Appel en boom

Taal Staal Familie Les 2 
Appel en boom
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
TaalBasisschoolGroep 7,8

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Taal Staal Familie Les 2 
Appel en boom

Slide 1 - Tekstslide

lesdoel

Ik kan het verschil vertellen tussen gezegden en spreekwoorden.

Slide 2 - Tekstslide

Woordbegrip
Spreekwoord

Een spreekwoord is een korte, krachtige uitspraak die een waarheid of wijsheid bevat.

Slide 3 - Tekstslide

woordbegrip
Een gezegde is net als een spreekwoord een vaste uitdrukking.
Maar een gezegde een deel van een zin, en wordt deze in een lopende en veranderbare zin verwerkt.

Slide 4 - Tekstslide

Waarom?

Onze hele taal staat vol met spreekwoorden en gezegdes. We gebruiken het om iets duidelijk te maken. Onze taal leeft en groeit en bloeit elke dag!

Slide 5 - Tekstslide

Waar kom je het tegen?

Overal!
Op school, thuis, bij de voetbal, reclames, in boeken, overal!

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Spreekwoorden
Een spreekwoord heeft een aantal belangrijke kenmerken.

Ten eerste is de uitspraak figuurlijk bedoeld. Als je zegt: De appel valt niet ver van de boom, heb je het dus niet echt over een appel en een boom.

Slide 8 - Tekstslide

Spreekwoorden

Een spreekwoord altijd een onveranderlijke zin. Van hoofdletter tot punt blijft het spreekwoord dus altijd hetzelfde. Van De appel valt niet ver van de boom kun je niet ineens De peer valt niet ver van de boom maken. 

Slide 9 - Tekstslide




Spreekwoorden bevatten altijd een levenswijsheid. 
Ieder huisje heeft zijn kruisje. In elke familie is wel iets aan de hand.

Het bloed kruipt waar het niet gaan kan. 
Als je iets heel graag wil doen, vind je uiteindelijk altijd een weg om het te doen.

Slide 10 - Tekstslide

Gezegden
Je hebt net gezien dat spreekwoorden altijd exact hetzelfde blijven. Dat geldt niet voor al het figuurlijke taalgebruik. Gezegden zijn veel korter dan een spreekwoord en kun je in een zin gebruiken. Die zin kun je zoveel aanpassen als je wilt.

Slide 11 - Tekstslide

Gezegden
een vrolijke frans (een vrolijk iemand)

een nieuwsgierig aagje (een nieuwsgierig iemand)
 
op z’n dooie akkertje (op zijn gemakje)

appeltje-eitje (makkelijk)

Slide 12 - Tekstslide

Dus....
• Spreekwoorden zijn vaste, hele zinnen.
  
• Gezegden zijn korte, vaste woordgroepen zonder werkwoord.

Slide 13 - Tekstslide

Figuurlijk en letterlijk
Met figuurlijk taalgebruik bedoelen we dat je iets zegt of schrijft dat je niet letterlijk moet nemen.

Letterlijk taalgebruik is zoals het is. 

Slide 14 - Tekstslide

figuurlijk

De taalgebruik bij spreekwoorden en gezegden zijn figuurlijk. 
Dus figuurlijk taalgebruik. Er is een ander betekenis. 

Slide 15 - Tekstslide

Spreekwoorden en gezegden

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Probeer het!

Slide 18 - Tekstslide

Vandaag heb je geleerd: 
Spreekwoorden en gezegde zijn uitdrukkingen. 
Spreekwoorden bevatten een levenswijsheid. 

Spreekwoorden zijn vaste, hele zinnen.

Gezegden zijn korte, vaste woordgroepen zonder werkwoord.

Slide 19 - Tekstslide

We gaan lezen!
bronnenboek bladzijde 26 en 27

Slide 20 - Tekstslide