2.2 Politiek in Athene

2.2 Politiek in Athene
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

2.2 Politiek in Athene

Slide 1 - Tekstslide

Deze les
Inloop + programma
Wat weet je nog?
Leerdoelen
Uitleg 2.2 Politiek in Athene
Uitleg expertgroepjes
Werken in expertgroepjes
Korte presentaties
Afsluiten

Slide 2 - Tekstslide

Wat weet je nog
uit de vorige les?

Slide 3 - Woordweb

Verschillende staatsvormen
Monarchie
Aristocratie
Tirannie
Democratie

Slide 4 - Tekstslide

Monarchie
  •  Een koning heeft de macht
  • Raad van ouderlingen (wijze oude mannen) helpen hem bij het bestuur. 

Slide 5 - Tekstslide

Aristocratie
  • Edelen of 'besten' 
  • Hele rijke mannen
  • Wilden meer inspraak in ruil voor het verdedigen van de stad
  • Kwamen een paar keer per jaar samen om beslissingen te nemen. 
  • De monarchie verdween. 
  • Ze kregen advies van de raad van ouderlingen

Slide 6 - Tekstslide

Tirannie
  • Er is één man aan de macht
  • Ook Athene werd een tijd lang bestuurd door een tiran. 

Slide 7 - Tekstslide

Democratie
  • Ook 'gewone' burgers moesten meevechten in het leger en de vloot --> wilden inspraak! 
  • Vanaf 508 v. Chr. mochten Atheense mannen met burgerrecht die ouder waren dan 18 meebeslissen in de politiek. 
  • Het volk had dus de macht!

Slide 8 - Tekstslide

Atheense democratie
  • Er was een volksvergadering, zij nemen alleen besluiten over belangrijke zaken zoals vrede, oorlog, de vloot en het leger. 
  • Er was plek voor 6000 burgers
  • Verder was er een aparte raad van 500 burgers, zij besloten over de minder belangrijke dingen. Zij wisselden elke maand. 

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Verschillen met Nederland
  • In Nederland kiezen we leden van de Tweede Kamer, in Griekenland bestuurden burgers naast hun normale werk. 
  • In Nederland blijven ministers meestal 4 jaar zitten, in Griekenland dus vaak maar een maand. 
  • In Nederland mogen vrouwen ook meebeslissen, in Griekenland alleen mannen met burgerrecht.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Hoe noemen we de staatsvorm waarbij de macht in handen is van een koning?
A
Tirannie
B
Monarchie
C
Democratie
D
Aristocratie

Slide 13 - Quizvraag

Noem één verschil tussen de democratie in Athene en de democratie in Nederland

Slide 14 - Open vraag

Leg kort uit waardoor de democratie in Griekenland uiteindelijk verdween

Slide 15 - Open vraag

Opdracht expertgroepjes
  • Iedereen in het groepje krijgt een eigen begrip toegewezen. 
  • Je gaat daarna voor jezelf antwoord geven op de vragen op de volgende dia. 
  • Als de tijd van onderzoek doen voorbij is, leg je de antwoorden uit aan je groepsleden. 
  • Als dat gedaan is, kiest de docent steeds één persoon uit die een begrip uit moet leggen (willekeurig!)
  • Iedereen in je groepje moet alle begrippen kunnen uitleggen. 

Slide 16 - Tekstslide

Begrippen
1. Monarchie
2. Aristocratie
3. Tirannie
4. Democratie
5. Volksvergadering
Vragen
1. Wie heeft/ hebben de macht?
2. Wie hadden er nog meer inspraak in het bestuur?
3. In welke Griekse stadstaat vind je deze bestuursvorm?


Slide 17 - Tekstslide

Huiswerk
Maken: opdrachten op blz. 70 en 71 van je boek. 

Arceer in paragraaf 2.2 wat je belangrijk vindt! 

Slide 18 - Tekstslide