H2P3 deel 3 Economische crisis

1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 4

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

  • Herhaling vorige les
  • 2.3 kennen en kunnen
  • Economische crisis
  • Zelfstandig werken
  • Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Na de Eerste Wereldoorlog verloren veel Duitse burgers het vertrouwen in hun regering. Kies de antwoorden die uitleggen hoe dat komt.
A
De regering had het voor Duitsland vernederende Verdrag van Versailles getekend. Veel Duitse burgers waren daar kwaad om.
B
De regering legde de bevolking erg strenge wetten op. Toen Duitsland nog een keizer had, had de bevolking veel meer vrijheid.
C
De regering had de Republiek van Weimar veroverd. Dat was volgens veel Duitsers onverstandig, omdat het waarschijnlijk tot wraak van de geallieerden zou leiden.
D
De regering nam weinig effectieve maatregelen tegen de economische crisis.

Slide 3 - Quizvraag

Een vrouw laat haar kachel branden op papiergeld. Waar en wanneer is deze foto gemaakt?

A
in de Verenigde Staten, kort na de beurskrach van 1929
B
in Duitsland, tussen 1921 en 1924, toen de inflatie extreem hoog was
C
in Italië, kort nadat Mussolini aan de macht kwam.
D
in de Republiek van Weimar, direct nadat de keizer naar Nederland was gevlucht

Slide 4 - Quizvraag

Waarom waren veel Italianen na WO I ontevreden?
A
Over de 'slechte' onderhandelingen van de regering tijdens de vrede van Versailles.
B
Ze wilden een goed werkende democratie en een koning aan de macht.
C
Er was te veel werk, waardoor de economie niet goed draaide.
D
Ze hadden minder land gekregen dan ze wilden.

Slide 5 - Quizvraag

Noem drie overeenkomsten tussen het fascisme en het nationaalsocialisme.

Slide 6 - Open vraag

Noem een verschil tussen het fascisme en het nationaalsocialisme.

Slide 7 - Open vraag

  • Dawesplan
  • Beurskrach

  • benoemen wat het Dawesplan is waarom de VS dit inzette.
  • in stappen aangeven hoe de economische crisis in 1929 is uitgebroken.
  • uitleggen hoe het kwam dat veel mensen door de economische crisis hun vertrouwen in de democratie verloren.

Slide 8 - Tekstslide


Duitsland 
1924-1929



  • Politiek en economisch gaat het beter met het land
  • Duitsland is in 1926 lid van de Volkenbond geworden
  • De Amerikanen steunen de Duitse economie met het Dawesplan
  • Mensen hebben weer vertrouwen en lijken Hitler te zijn vergeten...

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide


Crisis in de wereld 
vanaf 1929



  • Door overproductie van fabrieken, veel kopen op afbetaling en teveel vertrouwen in aandelenhandel, klapt de Amerikaanse economie in elkaar.
  • Landen die veel met de VS handelen worden de crisis mee ingesleept... 

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Link

Slide 19 - Video


Beurskrach en crisis


  • Zwarte Donderdag 24 oktober 1929: beurskrach
  • 'Miljoenen aandelen zijn in één klap niets meer waard
  • Bedrijven en banken gaan failliet: grote werkloosheid
  • Daling van de handel zorgt voor een economische wereldcrisis

Slide 20 - Tekstslide


Armoede en ellende

  • Veel mensen geen werklooshiedsuitkering
  • Velen zijn dakloos geworden omdat ze hun huis niet meer konden afbetalen
  • Daklozen eindigen in sloppenwijken die spottend Hoovervilles genoemd
  • Opvatting Republikeinse president Hoover: wachten tot de economie zich hersteld, geen overheidsingrijpen.

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

En Hitler?
  • Die zegt hetzelfde als altijd: het is de schuld van het Verdrag van Versailles, joden, communisten, enz.

  • Hitler had na de mislukte staatsgreep besloten om alleen nog via verkiezingen aan de macht te komen...

  • ...en mensen stemmen massaal op hem!

