Pruiken & revoluties > les 4

Welkom in de les
- Open op je iPad de lessonup app 
- Log in met de code.
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisBasisschoolGroep 4,5

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Welkom in de les
- Open op je iPad de lessonup app 
- Log in met de code.

Slide 1 - Tekstslide

Kerndoel 52
De leerlingen leren over kenmerkende aspecten van de volgende tijdvakken: jagers en boeren; Grieken en Romeinen; monniken en ridders; steden en staten; ontdekkers en hervormers; regenten en vorsten; pruiken en revoluties; burgers en stoommachines; wereldoorlogen en holocaust; televisie en computer. De vensters van de canon van Nederland dienen als uitgangspunt ter illustratie van de tijdvakken.

Slide 2 - Tekstslide

Kerndoel 51
De leerlingen leren gebruik te maken van eenvoudige historische bronnen en ze leren aanduidingen van tijd en tijdsindeling te hanteren.

Slide 3 - Tekstslide

Kerndoel 53
De leerlingen leren over de belangrijke historische personen en gebeurtenissen uit de Nederlandse geschiedenis en kunnen die voorbeeldmatig verbinden met de wereldgeschiedenis.

Slide 4 - Tekstslide

Tijdbalk
Tijd van pruiken en revoluties 1700 - 1800

Slide 5 - Tekstslide

Je leert vandaag:
  • Hoe mensen in de 18e eeuw reizen
  • Hoe mensen te weten komen wat er in de stad of in het land gebeurt.
  • Hoe en waarom de mensen in opstand kwamen. 

Slide 6 - Tekstslide

In de 18e eeuw reizen
In de 18e eeuw zijn er geen auto's en treinen. 
Veel mensen reizen van de ene stad naar de andere stad met de trekschuit.

Trekschuit
De trekschuit is een boot die wordt getrokken door een paard. 
Trekschuiten vertrekken op vaste tijden, vaak 's morgens vroeg.
Ze gaan niet zo snel. 
De reis van Amsterdam naar Gouda duurt acht uur.
Arme mensen
Arme mensen kunnen de trekschuit niet betalen. 
Zij moeten alles lopend doen. 

Slide 7 - Tekstslide

Reizen met de trekschuit
Jager
De baas van het paard heet de jager.
Zij lopen over een speciaal pad; het jaagpad. 
Schipper
De schipper zit bij het roer.
Reizigers
De reizigers zitten in de roef.
Er kunnen zeker dertig mensen in de trekschuit. 

Slide 8 - Tekstslide

Filmpje: (6.11 min)
Tijdreis met de trekschuit

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Postkoets
De postkoets brengt de post van de ene naar de andere stad.
Met de postkoets gaat het reizen veel sneller dan met de trekschuit.

Reizen met de postkoets is duurder dan met de trekschuit en zit niet lekker.
De wegen zijn hobbelig in de 18e eeuw. 
De postkoets heeft houten wielen en geen vering.
Hij schut dus flink heen en weer.
Veel reizigers komen daardoor misselijk aan op hun bestemming. 
Rijke mensen
Rijke mensen reizen met hun eigen koets. Zij hebben een eigen koetsier die de koets bestuurt. 

Slide 11 - Tekstslide

Noem twee redenen waarom mensen in de 18e eeuw liever met de trekschuit reizen dan met de postkoets.

Slide 12 - Woordweb

Noem twee redenen waarom mensen in de 18e eeuw liever met de trekschuit reizen dan met de postkoets. 
  • duurder
  • zit niet lekker

Slide 13 - Tekstslide

Posthoorn
In ons land vind je op veel plekken cafes en hotels die De Postkoets, De Post of De Posthoorn heten.
In de 18e eeuw kreeg de postkoets hier verse paarden.
De reizigers konden ondertussen een hapje eten.
Of ze konden hier blijven slapen.
De koetsier blies, bij aankomst in een stad of dorp, op de posthoorn.
Zo wisten de mensen dat de postkoets aangekomen was. 

