6.4 de macht van de vorsten

6.4 de macht van de vorsten
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

6.4 de macht van de vorsten

Slide 1 - Tekstslide

Bestudeer de bron. In de tijd van steden en staten ontstond in Nederland een landbouwstedelijke samenleving. Gaat de bron over een oorzaak of over een gevolg van die ontwikkeling?
A
een oorzaak
B
een gevolg

Slide 2 - Quizvraag

Als steden stadsrechten kregen dan werd de macht van de adel
A
groter
B
kleiner

Slide 3 - Quizvraag

Lesdoelen
aan het eind van deze les:
  • weet je hoe de macht van de Duitse vorst afnam
  • kun je verklaren hoe de Franse koning machtiger werd
  • kun je verklaren hoe de macht van de Engelse koning zich ontwikkelde
  • weet je op welke manier Europese vorsten hun land als eenheid gingen besturen

Slide 4 - Tekstslide

Duitsland
  • koningschap was niet erfelijk: koningen gekozen door keurvorsten
  • vier hoge edelen en drie bisschoppen 
  • koning koos op zijn beurt weer  bisschoppen, dit werden vaak leenmannen
  • paus bracht hier verandering in

Slide 5 - Tekstslide

Strijd 
  • benoemen van bisschoppen = investituur
  •  Paus Gregorius vond dit een taak voor de kerk
  • gevolg: strijd tussen paus en vorst = investituurstrijd 
  • gewonnen in 1122 door de paus
  • afspraken: paus benoemt bisschoppen, daarentegen mogen bisschoppen wel leenman blijven 

Slide 6 - Tekstslide

Engeland
  • Engelse koning vaak in oorlog met Frankrijk
  • Oorlog = duur --> edelen waren hier niet blij mee
  • Edelen dwongen de Engelse koning Jan Zonder Land om in 1215 de Magna Carta te ondertekenen

  • Magna Carta: document waarin staat dat de koning zich aan de wetten moet houden
  • Hiernaast moet hij toestemming vragen als hij de belasting wil verhogen 

Slide 7 - Tekstslide

                Frankrijk

Slide 8 - Tekstslide

Frankrijk
Situatie anders dan in Engeland: vorst werd juist machtiger 
  • Na de val van het Frankische rijk had de vorst alleen nog macht rondom zijn paleis in Parijs
  • Door oorlog, huwelijken en erfenissen vergrootten vorsten hun macht 

  • Hiernaast werd er tussen 1337 en 1453 oorlog gevoerd in Frankrijk; ook wel 100-jarige oorlog
       - de Engelse koning en de Franse edelen probeerden de Franse koning van de troon te                        stoten 
  • Winst voor de Franse vorst Karel II met behulp van Jeanne D'arc 

Slide 9 - Tekstslide

Jeanne D'arc
  • Tijdens 100 jarige oorlog verloor Franse koning Karel II veel gebied aan de Engelse
  • Jeanne D'arc kreeg een goddelijke boodschap om Frankrijk te redden
  • Kreeg leiding over het leger (verkleed als man) en won vele veldslagen
  • Dit stelde de Franse troon veilig
  • Met Jeanne D'arc liep het niet goed af 

Slide 10 - Tekstslide

Vorsten worden machtig 
Vorsten kregen veel geld binnen door het verkopen van stadsrechten
  • Van belastinggeld namen zij een eigen bestuur in dienst en betaalden een eigen leger--> afname macht leenmannen 
  • Koningen bestuurden hun land steeds meer als eenheid door rechtbanken en wetten = staatsvorming
  • Hierdoor bestuurden koningen het land vanuit één centrale plek = centralisatie 

Slide 11 - Tekstslide

Invloed van de burgers
  • Burgers betaalden belasting, wilden daardoor ook meer inspraak
  • Eerste stand: geestelijken
  • Tweede stand: adel
  • Derde stand: burgerij
  • Had de koning advies nodig? dan riep hij de drie standen bij elkaar om te vergaderen 
  • In Engeland heet dit het parlement, in NL heet dit de Staten-Generaal

Slide 12 - Tekstslide

Aan het werk
- Maak alle opdrachten van H6.4 af
- Kijk H6.3 en H6.4 na. 

Toets in de toetsweek:
Hoofdstuk 6: paragraaf 1,2,3,4,5

Slide 13 - Tekstslide