Quiz

Nederland
Quiz
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2Voortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Nederland
Quiz

Slide 1 - Tekstslide

Welk land is Nederland?
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 2 - Quizvraag

DE of HET?
zee
A
de
B
het

Slide 3 - Quizvraag


A
Het terras.
B
Oranje boven.
C
De markt.
D
Koningsdag.

Slide 4 - Quizvraag

Bij de zee heb je het strand en ...
A
de duinen
B
de bodem
C
de temperatuur
D
de kou

Slide 5 - Quizvraag

Hoe heet deze provincie?
A
Noord-Brabant
B
Limburg
C
Zuid-Holland
D
Gelderland

Slide 6 - Quizvraag

Friesland is een ...
A
gemeente
B
provincie
C
rivier
D
regering

Slide 7 - Quizvraag

Als je iets snel wil doen, dan doe je het..
A
hoewel
B
vlak
C
verzinnen
D
gauw

Slide 8 - Quizvraag

Wat is een ander woord voor:
officiële cijferlijst
A
rapport
B
geen bezwaar hebben
C
vlak
D
bodem

Slide 9 - Quizvraag


A
De stad.
B
Het terras.
C
De stoelen.
D
Winkelen.

Slide 10 - Quizvraag

Het geld wat je elke maand krijgt (door werken of uitkering)
A
de uitgaven
B
de inkomsten
C
de economie
D
het bezwaar

Slide 11 - Quizvraag

Wie is dit?
A
Willem-Alexander
B
Mark Rutte
C
De koning van Nederland
D
Meneer Erik

Slide 12 - Quizvraag

DE of HET?
politiek
A
de
B
het

Slide 13 - Quizvraag

Een Christelijk feest of een feest met de paashaas
A
Kerst
B
Pasen
C
Bevrijdingsdag
D
Nieuwjaarsdag

Slide 14 - Quizvraag

Dit is de provincie...
A
Zuid-Holland
B
Limburg
C
Zeeland
D
Flevoland

Slide 15 - Quizvraag


A
Nederland.
B
De polder.
C
De rivier.
D
De provincie.

Slide 16 - Quizvraag

De baas van Nederland
A
de minister
B
de minister-president
C
de politiek
D
de koning

Slide 17 - Quizvraag

Dit is provincie...
A
Noord-Brabant
B
Gelderland
C
Utrecht
D
Zeeland

Slide 18 - Quizvraag

Wat is een ander woord voor:
hoeveel geld je krijgt
A
de inkomsten
B
een miljard
C
vlak
D
gauw

Slide 19 - Quizvraag


A
De regen.
B
De rivier.
C
Het bos.
D
De sneeuw.

Slide 20 - Quizvraag

Wat is een ander woord voor:
het niet erg vinden
A
rapport
B
geen bezwaar hebben
C
Koningsdag
D
bodem

Slide 21 - Quizvraag

Wie is dit?
A
Maxima
B
Willem
C
Amalia
D
Ariane

Slide 22 - Quizvraag

Een Christelijk feest waarin gevierd wordt dat Jezus is geboren
A
Kerst
B
Pasen
C
Bevrijdingsdag
D
Nieuwjaarsdag

Slide 23 - Quizvraag

Wat is een ander woord voor:
duizend miljoen
A
de inkomsten
B
een miljard
C
vlak
D
gauw

Slide 24 - Quizvraag

Dit vieren wij in Nederland op 27 april:
A
Pasen
B
Bevrijdingsdag
C
Koningsdag
D
Vaderdag

Slide 25 - Quizvraag

Hoe heet deze provincie?
A
Gelderland
B
Zeeland
C
Utrecht
D
Overijssel

Slide 26 - Quizvraag

Wat is een ander woord voor:
plat
A
rapport
B
geen bezwaar hebben
C
vlak
D
bodem

Slide 27 - Quizvraag

Hoe heten de gekleurde stukjes in Nederland?
A
Nederland.
B
De polder.
C
De rivier.
D
De provincie.

Slide 28 - Quizvraag

Welke provincie is dit?
A
Zwolle
B
Utrecht
C
Groningen
D
Gelderland

Slide 29 - Quizvraag

De winnaar is.....

Slide 30 - Tekstslide