zintuigen week 2 les 2 (deventer)

1 / 31
volgende
Slide 1: Video
anatomie, fysiologie en pathologieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Video

'kegeltjes-rijk'
Kegeltjes zijn nodig om scherp te zien
en kleuren waar te nemen

Bij beschadiging van de macula gaat
dit dus achteruit

Slide 2 - Tekstslide

Het oog
buitenkant
  • Wenkbrauw => vuil en zweet tegen houden
  • Traanklier      => maakt traanvocht.
  • Traanvocht   => houdt oog vochtig en schoon
  • Ooglid met wimpers => vuil tegen houden
  • Pupil               => licht doorlaten
  • Iris                   => hoeveelheid licht regelen
  • Oogwit          => is harde oogvlies, geeft stevigheid
  • Traanbuis     => traanvocht afvoeren

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Hoe noem je het groter en kleiner worden van de pupil? (dit gaat vanzelf)
A
Oogreflex
B
Pupilreflex
C
Accomoderen
D
Accomodatiereflex

Slide 5 - Quizvraag

Pupilreflex

Slide 6 - Tekstslide

GEHOOR

Slide 7 - Tekstslide

                           is de                                 prikkel voor het oog.

Geluid is de prikkel voor het                   .  
Een prikkel wordt pas waargenomen als deze  sterker is dan de                           . Dan wordt het elektrische signaal omgezet in een         

adequate
 oor 
licht
drempelwaarde 
impuls 

Slide 8 - Sleepvraag

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

De buis van Eustachius verbindt de trommelholte met de keelholte
A
waar
B
niet waar

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Tekstslide

Buis van Eustachius
Buisje tussen trommelholte en keelholte.

De wanden van de buis liggen meestal tegen elkaar aan gedrukt, zodat de buis dicht is.

 Als je slikt of gaapt, gaat de buis open.

 Er kan dan lucht van de trommelholte naar de keelholte, en omgekeerd. Hierdoor wordt de luchtdruk aan beide zijden van het trommelvlies gelijk. 

Dit is nodig om het trommelvlies goed te laten trillen.





Slide 14 - Tekstslide

het trommelvlies 
  • diameter van ongeveer 1 cm;
  • membraan van huid;
  • opvangen van geluidstrillingen;
  • bescherming van middenoorholte.

Slide 15 - Tekstslide

Trommelvlies en
 luchtdruk

Slide 16 - Tekstslide

Gehoorbeentjes
  • In de trommelholte achter
het trommelvlies liggen 3
botjes: gehoorbeentjes
  • Hamer, aambeeld en
stijgbeugel
  • als het trommelvlies trilt
gaan de botjes ook trillen
  • die geven de trillingen door
aan het slakkenhuis

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

uitwendige oor: trilling opvangen

Opvangen van het signaal

Slide 19 - Tekstslide

Via de gehoorgang komen de geluiden bij het trommelvlies
Opvangen van het signaal

Slide 20 - Tekstslide

Gehoorbeentjes, trillingen doorgeven

Slide 21 - Tekstslide

Slakkenhuis --> impuls --> gehoorzenuw

Slide 22 - Tekstslide

hoge geluiden:
begin van het slakkenhuis

lage geluiden: eind van het slakkenhuis


Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

 Je kunt de route die een geluidstrilling aflegt door de onderdelen van het oor noemen
-->
-->
-->
-->
-->
gehoorbeentjes trillen
zintuigcellen zetten prikkel om in impulsen
impulsen gaan naar hersenen
geluid zorgt voor trillingen in de lucht
trommelvlies gaat trillen

Slide 25 - Sleepvraag


Welke onderdelen vind je in het binnenoor?
A
trommelholte, slakkenhuis en gehoorzenuw
B
slakkenhuis en gehoorzenuw
C
slakkenhuis, buis van Eustachius en gehoorzenuw
D
slakkenhuis en buis van Eustachius

Slide 26 - Quizvraag


A
Gehoorbeentjes
B
Slakkenhuis
C
Trommelvlies
D
Buis van Eustachius

Slide 27 - Quizvraag

Waar worden hoge geluiden doorgegeven?
A
aan het begin van het slakkenhuis
B
In het midden van het slakkenhuis
C
aan het einde van het slakkenhuis

Slide 28 - Quizvraag

Slide 29 - Video

Slide 30 - Tekstslide

Vragen, tips, welke onderdelen wil je nog een keer herhaald hebben?

Slide 31 - Open vraag