In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Samenvatting
Slide 1 - Tekstslide
Wat moet je kennen/ kunnen?
- Decimale getallen herkennen
- Decimale getallen afronden
- Gebruik rekenmachine
- Rekenen in alledaagse situaties
- Procenten -> aantallen
- Aantallen -> procenten
- Evenredig verband
- Omgekeerd evenredig verband
Slide 2 - Tekstslide
Rond het getal 7, 653645 af op 4 decimalen
A
7, 6537
B
7, 6536
Slide 3 - Quizvraag
Rond het getal 7, 653645 af op 3 decimalen
A
7, 654
B
7, 653
Slide 4 - Quizvraag
Rond het getal 35,46548 af op 3 decimalen
A
35, 465
B
35, 466
Slide 5 - Quizvraag
Rond het getal 83251 af op duizenden
A
84000
B
80000
C
83000
Slide 6 - Quizvraag
Rond het getal 1 254 647,32 af op honderduizenden
A
1 250 000
B
1 200 000
C
1 300 000
D
1 255 000
Slide 7 - Quizvraag
Bereken:
5,3−8,2⋅(−5+7,3):−2,5=
A
5, 424
B
12,844
Slide 8 - Quizvraag
Bereken
(−7−8)⋅23−721=
A
-1066
B
10470
Slide 9 - Quizvraag
Bereken
−71+8,38,15+123=
A
6, 452816901
B
6,188277512
C
-2,091706539
Slide 10 - Quizvraag
Schrijf als decimaal getal: 22%
A
22/100
B
0,22
C
2,2
Slide 11 - Quizvraag
Schrijf als decimaal getal: 0,9%
A
0, 009
B
0, 09
C
9
Slide 12 - Quizvraag
Bereken: 4% van 1000
A
4000
B
0, 4
C
40
Slide 13 - Quizvraag
Bereken: 0,7 % van 705:
A
4,935
B
100714, 2857
Slide 14 - Quizvraag
Van 16, 7 miljoen inwoners van Nederland is 23,5% jonger dan 20 jaar. Van de Nederlanders jonger dan 20 jaar is 51, 3% van het vrouwelijk geslacht. Hoeveel Nederlandse vrouwen zijn jonger dan 20 jaar? Rond af op miljoenen
A
4 miljoen
B
3 miljoen
C
2 miljoen
D
tsja...
Slide 15 - Quizvraag
Bij een schriftelijke overhoring kregen drie van de 28 leerlingen een onvoldoende. Hoeveel % is dat?
A
0,84
B
10,7
C
10
D
9,3
Slide 16 - Quizvraag
A
evenredig
B
omgekeerd evenredig
C
geen van beide
Slide 17 - Quizvraag
A
evenredig
B
omgekeerd evenredig
C
geen van beide
Slide 18 - Quizvraag
A
evenredig
B
omgekeerd evenredig
C
geen van beide
Slide 19 - Quizvraag
A
evenredig
B
omgekeerd evenredig
C
geen van beide
Slide 20 - Quizvraag
A
evenredig
B
omgekeerd evenredig
C
geen van beide
Slide 21 - Quizvraag
Slide 22 - Open vraag
Voor 8 tegels voor een badkamer betaal je €19,20. Hoeveel moet je voor 36 tegels betalen?