt alleen voor bij oudere mensen
A
waar
B
niet waar
Slide 38 - Quizvraag
Diabetes type 1 is te genezen
A
waar
B
niet waar
Slide 39 - Quizvraag
Is diabetes erfelijk?
A
ja
B
nee
C
afhankelijk van het soort
Slide 40 - Quizvraag
Je merkt het meteen als je diabetes type 2 hebt
A
ja
B
nee
Slide 41 - Quizvraag
Hoeveel mensen in Nederland hebben diabetes?
A
1 miljoen mensen
B
1,1 miljoen mensen
C
1,2 miljoen mensen
Slide 42 - Quizvraag
In welke vinger mag niet geprikt worden?
A
duim
B
ringvinger
C
middelvinger
Slide 43 - Quizvraag
Het hebben van dorst, veel plassen en moeheid is een teken van..?
A
een hypo
B
een hyper
Slide 44 - Quizvraag
Waar moet insuline gespoten worden?
A
Borst
B
Buik
Slide 45 - Quizvraag
De bloedglucose wordt bepaald door?
A
Een druppeltje bloed
B
Een druppeltje speeksel
Slide 46 - Quizvraag
Mag je sporten met diabetes?
A
ja
B
nee
Slide 47 - Quizvraag
In welke vingers mag je niet prikken voor het meten van de glucose?
A
Ringvinger
B
Middelvinger
C
Duim
Slide 48 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
Diabetes mellitus
Januari 2024
- Les met
23 slides
Verpleging en verzorging
MBO
Studiejaar 1
Diabetes Mellitus (open avond)
December 2024
- Les met
45 slides
Verpleging en verzorging
MBO
Studiejaar 3
Chronische zorgvrager: Diabetes mellitus
Oktober 2020
- Les met
47 slides
Verzorging
Middelbare school
mavo
Leerjaar 6
Chronische zorgvrager: Diabetes mellitus
November 2021
- Les met
28 slides
Verzorging
Middelbare school
mavo
Leerjaar 6
Diabetes
April 2023
- Les met
45 slides
Verpleging en verzorging
MBO
Studiejaar 1
diabetes mellitus thema 6 (vvt deel1)
December 2020
- Les met
28 slides
Verpleging en verzorging
MBO
Studiejaar 2
Extra "PPT" ter ondersteuning 5GZ - De Lever, galblaas en pancreas
Mei 2024
- Les met
28 slides
Verpleging en verzorging
MBO
Studiejaar 1
De Lever, galblaas en pancreas
Februari 2024
- Les met
36 slides
Verpleging en verzorging
MBO
Studiejaar 1