Woorden in context (2) - praten met iemand die er niet is

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 3

Les van gisteren: woorden die werken, woorden en emoties

Leerdoel

Je weet waar je rekening mee moet houden als je de ontvanger er niet is.

Programma

Voorkennis: moeilijke woorden

Oefening: boodschap overbrengen als iemand er niet is.

Schrijven: antwoord geven op verwachte vragen

Zelfstandig leren

gemotiveerd

cliché

urgent

willekeurig

traditie

hausse

dringend

veelgebruikte beeldspraak

zomaar gekozen

enthousiast

oude gewoonte

bloei, sterke opleving

Het is ehct bdziejnor raar, maar als je in een wrood alle ltrtees vrweislest bevahle de ertese en de lsaatte, brejgip je tcoh piceres wat er saatt. Dat kmot odmat we wodroen neit leezn als aaprte lttrees, maar als gheeel.

Praten met iemand die er niet is

Stappenplan om te schrijven

1. Bedenk een lezer in het algemeen;
2. Begin met het belangrijkste wat je wilt vertellen. 
3. Zorg dat je zinnen goed klinken (alsof je het zegt); de lezer begrijpt het dan beter;
4. Vraag je na elke zin af welke vraag je lezer nu zou stellen. 
5. Gebruik verschillende soorten zinnen. (kort-lang, vraagzin-met-antwoord, stelling enz.)

Praten met iemand die er niet is

Oefening

Een leerling instrueert de anderen om dezelfde tekening te maken;

De anderen zien de tekening niet;

Oefening (samenwerken)

a) Lees de volgende zinnen en noteer de vraag die als eerste bij je opkomt.

b) Schrijf voor elk van deze beginzinnen hiernaast een tweede zin die antwoord geeft op je vraag.

1. Er zijn veel verschillen in gedrag tussen jongens en meisjes.
2. Milieubewuste mensen dragen tegenwoordig massaal wollen truien.
3. De Gouden Eeuw wordt niet meer als term gebruikt in het Rijksmuseum.
4. Het lezen van boeken is belangrijk voor je ontwikkeling.
   

Oefening

In nieuwsberichten beantwoorden journalisten 'vaste' lezersvragen:

Wie?

Wat?

Waar?

Wanneer?

Waarom?

Hoe?

Welke vragen herken je in deze tekst? En wat zijn de bijbehorende antwoorden?

Zelfstandig leren

Ga verder met de modulewijzer

De eerste 10 minuten werk je zelfstandig en in stilte