NN Ed5 Woordenschat H3 - Officieel taalgebruik (EM)

Doel: jullie herkennen en begrijpen figuurlijk taalgebruik. Jullie kunnen de betekenis van uitdrukkingen opzoeken in een woordenboek. Jullie kennen de betekenis van alle woorden uit deze paragraaf  
De woordenlijst van H3 vind je in Teams
Theorie van woordenschat op blz 76
Taalverzorging 1  op blz.  80 van je boek
Taalverzorging 2 op blz.  82
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Doel: jullie herkennen en begrijpen figuurlijk taalgebruik. Jullie kunnen de betekenis van uitdrukkingen opzoeken in een woordenboek. Jullie kennen de betekenis van alle woorden uit deze paragraaf  
De woordenlijst van H3 vind je in Teams
Theorie van woordenschat op blz 76
Taalverzorging 1  op blz.  80 van je boek
Taalverzorging 2 op blz.  82

Slide 1 - Tekstslide

Noteer de betekenis
van het woord:
pyromaan

Slide 2 - Woordweb

Noteer de betekenis
van het woord:
cliënt

Slide 3 - Woordweb

Noteer de betekenis
van het woord:
ongeveer

Slide 4 - Woordweb

Welk woord past in de zin?
Ik begrijp niet dat jij een ..... krijgt van huiswerk maken.
A
beroerte
B
kick
C
pyromaan
D
behoefte

Slide 5 - Quizvraag

Welk woord past in de zin?
Met een voldoende voor deze test toon jij je .....aan.
A
behoefte
B
motieven
C
bekwaamheid
D
intelligentie

Slide 6 - Quizvraag

Noteer de juiste vorm van het woord:
(organiseren)
Hij doet dit jaar de ....van het feest.

Slide 7 - Woordweb

Maak simpeler:
Het merendeel van de leerlingen vindt het pakket van Coronamaatregelen per saldo uitmuntend.

Slide 8 - Open vraag

Wat betekent de zin:
Bij overtredingen moet je
direct aan de bel trekken.

Slide 9 - Woordweb

Wat betekent de zin:
Aan het uitmuntende werk van je klasgenoot kun jij een puntje zuigen.

Slide 10 - Woordweb

Een journalist is
A
een pyromaan
B
een leraar
C
een verslaggever
D
een organisator

Slide 11 - Quizvraag

Desondanks betekent:
A
toch
B
zeker niet
C
in het geval
D
ook niet

Slide 12 - Quizvraag

te allen tijde betekent:
A
evenmin
B
in het geval
C
nooit
D
altijd

Slide 13 - Quizvraag

H3 Woordenschat
Een vergelijking maakt een tekst vaak krachtiger en aantrekkelijker.

Voorbeelden:

Hans is zo sterk als een beer. -Hans wordt vergeleken met een beer.
Anne-Marie is zo trots als een pauw. - Anne-Marie wordt vergeleken met een pauw.
Een vergelijking is een vorm van beeldspraak.
 Een vergelijking herken je aan het gebruik van:

'als',       'zo...als',         'het lijkt wel...',

Slide 14 - Tekstslide

Opdracht:

1.Joost is zo gek als een _______.
2.Mijn opa rookt als een _______.
3.Inge slaapt als een _______.
4. Herman liet hem vallen als een _______.
5.Marije stond te trillen als een _______.
6.Jeffrey voelde zich zo slap als een _______.
Vergelijkingen: 

vaatdoek
rietje
ketter
deur
roos
baksteen

Slide 15 - Tekstslide

Antwoorden
1.Joost is zo gek als een deur.
2.Mijn opa rookt als een ketter.
3.Inge slaapt als een roos.
4.Herman liet hem vallen als een baksteen.
5.Marije stond te trillen als een rietje.
6.Jeffrey voelde zich zo slap als een vaatdoek.

Slide 16 - Tekstslide


Figuurlijk taalgebruik


Figuurlijk taalgebruik kan helemaal verkeerd begrepen worden.
Mensen nemen het figuurlijk taalgebruik soms te letterlijk.
Hierdoor krijgt de tekst een heel andere betekenis.

Slide 17 - Tekstslide

Vorm van beeldspraak
Voorbeelden:

Hij woont in het hart van de stad.
Het is een beer van een vent.
Door hem ben ik nu mooi de sigaar.
Natalie staat te springen om op vakantie te gaan.

Slide 18 - Tekstslide

Voorbeeld 1:
Als je iets wilt weten, moet je aan de bel trekken.
Met 'aan de bel trekken' wordt bedoeld: 'ergens aandacht voor vragen'.
Het betekent dus niet letterlijk 'aan een echte bel trekken'.

Slide 19 - Tekstslide

Voorbeeld 2:
Als je je cijfer wilt weten, moet je de leraar aan zijn jasje trekken.
Met 'de leraar aan zijn jasje trekken' wordt bedoeld: 'de leraar iets zeggen of vragen'.
Het betekent dus niet letterlijk 'aan zijn jasje trekken'.

Slide 20 - Tekstslide

SE H3 gaat over:
* Woordenschat (woordenlijst in Teams)
* Taalverzorging 1  -> ond en pv enkelvoud en meervoud
* Taalverzorging 2 -> voltooid deelwoord

*Als voorbereiding op het SE van H3-> kijk je de uitlegfilmpjes nog een keer op je laptop, en leer de groene theorie (staat er onder, of in je boek)
*Leer de woordenlijst in Teams van H3
* Maak ook de digitale opdrachten nog een keer om te oefenen

Slide 21 - Tekstslide