Hh grammar unit 1 part 1

Welcome
Put your phone in the phonebag.
Sit down.


Monday the 24th of October
- Present Simple
- Possessive 's / ' / of
- Conjuctions
- Possessive pronouns
1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welcome
Put your phone in the phonebag.
Sit down.


Monday the 24th of October
- Present Simple
- Possessive 's / ' / of
- Conjuctions
- Possessive pronouns

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

How today's class will go
I will revise the grammar items of unit 1, one by one.
You get to decide whether you want to join my explanation or practice it by yourself.

I do not want to be bother by anyone that is working independently! 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je nog over de present simple?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Present Simple
Wordt gebruikt om te praten over facts (=feiten), habits (=gewoontes) & things that happen regularly (=dingen die met regelmaat gebeuren).
 
Ex.
I like my friends
We often arrive early
They look great

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Present Simple
Gebruik de stam + (s)

I walk
you walk
he/she/it walks
we walk
they walk
you walk

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Your turn!
Fill in the gap.

Johnny _____ (like) playing football. 
They _____ (look) great.


Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Present Simple
Soms moet je bij he/she/it -es achter het werkwoord plakken in plaats van -s.

Dit doe je bij do/go en werkwoorden die eindigen met een s-geluid
 (-s, -sh, -x, -ch)
VB:
do - does
watch - watches
box - boxes

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Present Simple
Eindigt een werkwoord met -y? Maak hier -ies van ipv -s.
Staat er een klinker (a, e, i, o, u) voor de y? Dan plak je er alleen een -s achter. 

VB. 
try - tries
buy - buys

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stappenplan
1. Gaat het om een he/she/it?
nee = gebruik de stam
2. Ja? eindigt het werkwoord met een -y of een s geluid? 
nee = plak er een -s achter
s- geluid = plak er een -es achter. 
y = plak er een -s achter tenzij de letter voor de y een a, i, o, e of u is. Dan maak je er -ies van. 

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

En ontkenningen en vragen dan?
Bij een ontkenning gebruik je don't/doesn't + stam.
I don't like spinach.
He doesn't like spinach.

Bij een vraag gebruik je do/does + onderwerp + stam
Do you like spinach?
Does he like spinach?



Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Possessive 's / s / of
Wat weet je nog?

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Possessive (bezit)
's
namen, mensen en dieren enkelvoud


meervouden die niet op een s eindigen


Als een naam eindigt met een  dan gebruik je OOK de regel 'enkelvoud'

I like Tara's hair.
Who took Anthony's pen?
The cat's whiskers.

Men's clothing.


Lucas's iPad.
This is Charles's chair.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Possessive (bezit)


meervouden die op s eindigen

My parents' car. (mum and dad = parents)
His siblings' hobby. (siblings =                           )
'

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Possessive (bezit)


dingen, plaatsen of landen

The  roof  of  the  house.
The  capital  of  England.
Please  open  the  door  of  this  room.
 The name of the school
The top floor of the building.
of

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Examples

 the car of John = John's car
the room of the girls = the girls' room
     clothes for men  = men's clothes
the boat of the sailors = the sailors' boat

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Isn't this ______ book?
timer
0:20
A
Peter
B
Peter's
C
Peters'
D
Peters

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

They are painting the ____ room this week.
timer
0:20
A
Children's
B
Childrens
C
Childrens'
D
Children

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

_____ trousers can be found on the top floor.
timer
0:20
A
Men
B
Mens
C
Men's
D
Mens'

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

6. All the _____ books were in their lockers.
timer
0:20
A
boys's
B
boyss
C
boys'
D
boys

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

7. My ________ house is pretty far away.
timer
0:20
A
grandparents's
B
grandparentss
C
grandparents'
D
grandparents

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Which is correct?
timer
0:20
A
England's capital
B
The capital of England

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Which is correct?
timer
0:20
A
The name of the ship
B
The ship's name

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Conjunctions
Wat weten jullie nog?

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn conjunctions?

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Comparison, concession, relative pronouns overslaan. 

Let op bij as dat het ook als 'terwijl' bedoelt kan worden 

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sentences without conjunctions

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Same sentences with conjuctions

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

I don’t want to go to the movies ___________ I hate the smell of popcorn.
A
Although
B
Because
C
Whenever
D
So that

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

It is raining ___ you should take your umbrella with you.
A
and
B
or
C
so
D
because

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Shall I take chocolate ___ vanilla?
A
and
B
so
C
or
D
but

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

You should buy that jacket _____ you love it so much
A
so
B
unless
C
or
D
if

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

I will wait here ____ your train has arrived
A
when
B
but
C
until
D
then

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Possessive pronouns
Wat weten jullie nog?

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

En dat laatste rijtje dan?
Die geeft aan dat iets er één van is. 

VB
He is a friend of mine.
Hij heeft dus meerdere vrienden
Of mine
Of yours
Of his
Of hers
Of ours
Of theirs

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke zin klopt?
A
This is my Ipad.
B
This is mine Ipad

Slide 39 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Someone gave Sally a book. That book ... is very exciting.
A
hers
B
of hers

Slide 40 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

He loves ... new mountainbike.

Slide 41 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

When they were driving home, suddenly ....... car broke down

Slide 42 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

We took those pens. Those pens are ...

Slide 43 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Next classes A2Y
Thursday the 27th of October
Bring Everything Everything

Friday the 28th of October
No homework

Monday the 31st of October
NO TEST!  or homework

Thursday the 3rd of November
SO Unit 1

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies