• Je kunt je oriënteren op kunst en herkent verschillende kunstvormen en kunstenaars/kunstwerken
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
CZP 1
- Voorkant
- Top 10 kunstvormen
- 5 favorieten
Om CZP 1 te maken kunnen de vragen op pag. 8 en 9 in contrast helpen.
Slide 7 - Tekstslide
Wat komt er op de voorkant:
- Cultureel zelfportret
- Je naam
- zelfportret
- klas/ niveau
Slide 8 - Tekstslide
Je top 10 kunstvoren...
Slide 9 - Tekstslide
Top 5 favorieten kunstenaars
- wie?
- wat doet die persoon?
Slide 10 - Tekstslide
Vier stellingen over kunst
Kunst moet mooi zijn.
Kunst moet orgineel zijn.
Kunst moet knap gemaakt zijn.
Kunst moet inspireren.
Kunst moet je aan het denken zetten.
Kunst moet te begrijpen zijn.
Slide 11 - Tekstslide
Het verleden, kunstautobiografie
Wat zijn jouw ervaringen met kunst en culturele activiteiten die je tot dusver hebt meegemaakt? Je mag daarbij alle soorten kunst beschrijven waarvan jij vindt dat ze bij CKV thuishoren. Maak er een persoonlijk verhaal van: vertel wat je mooi , inspirerend, verdrietig of saai vond.
Slide 12 - Tekstslide
Het heden kunstautobiografie
Hier en nu. Wat heb ik nu met kunst.
Luister je elke dag naar muziek of kijk je graag je favoriete serie na schooltijd? Hou je van mainstream of experimenteel? Ben jij een avonturier of eerder traditioneel? Welke CKV onderdelen vind je op dit moment interessant?
Slide 13 - Tekstslide
Jou persoonlijke CKV bucket list.
Wat zou jij graag willen zien, horen of doen op het gebied van CKV?