Slide 14 - Tekstslide

In welk vervoersmiddel zitten deze mensen?
A
In een trekschuit
B
In een postkoets
C
In een koets van rijke mensen

Slide 15 - Quizvraag

Het laatste nieuws
Veel mensen vinden het spannend als de trekschuit of postkoets aankomt omdat de reizigers vaak nieuwtjes te vertellen hebben. 

Slide 16 - Tekstslide

Stadsomroeper
Ook moet je goed luisteren naar de stadsomroeper.
Je hoort hem al van ver aankomen met zijn harde stem en bel.
De stadsomroeper roept altijd belangrijke dingen over bijvoorbeeld de plannen van het stadsbestuur of over koopjes op de markt. 

Slide 17 - Tekstslide

'Drie stuivers korting op een tonnetje haring!' 
'Vanaf vandaag gaan de stadspoorten een uur later dicht!' 
'Er is weer verse boter op de botermarkt!' 
'De belasting op koffie gaat omhoog!'

Slide 18 - Tekstslide

Filmpje: (1.48 min)
Stadsomroeper Zwolle

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Krant lezen en koffie
Steeds meer mensen kunnen in de 18e eeuw lezen.
Dat is goed te zien in de koffiehuizen.
Gewone mensen komen hier eerst alleen om koffie te drinken.
Nu zitten de mensen er ook de krant te lezen. 
Twee keer per week ligt er een nieuwe krant in het koffiehuis.
De mensen blijven zo op de hoogte van de nieuwtjes in binnen- en buitenland. 

Slide 21 - Tekstslide

Wat is er anders aan de krant van nu in vergelijking met de krant uit de 18e eeuw.

Slide 22 - Woordweb

Wat is er hetzelfde aan de krant van nu in vergelijking met de krant uit de 18e eeuw.

Slide 23 - Woordweb

Opstand
In 1748 gaat het slecht met de Republiek.
Er is weinig werk.
Melk, vlees en brood zijn duur.
De belastingen gaan ook nog eens omhoog! 
De mensen zijn vooral kwaad op de pachters
Die halen de belastingen op voor de regenten.
Ze laten het volk vaak te veel belasting betalen.
Ze steken het extra geld in hun eigen zak.
Het volk komt daarom in opstand. 
De mensen gaan de huizen van de pachters binnen en vernielen hun spullen. 

Slide 24 - Tekstslide

Regenten
'De pachters hebben veel geld aan ons betaald. Nu mogen zij de belasting ophalen. Wij bemoeien ons daar niet mee!'
Pachter
'Natuurlijk vraag ik af en toe een beetje extra. 
Ik moet toch ook mijn gezin onderhouden?' 
Volk
'Wij moeten steeds meer geld betalen aan de pachters. 
De regenten doen hier niets aan.
Daarom komen wij zelf in actie.
Weg met die pachters!' 

Slide 25 - Tekstslide

Met wie ben jij het eens?
A
regenten
B
pachters
C
volk

Slide 26 - Quizvraag

Evaluatie

Slide 27 - Tekstslide

Het tijdvak pruiken en revoluties is in de 18e eeuw.
Welke jaartallen horen daarbij?
A
1500-1600
B
1600-1700
C
1700-1800
D
1800-1900

Slide 28 - Quizvraag

Hoe kregen mensen in de 18e eeuw het nieuws te horen?

Slide 29 - Woordweb

Welke vervoersmiddelen worden gebruikt in de 18e eeuw?

Slide 30 - Woordweb

Waarom kwam het volk in de 18e eeuw in opstand?

Slide 31 - Woordweb

Bedankt voor je inzet in de les.
Als de bel gaat: 
  • Schuif je stoel aan
  • Ruim je spullen op en neem ze mee
  • Verlaat het lokaal rustig

Slide 32 - Tekstslide