6.3 Verslag en 6.4 Bevruchting

wat gaan we vandaag doen?
herhaling vorige les: 6.2 Bestuiving
leerdoelen vandaag
nieuwe theorie: 6.3 Verslag
nieuwe theorie: 6.4 Bevruchting
zelf aan de slag
herhalen leerdoelen
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

wat gaan we vandaag doen?
herhaling vorige les: 6.2 Bestuiving
leerdoelen vandaag
nieuwe theorie: 6.3 Verslag
nieuwe theorie: 6.4 Bevruchting
zelf aan de slag
herhalen leerdoelen

Slide 1 - Tekstslide

Thema 6 - Voortplanting bij planten en dieren
6.3 - Een verslag maken

Slide 2 - Tekstslide

Doelen van de paragraaf 6.3
Je weet hoe je een goede onderzoeksvraag stelt
Je kan (met hulp) een werkplan maken
Je kan (met hulp) je resultaten goed in een verslag zetten
Je kan een goede conclusie trekken uit je resultaten

Slide 3 - Tekstslide

Biologen doen onderzoek en werken veel samen.
Ze bestuderen bijv. planten en bloemen. Daarna vertellen ze aan andere onderzoekers wat ze hebben ontdekt. 
Dat kan op twee manieren:
• met een presentatie (mondeling)
• met een verslag (schriftelijk)
Bij een presentatie vertel je wat je hebt gedaan en wat je daardoor hebt ontdekt. Bij een verslag schrijf je overzichtelijk op wat je hebt gedaan en wat je hebt ontdekt.


Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Thema 6 Voortplanting bij planten en dieren
6.4 Bevruchting

Slide 6 - Tekstslide

Sleep naar de goede plaats
stempel
Bloem bodem
stijl
Vrucht beginsel
Eicel
Zaad beginsel

Slide 7 - Sleepvraag

Bij bestuiving komt stuifmeel op ....
van een bloem
A
het vruchtbeginsel
B
de kroonbladeren
C
de stempel
D
de stijl

Slide 8 - Quizvraag

Wie of wat zorgt bij deze bloem voor de bestuiving?
A
De dieren.
B
De mens.
C
De plant zelf.
D
De wind.

Slide 9 - Quizvraag

Stuifmeel van een roos komt op de stempel van een tulp. 
Is dat bestuiving?
A
Ja
B
Nee

Slide 10 - Quizvraag

Bij welk onderdeel vind de bestuiving plaats?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 11 - Quizvraag

Tekst
windbloemen
insectenbloemen
grote
kroonbladeren
plakkerig 
stuifmeel
geen geur
nectar
kleurige 
kroonbladeren
meeldraden buiten de bloem
geur
licht stuifmeel
onopvallende kroonbladeren
wind 
bestuiving
insecten 
bestuiving

Slide 12 - Sleepvraag

belangrijk!!!!

Slide 13 - Tekstslide

leerdoelen vandaag 6.4
Aan het einde van de les:
- kun je beschrijven hoe de bevruchting bij zaadplanten gaat.
- kun je beschrijven hoe een zaad ontstaat uit een zaadbeginsel.

Slide 14 - Tekstslide

Inleiding
Na de bestuiving komen de stuifmeelkorrel en de eicel in het zaadbeginsel bij elkaar.

Als ze samensmelten, is er bevruchting.

Slide 15 - Tekstslide

Kijk naar de afbeelding links.

Het vruchtbeginsel is een deel van de stamper.
In een vruchtbeginsel zitten zaadbeginsels.
In elk zaadbeginsel zit 1 eicel.
Een eicel heeft een kern.

Slide 16 - Tekstslide

In de afbeelding hiernaast zie je een doorsnede van een stamper.
Er zitten 3 stuifmeelkorrels op de stempel.

Uit elke stuifmeelkorrel groeit een buisje. Zo'n buisje heet een stuifmeelbuis

Aan het einde van elke stuifmeelbuis zit een celkern van de stuifmeelkorrel.

De stuifmeelbuizen met kern groeien door de stijl naar de zaadbeginsels in het vruchtbeginsel.
Door de stuifmeelbuis gaat de kern van een stuifmeelkorrel naar een zaadbeginsel toe.
.

Slide 17 - Tekstslide

De stuifmeelbuizen groeien door de stijl naar de zaadbeginsels in het vruchtbeginsel.

Door de stuifmeelbuis gaat de kern van een stuifmeelkorrel naar een zaadbeginsel toe.

Slide 18 - Tekstslide

6.4 Bevruchting
De kern van de stuifmeelkorrel versmelt met de kern van de eicel. Dit noem je bevruchting.

Bevruchting is het versmelten van de kern van een mannelijke geslachtscel met de kern van een vrouwelijke geslachtscel.

Door bevruchting ontstaat een bevruchte eicel.

Slide 19 - Tekstslide

Bevruchte eicel
Na de bevruchting gaat de eicel zich delen. 
  • Uit de bevruchte eicel ontstaat zo een kiem
  • Uit het zaadbeginsel ontstaat een zaad
Als een zaad kiemt, groeit uit de kiem een kiemplantje, en uiteindelijk een grote plant.

Slide 20 - Tekstslide

Een of meer zaden
Uit het vruchtbeginsel ontstaat een vrucht
De vrucht bevat één of meer zaden 



Elk zaad  is ontstaan uit een zaadbeginsel
 met een bevruchte eicel

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Heeft hier bestuiving plaatsgevonden?
En bevruchting?
A
Wel bestuiving, geen bevruchting
B
Zowel bestuiving als bevruchting
C
Wel bevruchting, geen bestuiving
D
Geen bestuiving, geen bevruchting

Slide 23 - Quizvraag

In welke volgorde verloopt de voortplanting bij planten?
A
Bestuiving, bevruchting, ontstaan van de stuifmeelbuis
B
Bestuiving, ontstaan van de stuifmeelbuis, bevruchting
C
Bevruchting, bestuiving, ontstaan van de stuifmeelbuis
D
Bevruchting, ontstaan van de stuifmeelbuis, bestuiving

Slide 24 - Quizvraag

Slide 25 - Tekstslide

VRAGEN??

Slide 26 - Tekstslide

zelf aan de slag
6.3 Verslag maken: maak test jezelf

6.4 Bevruchting: lees de tekst en maak de opdrachten:

opdracht 1 t/m 5 maken
Test jezelf 6.4 maken

Slide 27 - Tekstslide

herhalen leerdoelen
Aan het einde van de les:
- kun je beschrijven hoe de bevruchting bij zaadplanten gaat.
- kun je beschrijven hoe een zaad ontstaat uit een zaadbeginsel.

Slide 28 - Tekstslide