In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
§9.3 Kunststoffen
Slide 1 - Tekstslide
Deze les
Bespreken opdracht
Uitleg §9.3
Maken vragen 15 t/m 22
Slide 2 - Tekstslide
Leerdoelen
Je leert welke eigenschappen kunststoffen hebben
Je leert de soorten kunststoffen in te delen in vier groepen
Je leert het verband te leggen tussen de microstructuur en de materiaaleigenschappen;
Je leert welke additieven aan kunststoffen kunnen worden toegevoegd en wat daarvan de invloed is op de materiaaleigenschappen;
Je leert te beschrijven welke verwerkingstechnieken worden toegepast.
Slide 3 - Tekstslide
Kunststoffen
Slide 4 - Woordweb
Thermoplasten
Lineaire molecuulstructuur;
Vanderwaalsbinding en soms H-bruggen tussen ketens;
Opnieuw om te smelten.
Slide 5 - Tekstslide
Thermoharder
Netwerk molecuulstructuur;
Atoombindingen (covalente bindingen, crosslinks, dwarsverbindingen) aanwezig tussen de ketens.
Niet om te smelten, bij verhitten wordt materiaal harder of ontleed.
Slide 6 - Tekstslide
Elastomeren
Elastomeren keren na vervorming weer terug in hun oorspronkelijke vorm.
Toepassingen
autobanden
elastiek
Slide 7 - Tekstslide
Composiet
Combinatie van minimaal twee materialen met andere eigenschappen dan de afzonderlijke materialen.
Combinatie van kunststof met vezels (glas-, koolstof-, aramidevezels).
Beste eigenschappen worden gecombineerd in nieuw materiaal.
Slide 8 - Tekstslide
Thermoplast of thermoharder?
thermoplast
thermoharder
smelten
losse ketens
netwerk
PUR
Slide 9 - Sleepvraag
Kunststof kun je verdelen in THERMOPLASTEN en THERMOHARDERS. Wat zijn de voordelen van thermoplasten? (2 antwoorden goed)
A
gemakkelijk te buigen
B
worden zacht bij verwarmen en dan kun je ze in een vorm persen
C
moeilijk te buigen
D
vrij hard, als je ze verwarmt dan behouden ze hun vorm.
Slide 10 - Quizvraag
Polymeren verwerken
Thermoplasten:
Extruderen
Spuitgieten
Blaasgieten
Thermoharders:
Polymeriseren in een mal
Slide 11 - Tekstslide
Extruderen
Onder druk wordt gesmolten thermoplast (granulaat, 1) door een spuitmond (2) geperst.
Bij afkoelen (4 e.v.) wordt de thermoplast harder en is de vorm verkregen.
Meestal productie van lange draden.
Slide 12 - Tekstslide
Spuitgieten
Zelfde principe als extruderen, maar er wordt gebruik gemaakt van een mal/matrijs voor diverse voorwerpen.
Alleen voor thermoplasten.
Granulaat
Slide 13 - Tekstslide
Blaasgieten
Gesmolten thermoplast wordt in juiste vorm geblazen.
Bijv. plastic flesjes.
Slide 14 - Tekstslide
Stelling 1) Spuitgieten kan alleen met thermoplasten Stelling 2) Voor spuitgieten zijn kunststoffen nodig met een lage smelttemperatuur
A
1 is juist, 2 is onjuist
B
Beide stellingen zijn juist
C
Beide stellingen zijn onjuist
D
2 is juist en 1 is onjuist
Slide 15 - Quizvraag
Thermoharder kan je spuitgieten
A
waar
B
niet waar
Slide 16 - Quizvraag
Productie thermoharders
Voorgaande technieken zijn alleen toepasbaar op thermoplasten.
Een thermoharder is immers niet om te smelten.
Een thermoharder wordt geproduceerd door in een mal de polymerisatie uit te voeren: in de mal wordt het polymeer hard.
Slide 17 - Tekstslide
Aan de slag
Lezen 9.3
Maken vragen 22
Slide 18 - Tekstslide
Kunststoffen kun je onderverdelen in drie groepen, namelijk: thermoharders, thermoplasten en elastomeren. - Maak tekeningen op deeltjesniveau voor elke groep. Geef bij de tekening duidelijk aan om welke groep kunststoffen het gaat.