herhaling zullen en Aletta Jacobs

Unit studentenleven
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 6

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Unit studentenleven

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

met jullie oral exam results

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat doen we vandaag?
Aletta Jacobs
verkiezingen
grammatica: zullen en gaan

REMINDER
29 maart verslag open dag inleveren op MB

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aletta Jacobs
1854-1929
Arts
Zij wilde, mocht én ging naar de universiteit
Vrouwenkiesrecht

Slide 4 - Tekstslide

Aletta Jacobs

Aletta Henriëtte Jacobs (Sappemeer, 9 februari 1854 – Baarn, 10 augustus 1929) was een Nederlandse arts en feministe.


Activiteiten
Luister naar de informatie over Aletta Jacobs en maak notities. Schrijf woorden op die je niet kent.
https://www.canonvannederland.nl/nl/alettajacobs

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gebeurt er vandaag?
Verkiezingen provincies en  het waterschap




Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verkiezingen
Stembiljet en kandidatenlijst
stemmen-to vote
stem-voice or vote

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

tijden/tenses
present tense- Ik fiets naar huis.
past tense-Ik fietste naar huis.
perfectum-ik ben naar huis gefietst. 
futurum-ik zal naar huis fietsen/ik ga naar huis fietsen. 

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Grammatica-herhaling
Hoe praten we over de toekomst in het Nederlands?
toekomende tijd-futurum/ future tense

zullen-shall
gaan-to go
Wij zullen slagen voor het examen.
Ik ga studeren in Amerika. 

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer gebruik je gaan en wanneer gebruik je zullen?

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zullen
-belofte (promise)
-voorstel (proposal)
-veronderstelling (assumption)
-plan/intentie
Ik zal beter mijn best doen.
Zullen we naar school fietsen?
Het zal wel regenen vanavond.
Hopelijk zal hij op tijd zijn.
Gaan
-actie/begin van iets (start of something) 
-handeling
-zekerheid (probability) 

Ik ga boodschappen doen.
We gaan wandelen.
Ik ga volgend jaar studeren.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Futurum /future tense
Maak zinnen met 'gaan' of 'zullen'.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Morgen - werken

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

In de toekomst - Arabisch leren

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak een zin met de foto.

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak een zin met de foto.

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

maak notities terwijl je de video kijkt