Slide 24 - Tekstslide


Hitler wordt kanselier
30 januari 1933



  • Na de verkiezingen van november 1932, waarbij de NSDAP de grootste werd,
wordt het land vrijwel onbestuurbaar en kunnen de andere partijen (en de president) niet meer om Hitler heen: hij wordt kanselier (minister-president). 

Slide 25 - Tekstslide

Crisis in Nederland
  • Nederland wordt zwaar door de crisis geraakt: de handel met de VS en Duitsland komt vrijwel stil te staan.

  • Bedrijven en fabrieken moeten de deuren sluiten.

  • Tussen 1929 en 1935 stijgt de werkloosheid van 22.000 naar 500.000

Slide 26 - Tekstslide


Stempelen voor 'de Steun'


Er is nauwelijks steun van de overheid: 
alleen werklozen tussen 21 en 60 jaar krijgen de steunuitkering.

Hiervoor moeten ze 2 keer per dag in de rij staan om te stempelen. 
Dit is vooral bedoeld om zwartwerken te voorkomen.

Slide 27 - Tekstslide


Werkverschaffingsprojecten


Net als in andere landen probeert de overheid werklozen 
aan werk te helpen met werkverschaffingsprojecten.
Grote projecten zoals het Amsterdams Bos en de Afsluitdijk 
helpen mannen aan werk en een beetje inkomen.

Slide 28 - Tekstslide

Vernedering
  • De steun is vaak te laag, daarom moeten mensen ook andere hulp krijgen.

  • Zo krijg je bijvoorbeeld kleding, maar daar staat wél een stempel in: iedereen kan dat zien.

  • Je hoeft geen rijwielbelasting te betalen: maar ook dát kan iedereen zien

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Video

Slide 31 - Video


NSB
vanaf 1931



Ook in Nederland zijn er anti-democratische groepen die vinden dat 
de oplossing voor de crisis buiten de democratie moet worden gevonden.
De Nationaal-Socialistische Beweging van Anton Mussert is een partij die geïnspireerd is door de NSDAP van Hitler.

Slide 32 - Tekstslide

  • Wat: lees 2.3. Beantwoord de leerdoelen 11 t/m 16 of WB maak alle WB opdrachten af.
  • Hoe: individueel 
  • Hulp: Boek en schrift, Lessonup, Mevrouw de Vries
  • Tijd: 20 min.
  • Uitkomst: einde van de les herhalen, WB opdrachten bespreken
  • Klaar?: Maak een begrippenoverzicht, tijdlijn en/of overzicht van belangrijke personen bij deze paragraaf.

Slide 33 - Tekstslide

Wat is het Dawesplan?
A
Lening van Groot-Brittannië aan Duitsland om de herstelbetalingen te kunnen betalen.
B
Lening van Duitsland aan Oostenrijk-Hongarije ten compensatie van het leed van WO I.
C
Schuld van Frankrijk aan de Verenigde Staten voor de Eerste Wereldoorlog.
D
Lening van Verenigde Staten aan Duitsland om de herstelbetalingen te kunnen betalen.

Slide 34 - Quizvraag

Leg uit waarom het Dawesplan voordelig was voor de VS zelf.

Slide 35 - Open vraag

Waarom werd Duitsland extra zwaar getroffen door de wereldwijde economische crisis?

A
Het Dawesplan werd stopgezet.
B
Duitsland had geld uitgeleend aan andere landen om de economie weer op te bouwen.
C
Hitler had enorme schulden gemaakt om het leger weer op te bouwen.
D
De Amerikaanse president had opdracht gegeven om alle Duitse producten uit Amerikaanse winkels te halen.

Slide 36 - Quizvraag

Wanneer was de beurskrach?
A
24 maart 1923
B
24 oktober, zwarte donderdag, 1929
C
19 april, stille zaterdag, 1925
D
15 december, zwarte zaterdag, 1929

Slide 37 - Quizvraag

Begrippen uit deze les

  • Dawes-plan
  • Beurskrach

Slide 38 - Tekstslide

Jaartallen uit deze les

  • 1929: Beurskrach op Wallstreet: begin wereldcrisis
  • 1933: Hitler wordt minister-president

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Video