P5-les3-Maatschappelijke positie en soort sociale ongelijkheid

Wat weten we nog van de vorige keer?
Wat is de maatschappelijke ladder?

Wat is het ´glazen plafond´?

´Dit is mijn zoon, die ga ik niet opereren!´


1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijwetenschappenMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Wat weten we nog van de vorige keer?
Wat is de maatschappelijke ladder?

Wat is het ´glazen plafond´?

´Dit is mijn zoon, die ga ik niet opereren!´


Slide 1 - Tekstslide

Wat willen we vandaag bereiken?
Je maakt verder kennis met de volgende begrippen:
Sociale stratificatie, sociale mobiliteit, positietoewijzing, positieverwerving.

We maken kennis met sociale ongelijkheid op 5 gebieden:
Klasse, gender, etniciteit, generaties, sociaalcultureel.

Slide 2 - Tekstslide

KERNCONCEPT Macht (3)

Het (1) in te zetten om bepaalde (2) en de (3) te beperken of te vergroten.


Slide 3 - Open vraag

Sociale stratificatie

Sociale stratificatie is een verdeling van de maatschappij in groepen (sociale lagen) waartussen sociale ongelijkheid bestaat. 


Leden van verschillende sociale lagen verschillen in 

levensstijl, manieren, eetgewoonten, taalgebruik, 

vrijetijdsbesteding en culturele smaak en 

daardoor herkennen mensen elkaar als 

behorend tot een bepaald sociaal milieu. 



Slide 4 - Tekstslide

Boeren vs. kakkers

Verschillen in ...


- levensstijl (alcohol vs. wijn)

- manieren (hand schudden vs. 3 zoenen)

- eetgewoonten (je weet zelf vs. mes en vork)

- taalgebruik (Marty vs. Matty)

- vrijetijdsbesteding (sporten vs. kopje thee bij de kachel)

- culturele smaak (Mission impossible vs. Bocelli)



Slide 5 - Tekstslide

Sociale mobiliteit
De mogelijkheid van individuen of 
groepen om verandering aan te brengen 
in hun maatschappelijke positie.

Kun je op latere leeftijd nog met mes en vork leren eten?
Kun je van een boer veranderen naar een kakker of andersom? 
Is jouw maatschappelijke positie zomaar te veranderen?


Slide 6 - Tekstslide

Positietoewijzing

Het proces van positietoewijzing verwijst 

naar maatschappelijke oorzaken,

waardoor een persoon of groep 

op een bepaalde positie terechtkomt. 


Deze maatschappelijke oorzaken werken 

van buitenaf op de persoon of groep in. 

Slide 7 - Tekstslide

Positieverwerving
Het proces van positieverwerving verwijst naar het verkrijgen van een maatschappelijke positie door de eigen bijdrage van een persoon of de groep waartoe hij behoort. 



Wie is het beste voorbeeld van positieverwerving?


Slide 8 - Tekstslide

Sociale mobiliteit
Sociale stratificatie
Positieverwerving
Positietoewijzing
Maatschappelijke oorzaken waardoor een persoon in een bepaalde positie terechtkomt.
De mogelijkheid van individuen om verandering aan te brengen in hun maatschappelijke positie
Het verkrijgen van een maatschappelijke positie door de eigen bijdrage van een persoon .
Een verdeling van de maatschappij in groepen, waartussen sociale ongelijkheid bestaat

Slide 9 - Sleepvraag

KERNCONCEPT Conflict (2)

Een situatie waarin (1), groepen en/of staten elkaar (2) om de eigen (3) te bereiken.

Slide 10 - Open vraag

Klasse

Klassenverschillen zijn afgenomen door o.a. de sociale wetgeving en de groeiende welvaart, maar niet verdwenen. Aan de onderkant van de samenleving heeft zich een relatief omvangrijke onderklasse gevormd, die leeft in een situatie van nieuw opgekomen schaarste.





Bijvoorbeeld de arbeider vs. de zakenman.


Slide 11 - Tekstslide

Gender

Gender verwijst naar de cultureel bepaalde verschillen tussen mannen en vrouwen en niet naar de biologische verschillen tussen mannen en vrouwen (sekse). De ongelijke behandeling van vrouwen en mannen heeft tot de emancipatiestrijd geleid. De sociale ongelijkheid tussen mannen en vrouwen is verminderd, maar niet verdwenen.




Bijvoorbeeld de 'piepjestest' bij gym.

Slide 12 - Tekstslide

Etniciteit

Spanningen tussen bevolkingsgroepen van verschillende etnische afkomst hebben vaak ook een klasse-aspect. De combinatie van een lage, ongeschoolde klasse en een niet-blanke huidskleur geeft vaak aanleiding tot discriminatie en 

kan leiden tot sociale uitsluiting van groepen.




Bijvoorbeeld bij solliciteren.



Slide 13 - Tekstslide

Generaties

Verschillen tussen ouderen en jongeren kunnen leiden tot een generatieconflict.




Bijvoorbeeld dat in de toekomst steeds 

minder jonge mensen de kosten voor de 

oudedagvoorziening en de gezondheidszorg 

van steeds meer ouderen moeten opbrengen. 

Slide 14 - Tekstslide

Sociaalcultureel

Sociaal-culturele kenmerken worden soms als aangrijpingspunt voor discriminatie gebruikt. Om de sociale cohesie van een groep te behouden kan een groep zich afzetten tegen een andere groep. Daarbij spelen ook de belangen van de dominerende groep een rol. Om een bepaalde machtspositie te behouden worden leden van de andere groep behandeld als buitenstaanders, als mensen die er niet bij horen. 



Bijvoorbeeld Ajax-supporters 

vs. Feijenoord-supporters

Slide 15 - Tekstslide