Thema 4-2-7 gezegde en hulpwerkwoord

Leg je white boardje met stift op je tafel.
(of kladblok)
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
TaalBasisschoolGroep 7

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Leg je white boardje met stift op je tafel.
(of kladblok)

Slide 1 - Tekstslide

Ik sliep heerlijk vannacht.
Dit kun je ook anders zeggen:

Ik heb ........

Slide 2 - Tekstslide

Ik sliep heerlijk vannacht.
Ik heb heerlijk geslapen vannacht.

Er is bij de 2e zin een werkwoord bijgekomen. Dat heet een hulpwerkwoord (=persoonsvorm).

Slide 3 - Tekstslide

Je gaat leren wat het verschil is tussen een hulpwerkwoord en een zelfstandig werkwoord.
Een hulpwerkwoord staat alleen in een zin met meerdere werkwoorden. Het hulpwerkwoord is dan de persoonsvorm

Staat er maar 1 werkwoord in de zin, dan is dat altijd een zelfstandig werkwoord.

Slide 4 - Tekstslide

Ik sliep heerlijk vannacht.

Ik heb heerlijk geslapen vannacht.

Schrijf van beide zinnen het gezegde op.

Slide 5 - Tekstslide

Zin 1: sliep
Zin 2: heb geslapen

Slide 6 - Tekstslide

Zin 1:   sliep 
Zin 2:  heb   geslapen

In het gezegde staat een zelfstandig werkwoord. Dit is een ww dat als enig ww in een zin kan voorkomen. Zet daar nu een streep onder.
Zet daar een streep onder.

Slide 7 - Tekstslide

Zin 1:   sliep 
Zin 2: heb geslapen

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Oefenen..........

Slide 10 - Tekstslide

Amanda draagt altijd een hoofddeksel.

Schrijf het gezegde op.
Staat er een hulpwerkwoord in, onderstreep dan het hulpwerkwoord.

Slide 11 - Tekstslide

Mensen hebben haar nog nooit zonder hoofddeksel gezien.

Schrijf het gezegde op.
Staat er een hulpwerkwoord in, onderstreep dan het hulpwerkwoord.

Slide 12 - Tekstslide

Amanda wordt Miss Hoedje genoemd.

Schrijf het gezegde op.
Staat er een hulpwerkwoord in, onderstreep dan het hulpwerkwoord.

Slide 13 - Tekstslide

Je gaat nu met les 7 beginnen.
(Thema 4, week 2)
Begin bij 'eerst proberen'.
Heb je alles goed, ga dan verder met opdracht 2.
Maak je een foutje, zet je blokje dan op geel.

Doel gehaald: 8 zinnen goed (opdracht 2) 
(maximaal 2 fouten)

Slide 14 - Tekstslide