Economisch bekeken - H2.3 De taken verdeeld - KADER

2.3. De taken verdeeld 
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

2.3. De taken verdeeld 

Slide 1 - Tekstslide

Terugblik

Slide 2 - Tekstslide

Gatentekst
Goederen en diensten worden geproduceerd door bedrijven en individuen, die daarvoor betaald worden. Dit wordt 1) _______ genoemd. Er is ook sprake van 2) _______, zoals thuis schoonmaken, koken, voor de kinderen zorgen of vrijwilligerswerk. Er zijn 3) _______ nodig zijn om te produceren. Dit zijn kapitaal, arbeid en natuur. 4) _______ zijn de machines, gebouwen, gereedschappen die nodig zijn om iets te maken.
5) _______
is de tijd en de inzet van mensen die iets maken of doen. 6) _______ zijn de hulpbronnen die gebruikt worden om iets te maken, zoals olie, gas, hout en water. De 7) _______  is het verschil tussen de kosten van iets zelf doen en iets uitbesteden
Vul in in de tekst!
  • Natuur
  • Betaald
     produceren
  • Waarde
     productie thuis
  • Kapitaal
  • Arbeid
  • Onbetaald
     produceren

Slide 3 - Tekstslide

Gatentekst
Goederen en diensten worden geproduceerd door bedrijven en individuen, die daarvoor betaald worden. Dit wordt BETAALD PRODUCEREN genoemd. Er is ook sprake van ONBETAALD PRODUCEREN, zoals thuis schoonmaken, koken, voor de kinderen zorgen of vrijwilligerswerk. Er zijn PRODUCTIEFACTOREN nodig zijn om te produceren. Dit zijn kapitaal, arbeid en natuur. KAPITAAL zijn de machines, gebouwen, gereedschappen die nodig zijn om iets te maken. ARBEID is de tijd en de inzet van mensen die iets maken of doen. NATUUR zijn de hulpbronnen die gebruikt worden om iets te maken, zoals olie, gas, hout en water. De WAARDE PRODUCTIE THUIS is het verschil tussen de kosten van iets zelf doen en iets uitbesteden

Slide 4 - Tekstslide

2.3. De taken verdeeld 

Slide 5 - Tekstslide

Aan het eind van deze paragraaf kun je:
  • een staafdiagram en een cirkeldiagram maken
  • gegevens opzoeken in een staafdiagram en een cirkeldiagram.
  • een conclusie trekken uit een staafdiagram of cirkeldiagram.
Wat gaan we leren?

Slide 6 - Tekstslide

Staafdiagram

Slide 7 - Tekstslide

  • De betekenis van deze staafdelen
      staat in de legenda of in de
      staven zelf.
  • De betekenis van deze staafdelen
      staat in de legenda of in de
      staven zelf.
  • Wie doet het meeste onbetaalde
      werk?
Gestapelde staafdiagram

Slide 8 - Tekstslide

  •  Waaraan heeft Arthur de afgelopen maand het minste geld uitgegeven? 
Cirkeldiagram

Slide 9 - Tekstslide

VRAGEN?

Slide 10 - Tekstslide

WAT IS WAT?

Slide 11 - Tekstslide

WAT IS WAT?

Slide 12 - Tekstslide

  • Hoeveel euro
     geeft Arthur uit
     aan kleding en
     verzorging?
REKENVRAAG

Slide 13 - Tekstslide

  • € 120 : 100 =
     € 1,20 (1%)
     € 1,20 x 30% =
     € 36,-
  • € 120,- : 100 x 30 =
     € 36,-
REKENVRAAG

Slide 14 - Tekstslide

Bedankt en fijne dag!

Slide 15 - Tekstslide