§3.2 - Reactievergelijkingen

1 / 19
volgende
Slide 1: Video
ScheikundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Video

reactievergelijkingen

Slide 2 - Tekstslide

vandaag
Phet colorado 15 minuten

inleveropdracht reactievergelijkingen kloppend maken



Slide 3 - Tekstslide

Scheidingsmethoden

Slide 4 - Tekstslide

Scheidingsmethoden

Slide 5 - Tekstslide

Scheidingsmethoden

Slide 6 - Tekstslide

Scheidingsmethoden

Slide 7 - Tekstslide

Scheidingsmethoden

Slide 8 - Tekstslide

§3.2 Reactievergelijkingen
Je kan aan het einde van deze les:
• Een chemische reactie opstellen in een reactievergelijking
• Een reactievergelijking kloppend maken

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Reactievergelijking
In een reactievergelijking staan ook de fases van de stoffen:
vaste stof                                 krijgt als symbool              (s)
vloeistof                                    krijgt als symbool              (l)
gas                                               krijgt als symbool              (g)
opgeloste stof in water      krijgt als symbool             (aq)
Dus met faseaanduidingen wordt het dan:
methaan (g)   +   zuurstof (g)   ->   koolstofdioxide (g) +  water (g)

Slide 11 - Tekstslide

Reacties beschrijving
Bij de verbranding van methaan ontstaan koolstofdioxide en water. 
methaan      +          zuurstof       ->      koolstofdioxide    +     water
 alle beginstoffen staan voor de reactiepijl en alle reactieproducten staan na de pijl.

De stoffen worden hier in woorden opgeschreven.

Slide 12 - Tekstslide

Reactievergelijking
Maar in scheikunde gebruiken we niet het reactieschema:
methaan      +          zuurstof       ->      koolstofdioxide    +     water

Maar de stoffen worden geschreven in molecuulformules en dan noemen we het een reactievergelijking.
De reactievergelijking van de reactie wordt dan:
     CH4 (g)   +      O2 (g)     ->     CO2 (g)     +     H2O (g)

Slide 13 - Tekstslide

Reactievergelijking kloppend maken
Maar: De wet van behoud van massa

Wat was dit ook alweer?

     CH4 (g)   +      O2 (g)     ->     CO2 (g)     +     H2O (g)

Slide 14 - Tekstslide

Reactievergelijking kloppend maken
In de vorige slide zag je dat de atomen niet in dezelfde aantallen vóór en na de pijl aanwezig zijn. Je moet nog puzzelen om dit "kloppend te maken". Dus aantal moleculen veranderen zodat alles klopt.
                   CH4         +       2 O2       ->                                   CO2           +            2 H2O
C-atoom:  1                                                       C-atoom:      1
H-atoom:  4*1 = 4                                          H-atoom:                                      2*2        = 4
O-atoom:                         2*2 = 4                   O-atoom:     2                +            2*1         = 4                                  

Slide 15 - Tekstslide

Oefenen met kloppend maken
Je gaat aan de slag met de Phet-app:
Reactievergelijkingen doen kloppen

Maak eerst de inleiding

Start daarna het spel


Slide 16 - Tekstslide

Tips voor het kloppend maken
1) Voordat je begint schrijf je de atoomsoorten die voorkomen in de reactievergelijking onder elkaar en tel je de aantallen die je nu al hebt.
2) Begin met een atoomsoort die maar in 1 stof vóór de pijl en in 1 stof na de pijl voorkomt en maak deze gelijk.
3) Als er een stof is met maar 1 atoomsoort in de stof, dan maak je die als laatste kloppend (bijv O2 in het vorige voorbeeld)
4) Controleer op het einde ALTIJD of alles klopt.
5) coefficient (aantal moleculen)  kun je aanpassen. Index (aantal atomemen van een soort binnen een molecuul) niet.

Slide 17 - Tekstslide

Zelfstandig
Havo Lees H2.2 blz 68 t/m 70 
Maken: 3 t/m 6 


vwo Lees H2.2 blz  67 t/m 78
maken:5 t/m 9

Slide 18 - Tekstslide

Oefenen met kloppend maken
maak 1 t/m 14 kloppend
je schrijft eerst je naam op het papier
je mag het boek gebruiken
de opdracht moet ingeleverd worden (VOG)
samenwerken met je buur is ok
klaar met kloppend maken?
schrijf de reactievergelijkingen in woorden 

Slide 19 - Tekstslide