Grensoverschrijdend en pestgedrag, les 2.

Grensoverschrijdend en pestgedrag, les 2.
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Grensoverschrijdend en pestgedrag, les 2.

Slide 1 - Tekstslide

Willen jullie dit feedbackformulier invullen?
https://forms.office.com/Pages/ResponsePage.aspx?id=Z7gdgVJtBkOC8GyzfdPo_mDfACGoqkJHtcGsZnNF_65UREZaTVhMTzA5SkFQTFo3NkhPUklMVktaMy4u

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen:
Pestgedrag signaleren bij collega’s en cliënten.

Professionele manieren van reageren en handelen toepassen.

Grenzen aangeven en pesten bespreekbaar maken.

Reflecteren op eigen rol en houding.

Slide 3 - Tekstslide

“Pesten op de werkvloer is net zo schadelijk als onder jongeren.”
Eens
Oneens

Slide 4 - Poll

“Je moet altijd meteen ingrijpen bij pestgedrag tussen cliënten.”
Eens
Oneens

Slide 5 - Poll

“Als collega’s pesten, kun je daar als stagiair weinig aan doen.”
Eens
Oneens

Slide 6 - Poll

Welke hoofdvormen van pesten ken je nog uit de vorige les? Noteer steekwoorden.

Slide 7 - Woordweb

Campagnes
https://www.youtube.com/watch?v=Oph84K-6IPI

Slide 8 - Tekstslide

3 professionele hanvatten.
Signaleren en documenteren: Observeren zonder oordeel, feiten noteren.

Gesprek aangaan: In gesprek met pester, slachtoffer of collega, vanuit open houding.

Melden en opvolgen: Weet bij wie je moet zijn, volg procedures, blijf professioneel.

Je kunt hier een ezelsbruggetje gebruiken: "Zien – Spreken – Melden"

Slide 9 - Tekstslide

Signaleren en documenteren
Als professional let je bewust op gedragspatronen, emoties en reacties. Je verzamelt feitelijke observaties (wie, wat, wanneer, hoe vaak) zonder meteen te oordelen.

Pestgedrag is vaak subtiel. Door goed te observeren en objectief vast te leggen, kun je onderbouwd actie ondernemen of anderen erbij betrekken.

Je merkt dat een cliënt tijdens gezamenlijke activiteiten altijd apart zit en anderen hem negeren. Je noteert dit gedrag drie keer op verschillende dagen in het cliëntdossier met datum en situatie, zonder oordeel:
“Tijdens koffiemoment op 4 april zat cliënt X alleen aan tafel, andere cliënten draaiden zich letterlijk van hem af toen hij zich wilde aansluiten.”

Slide 10 - Tekstslide

Gesprek aangaan.
Je gaat op een open en professionele manier in gesprek met betrokkenen: de persoon die pest, het slachtoffer of eventueel collega’s. Je stelt vragen in plaats van te beschuldigen. Door het bespreekbaar te maken, laat je merken dat je het ziet en serieus neemt. Vaak beseffen mensen niet dat hun gedrag als pesten wordt ervaren.

Je collega maakt steeds denigrerende grapjes over een andere collega. Je zegt na het werkmoment rustig: “Ik hoorde je vanmorgen weer een opmerking maken over haar accent. Dat gebeurt wel vaker. Hoe bedoel je dat eigenlijk? Weet je hoe zij zich daarbij voelt?”
Bij cliënten kun je het laagdrempelig houden:
“Ik zie dat jij vaak wordt buitengesloten. Hoe is dat voor jou?” of
“Waarom lachen jullie als cliënt X iets zegt? Is dat grappig of ongemakkelijk?”

Slide 11 - Tekstslide

Melden en opvolgen.
Je maakt pestgedrag bespreekbaar bij de juiste persoon: teamleider, gedragskundige of vertrouwenspersoon. Je volgt de meldroute van de organisatie. Soms betekent dit ook: erbij blijven, vinger aan de pols houden.

Professioneel handelen betekent dat je verantwoordelijkheid neemt, ook als je zelf niet direct kunt ingrijpen. Door te melden bescherm je cliënten of collega’s én jezelf.

Voorbeelden:
Je hebt meerdere keren gezien dat een cliënt wordt genegeerd en afgeblaft door groepsgenoten. Na signaleren en een gesprek meld je dit bij je werkbegeleider of schrijft een incidentmelding.

In een zorgteam merk je dat pesten plaatsvindt tussen collega's. Je bespreekt dit met de leidinggevende, ook als dat spannend is. Bijvoorbeeld: “Ik wil iets bespreken wat me zorgen baart. Ik zie dat collega X steeds negatief reageert op collega Y. Ik weet niet zeker of het pesten is, maar het voelt niet goed.”

Slide 12 - Tekstslide

Opdracht.
Werkvorm: Analyse & toepassen van handvatten
Groepjes van 3-4 studenten.

Elke groep krijgt een hand-out met de handvatten en 4 casussen.

Opdracht:

Herken het pestgedrag.

Welke handvatten zijn toepasbaar?

Wat zou jij doen als professional?

Wat zijn valkuilen of dilemma’s?

Slide 13 - Tekstslide

Nabespreken casussen.
Hoe zag het pestgedrag eruit?

Welke handvatten pasten jullie toe?

Wat was lastig of opvallend?

Slide 14 - Tekstslide

Wat neem je mee uit deze les?

Slide 15 - Woordweb

Wat wil je volgende week oefenen/ behandelen?

Slide 16 - Open vraag

Zien-spreken-melden

Slide 17 - Tekstslide