Wet BIG quiz

Wet BIG en wetgeving  
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerzorgingMBOStudiejaar 1,2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Wet BIG en wetgeving  

Slide 1 - Tekstslide

1. De wet BIG staat voor:
A
Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg
B
Wet op de betrokkenen in de individuele gezondheidszorg
C
Wet op de beoefenaren in de individuele gezondheidszorg

Slide 2 - Quizvraag

2. Welke beroepsgroep hoeft zich niet te registreren in het BIG-register?
A
Fysiotherapeuten
B
Verloskundigen
C
Verzorgenden
D
Artsen

Slide 3 - Quizvraag

3.Welke handeling valt niet onder de voorbehouden handelingen?
A
Injecteren
B
Bloeddruk meten
C
Katheteriseren

Slide 4 - Quizvraag

4. De Wet BIG beschermt:
A
Zorgverzekeraar
B
Mantelzorgers
C
De werkrelatie tussen zorgverleners en zorginstellingen
D
Patiënten tegen onzorgvuldig en ondeskundig handelen

Slide 5 - Quizvraag

5.Het verwisselen en verzorgen van een sp catheter is geen voorbehouden handeling (wet BIG)
A
waar
B
niet waar

Slide 6 - Quizvraag

Voorbehouden handelingen
  • Onaanvaardbaar risico voor de zorgvrager bij ondeskundig handelen
  •  Voorbehouden aan daartoe bevoegde beroepen mits bekwaam
  • Voorbehouden handelingen zijn risicovolle, medische handelingen die alleen bevoegde zorgverleners mogen uitvoeren
  • Niet alle risicovolle handelingen zijn voorbehouden

Slide 7 - Tekstslide

6. Wat zijn voorbeelden van voorbehouden handelingen?
A
Afname van bloeddrukmeting
B
Verstrekken van paracetamol
C
Injecteren van medicatie
D
Toedienen van bloedtransfusie

Slide 8 - Quizvraag

7. Welke wet regelt de bescherming van persoonsgegevens, waaronder medische gegevens, in de zorg?
A
Het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ)
B
Wet Langdurige Zorg (WLZ)
C
Wet BIG
D
Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG)

Slide 9 - Quizvraag

8. Je mag de zorgvrager niet opsluiten in zijn/haar slaapkamer dit staat in de;
A
Wet geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO)
B
Wet zorg en dwang (WZD)
C
Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (WKKGZ)
D
Wet BIG

Slide 10 - Quizvraag

9. Tijdens de zorg aan meneer Klink merk je dat hij ook hulp in de huishouding nodig heeft. Welke wet regelt onder andere dat mensen die hulp nodig hebben in het dagelijks leven, bijvoorbeeld bij het huishouden, ondersteuning krijgen?
A
Wlz
B
WMO
C
Zvw
D
Jeugdwet

Slide 11 - Quizvraag

10. Een man van 78 jaar met een halfzijdige verlamming. Hij heeft weinig kans op herstel. De zorgvrager heeft 24 uurszorg en toezicht nodig. Bij hem wordt de zorg gefinancierd door:
A
Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO)
B
Wet Langdurige Zorg (WLZ)
C
Wet zorg en dwang (WZD)
D
Jeugdwet

Slide 12 - Quizvraag

Wet verplichte meldcode huiselijk geweld&kindermishandeling 



Het verplichte gebruik van een meldcode staat in de Wet verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling.

Slide 13 - Tekstslide

11. Wat is meldcode?
A
Een code om te bellen naar Veilig thuis.
B
Een stappenplan waarin staat hoe om te gaan met het signaleren en het melden van huiselijk geweld en kindermishandeling
C
Een stappenplan voor ouders om te controleren of ze hun kind mishandelen.
D
Een code voor kinderen om naartoe te gaan wanneer ze mishandeld worden.

Slide 14 - Quizvraag

12. wat is stap 1 bij het melden van kindermishandeling?
A
beslissen om hulp te organiseren of te melden.
B
overleggen met een collega en eventueel raadplegen van het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling of het Steunpunt Huiselijk Geweld.
C
in gesprek gaan met de klant.
D
in kaart brengen van signalen.

Slide 15 - Quizvraag